De vrolyke zee-lieden, verheugd over de vrye zeevaart
(1800)–Anoniem Vrolyke zee-lieden, De– Auteursrechtvrij
[pagina 72]
| |
Vroeg of ik met haar wou gaan.
| |
2
Zy zeide wel Jonkman gewis/
Zeg my wat u hanteering is/
Ik ben een wild het weten/
Ik bemin ook ieder een/
Ik kan kuipen en insteken/
Ik kan kuipen al wat ik maar wil.
| |
3
Ik draag een Vaatje zeide zy kloek/
Hier onder myne Schorteldoek/
Ionkman wild 'er wel op letten/
En ziet eerst naar het gebrek/
Want ik zeg u zonder gekken/
Wat gy kuipt is altoos lek.
| |
4
Daar hebben veel Meesters by geweest
Die wel hadden een vlugge geest/
Jonkman wild het beter maken/
Doet u werk maar als een Man/
En wild het maar blyken Laten/
Want gy zyt een fraay Jonkman.
| |
5
Ik deed myn werk wel als een Man/
'k nam myn hoepel en dreef hem an/
Ik dreef hem wat op; ik dreef wat neder
Dat bekoorde haar Jonkhert/
Zy zy of bent gy jong en teder/
Gy kunt Geneezen myn Minnesi[...]ert.
| |
[pagina 73]
| |
6
Jonkman wilt my nog eens kuipen/
Want gy kuipt met groot verstand?
Men zou 'er geen spaansche wyn voor zuipen/
Gy kunt geneezen myn Minnebrand
|
|