Marc Bloch
Vervolg van pagina 9
gende titel L'étrange défaite. Volgens Carole Fink kan dat boek als een actuele versie van de studie over koningsmagie gelezen worden. Frankrijk werd, aldus Bloch, immers niet zozeer door wapens als wel door waanvoorstellingen verslagen. Want bevolking en leiders hadden zichzelf en hun vijand op alle fronten verkeerd ingeschat. Hoe dan ook, nadat dat gebeurd was, vluchtte Bloch naarde ‘vrije’ zone. Na een bizar steekspel met Febvre liet hij zijn naam uit het colofon van Annales halen. Zonder over zijn bibliotheek te kunnen beschikken schreef hij het boek dat misschien wel zijn mooiste is, de Apologie pour l'histoire, het verscheen vertaald als Pleidooi voor de geschiedenis vorig jaar ook in het Nederlands. Aanbiedingen om naar de Verenigde Staten te ontkomen nam hij niet aan omdat hij zijn moeder niet alleen achter wilde laten. Eind 1942, begin 1943 sloot hij zich bij het verzet aan. ‘Een man van een jaar of vijftig, bloem in het knoopsgat, een fijn gezicht onder zilvergrijs haar, loerende ogen achter brilleglazen, aktetas in de ene, wandelstok in de andere hand.’ Zo werd hij later door een medestander beschreven: handelsreiziger monsieur Blanchard. Op 7 maart 1944 werd hij gepakt en naar Barbies Gestapo-hoofdkwartier in Lyon gebracht. Vandaar werd hij na ondervraging en marteling overgebracht naar een militair fort buiten de stad. Tien dagen na D-day werd hij gefusilleerd op een vlakte bij het dorp Saint-Didier-de-Formans. Zijn testament had hij, wijzer dan velen, enige jaren tevoren al gemaakt. Hij wilde op zijn graf slechts twee woorden. Dilexit veritatem: ik heb de waarheid liefgehad.
■