De vrolyke trompetter(ca. 1810-1830)–Anoniem Vrolyke trompetter, De– AuteursrechtvrijBlazende op zyn trompet, de nieuwste liederen en aria's die hedendaags gezongen worden Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Een Nieuw Lied, op de Zegenpraal van Liefde en Plicht. Wys: Genever in de Morgenstond. 1. Al wat zig op 't beneden rond, op deezen aard vertoond, t Is al door liefdevuur doorwond, 't Word al door min gekroond, De Held gevoeld in 't Oorlogsvuur, De roepstem zelven der natuur, Hy kent de liefdenskragt, Schoon hy zyn pligt betragt. 2. Geen Vogel streeld ons met haar zang, En kweeld in 't eenzaam woud, Of zy gevoeld die zagte dwang, Als zy haar nestje bouwd, Geen Vischje sparteld in de Zee, Of het voerd altoos liefde mee, Elk kent haar zoete kragt, Alschoon 't haar pligt betragt. 3. Aanschouw ik op het eenzaam Veld, De Landman aan zyn ploeg, Zyn Ziel werd als op nieuw hersteld, Wanneer hy 's morgens vroeg, Zyn Koosje op het Land verrast, Als zy het Beest van Melk ontlast, Dan voeld hy liefdens kragt, Schoon by zyn pligt betragt, [pagina 57] [p. 57] 4. Keer, Stedeling, tot 't stil gezin, Gelukkig in hun stad, Hier heerscht alleen de waare min, Geen geilheid bluscht haar braad, Geen weelde heeft haar hart misvormd, Voeld zig door drift bestormd, Hier kent de Liefdenskragt, Terwyl men plicht betragt. 5. ô Min! hoe werd uw schoone glans, Ontluisterd of bedekt Hoe werd u zaal'ge invloed, thans, Door daltelheid bevlekt, Zo drukte gy, die 't Al gebied, Uw in 't hart der Scheps'len niet, Hy zelfs schiep Liefdenskragt, Maar daar men pligt betragt. 6. Bestraalt ons zo, dan blyft een echt, Uit waaremin gekweekt, Voor ons de bron daar heil in legt, Een Echt die niemand breekt, Dan leeft men vrolyk vergenoegd, Door liefde eeuwig zaamgevoegd, En roemen liefdens kragt, Daar men zyn pligt betragt. Vorige Volgende