De vrolyke muzikant
(1810)–Anoniem Vrolyke muzikant, De– AuteursrechtvrijStem: Wat is het zoet het menschdom te verpligten.
Wyl 't Vogelen Choor in dese laatste dagen
Door min gesang ons hert bekoord
Wijl al wat leeft ons schijnt door min te klagen,
En door natuur word aangespoort,
Wie roemt dan niet op dese stond?
Dit veel beloovent Echt-verbond, bis.
| |
[pagina 37]
| |
Wie sou dan niet dees Echtelingen roemen?
Die in de lente van haer jeugd
Zig op dees' tijd gelukkig mogen noemen
En streeven na de eerb're vreugd;
Wie roemt dan niet op dese stond?
Haer veel beloovent Echtverbond, bis.
Hoe salig is u lot ô Echtgenooten,
Geeft ons u lente singens stof,
De Zomertijd wil meer u heil vergroten,
En ons doen weide in u lof,
Men roemen dan op dese stond,
U heil voorspellent Echtverbond, bis.
|
|