Bijstandsgeheimen
Vervolg van pagina 8
verschillende ambtelijke selectiepraktijken en deze ruimte wordt door de meeste streetlevel bureaucraten benut. De ‘conformistische’ langdurig werklozen kunnen doorgaans wel een potje breken; omdat zij van goede wil zijn, komen zij betrekkelijk gemakkelijk in aanmerking voor, bijvoorbeeld, leenbijstand of schuldsanering. Wie echter met zijn vuist op tafel slaat, kan op minder toegeeflijkheid rekenen. Engbersen spreekt netjes van ‘conflicten van betekenissystemen tussen overheid en burgers’ (het is immers een proefschrift), maar de voorbeelden die hij geeft spreken een andere taal.
Uiteindelijk dienen de ambtenaren van de sociale dienst ernaar te streven dat de bijstandafhankelijkheid van hun cliënten wordt beëindigd. De praktijk is anders: de relatief kansrijken worden gestimuleerd en geholpen, maar van veel langdurig werklozen wordt de afhankelijkheid eenvoudig als een voldongen feit geaccepteerd. Een immigrant die op zijn vijftigste is ontslagen, wordt in de regel niet meer verzocht te solliciteren. Maar langdurig werklozen met een ietsje méér kansen worden misschien ook niet meer doorgestuurd naar een arbeidsbemiddelingsproject.
Het kan ze niet worden aangewreven - bijstandsambtenaren zijn ook maar mensen - maar op die manier dragen deze poortwachters van de verzorgingsstaat wel bij aan de bestendiging van het bijstandsbestaan van velen - en daarmee aan het ontstaan van een onderklasse in Nederland.
■