De vrolyke zee-lieden, verheugd over de vrye zeevaart
(1800)–Anoniem Vrolyke zee-lieden, De– Auteursrechtvrij2Haar helder stem haar lieffelyk fier,
haar stralende oogjes en schitterend vier
Haar oogje stort in myn teder herte,
Een onuitspreekelyke smerte;
Alle dagen uur op uur ... bis
| |
3Myn ziel verteerd in haaren gloed,
Als ik haar hand mag raken
wild myn smerten niet vermeeren,
In haar boezem niet verteeren,
o dat doet myn ziel zo goed, bis.
| |
4ô Flonkerster die myn doorwond
Houd op van meer te [...]aaken,
wild myn smerten niet vermeeren,
In uw boezem niet verteeren,
Maar bemind my weer zo goed. bis.
| |
[pagina 78]
| |
5Och hemel wat een droef geluid,
Hoor ik nu tot myn koomen,
Moet ik dan van droefheid sterven,
Kan ik dan geen troost verwerven,
Van een die ik teer bemin bis.
| |
6wat hoor ik daar voor lieflykheid.
wie komt myn ziel zo stooren,
't Is Nanette na 't verklaaren,
Of den Echo myn vervaren,
Roept nog eens ik ben te vree bis.
| |
7wel aan daar is myn hart er hand,
wild uw met myn verbinden.
Laat ons in den Echt vergaaren,
En ons ziel te zamen paren,
Ons twee herten zynen een bis.
| |
8wild nu dan op trompetten blaazen,
Op dit Heerlyk Huwelyks Feest,
Van een maagd van Vyftien Jaaren,
Die nu op dit Feest zal paaren,
Ja met Lubyn haare vriend, bis.
| |
9Komt Herders flegt een bloemenkrans
Van Mirthen en Lauwrieren,
wildze op 't Hooft gaan zetten,
Van die schoone Bruit Nanette,
En op Lubyn haaren vriend. bis.
EYNDE. |
|