De vrolyke zee-lieden, verheugd over de vrye zeevaart(1800)–Anoniem Vrolyke zee-lieden, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een Nieuw Lied. Op een aangenaame Wys: 1 Een schoon Kind van vyftien jaaren, Vlugte van haar Ouders af, Toen zy in de Vesper waaren, En ontliep haar met een draft, Haal op, laat neer en werk voort, Laat vry de beuzen kraaken, Myn arme Meid waar vlugt gy heen, De Wolf verslint u tot op 't been, Men veegd rondom alhier aldaar, Dan is de Schoorsteen kant en klaar. 2 Toen zy was op weg gekomen, Een ryke Heer aldaar, Heeft haar in zyn Koets genomen, En zy reden met malkaar, Haal op, laat neer, en werk voort, Dat komt van zulke zaaken, Myn lieve merd als jv zo driftig ryd, Legt g'om ver in korte tyd, Men veegt rondom alhier aldaar, [pagina 67] [p. 67] Dan is de Schoorsteen kant en klaar. 3 Op 't eind van 't jaar gekomen, Barste hier iets anders uit, Heeft men in 't dorp vernomen, En toen zong men overluid, Haal op, laat neer, en werk voort, Laat vry de Beuzem kraaken, Het Meisje dat haar huis ontvlugt, Wagt u voor diergelyke klugt, Men veegt rondom alhier aldaar, Dan is de Schoorsteen kant en klaar. Vorige Volgende