De vrolyke zee-lieden, verheugd over de vrye zeevaart
(1800)–Anoniem Vrolyke zee-lieden, De– Auteursrechtvrij2.
Toen ik was jonk liet ik myn minnaar varen /
Schoon hy myn mind / dat baard hem groot bezwaaren /
Hy minde myn /
Hy minde myn /
Doch echter na twee jaaren /
Toen kuste ik verheugd /
Myn Minnaar vol van vreugd. bis.
| |
3.
Ik was verheugd toen hy was weer gekoomen /
Hy heeft terstond myn hart weer ingenoomen /
Dat baard myn vreugd /
Dat baard myn vrengd /
| |
[pagina 36]
| |
Ik dagt toen om geen schroomen /
Maar was verheugd van zin /
Betoonde hem myn min.
| |
4.
Ik wist geen raad om hem weer te beminnen
Ik kwam by hem streelde ras zyn zinnen /
Hy kuste my /
Hy kuste my /
En voeld het vuur van binnen /
Wyl hy kwam van de Oost /
En was zeer wel getroost. bis,
| |
5.
Hij was de geen die nooit mijn eer zou krenken
Maar zwoer dat hij altoos aan mijzou denke
Als hij kwam thuis /
Als hij kwam thuis /
Daarom zal ik hem schenken /
Om zijn standvastigheid /
Mijn hart is steeds derbleid. bis.
| |
6.
Geen broef elend zal nimmer mijn ziel prangen
Ik ben van hem nog van geen ander zwanger
Ik leef gerust /
Ik leef gerust /
En dat was mijn verlangen /
Want smaad en groot verdriet /
Leid eerbaarheid toch niet. bis
| |
7.
Alschoon mij een ieder wil veragten /
Geen vreugd zo groot dat mij meer kan verzagten
| |
[pagina 37]
| |
Als dat mijn lief /
Als dat mijn lief /
Na mijn niet hoeft te wagten /
Maar geeft mijn hart en hand /
Aan hem tot onderpand, bis.
|
|