Hongkong
Vervolg van pagina 11
minele benden en hebben geen enkele zeggenschap. Corruptie en fraude nemen bij tijd en wijle schrikbarende vormen aan. Zoals Ian Buruma onlangs, onder de titel ‘The Last Days of Hong Kong’ in The New York Review of Books concludeerde: ‘Democracy never materialized, and probable never will.’
Bevindt Hongkong zich werkelijk op de rand van de afgrond? Of onderschatten de overwegend Britse Hongkong-watchers (van een Chinees ben ik over dit onderwerp nog geen boek tegengekomen) de veerkracht van zes miljoen mensen? In het Hongkong van vandaag lijkt het leven door te gaan, jachtig en geconcentreerd als altijd. Of is niemand ‘immune to the mood of self doubt’ (zoals Patrikeeff het noemt) en neemt een gevoel van doem langzamerhand bezit van de stad? Het is waar, de prijzen van onroerend goed dalen, en er is een zorgwekkende brain drain - maar die waren er ook tijdens de Culturele Revolutie, toen het vertrouwen in Hongkongs toekomst kelderde. Nog steeds lijkt ‘Droom niet, kijk niet vooruit, maar verdien nu je geld’ het devies. Want de geschiedenis van Hongkong, en trouwens ook die van de volksrepubliek is er een van een voortdurende en onvoorspelbare discontinuiteit. Dat is dan ook wat Jan Morris vermoedt in het nieuwe, laatste hoofdstuk van haar boek: ‘The year 1997 may find these young people returning to ancestral kind after all, or adapting to Communist requirements, for nothing is more flexibly resilient than Chineseness.’ Misschien dat Hongkong ook in die betekenis een symbool kan worden: van aanpassingsvermogen en ongebroken creativiteit. Wie weet dat er dan ook nog eens ruimte komt voor een democratische bestuursvorm.
■