De vrolyke trompetter
(ca. 1810-1830)–Anoniem Vrolyke trompetter, De– AuteursrechtvrijBlazende op zyn trompet, de nieuwste liederen en aria's die hedendaags gezongen worden
[pagina 49]
| |
2.
Zy zeide myn hontje, myn bekje myn lam,
Als hy 'er des avonds maar eens by haar kwam,
Dat schoon Venusdier, was vol van plysier,
Ging daaglyks werken op de Moolen Papier,
3.
Maar hy was een Olyslaagers Knegt,
Hy gaf haar een zoentje en kwam wel te regt,
Zy riep Jan zagt, als gy myn verkragt,
Dat zal ik gaan schreeuwen als een dief in de
Nacht.
4.
Myn liefje ik zweer uw by Lubbert zyn Kat,
Dat ik u bemin en nog boven dat,
Ik stierf van rouw, zo gy niet wordt myn Vrouw,
Geloof my het Meisje had 't in haar mouw,
5.
Maar als hy zyn lusten by haar had gedaan,
Liep hy by een ander en kwam niet meer aan,
Men heeft tot haar gezeid, heb gy geen spyt,
U Minnaar gaat vrye by een andere Meid.
6.
Gaat hy by een ander neen dat gaat niet aan,
Zy heeft een pak vodden op haar Buikje gedaan,
Zy zei lieve maat, gy weet in wat staat,
Loopt gy by een ander, neen dan word 't laat-
7.
Zy maakte hem wys zy moest in de kraam,
En zei gy weet wel wat gy hebt gedaan,
Ik breng u het kind, sprak zy goede vriend,
Of wilt gy myn trouwen dan maar gezwind,
8.
Hy stoud zeer verlegen en had haast berouw,
En zei daarentegen ik kies u voor myn Vrouw,
Zy trouwden aldaar, en wierden een paar,
Maar hoor eens wat kluchtje, dat volgde daar na.
| |
[pagina 50]
| |
9.
Men danste al dapper en sprong in 't rond,
Het Bruicje haar Buikje dat viel op de grond,
Elk riep even rat wat drommel is dat,
Ons Bruitje is bevallen van een voddezak.
10.
Men liep na de Bruidegom heel gezwind,
Wenschten hem geluk met het voddekint,
Zy zeiden Kraamheer, op een andere keer,
Maakt een levendig Popje maar geen Vodden meer.
11.
Gy Moolenaars Knegten wie dat gy ook zyt,
Als gy wist gaan vrijen houd uw by één Meid,
By meer deugt dog niet, zo als ik meld in 't Lied,
Dan word gy bedrogen eer dat gy 't nog ziet.
12.
Ootlof jonge Meisjes van den eersten trant,
Die hier omtrent woonen hier aan de Saankant,
Ik wensch u tot besluit maak geen Voddenbuik,
Gelyk ik heb gezongen van de jonge Bruid.
|
|