Levenswerk
Het zijn paleizen voor de burgerman, is het dát wat een hotel zo tot de verbeelding doet spreken? Mocht de Schiermonnikoogse gemeenteveldwachter Sake van der Werff in 1907 voor de bijverdienste een slachterij begonnen zijn, zijn geschiedenis zou niet opgetekend zijn.
Maar Van der Werff stortte zich op de pensionhouderij, en dáárin ligt het standsverschil dat wel een boek waard is. In Hotel van der Werff. Het eerste huis ter plaatse (Rap, 180 p., gebonden met stofomslag f 35, -) geven journalist Wim Wennekes en gemeente-archivaris Durk Reitsma een historie die vooral van plaatselijk belang is, maar die door de landelijke renommée van het hotel ook niet-Schierders vermag te boeien. Wennekes had al helemaal een bof, want er hoefden geen erven te worden ontzien, zodat rechtuit kon worden vermeld dat hotelhouder Sake van der Werff een boef was, een ‘knalharde zakenman’ die zich als ‘ongekroonde koning’ meer privileges toeëigende dan graaf Bechtold Eugen von Bernstorff, de particuliere bezitter van Schiermonnikoog - het eiland werd pas in december 1945 genaast door de Staat der Nederlanden. Aan de oprechtheid van Van der Werffs sentimenten over zijn ‘levenswerk’ mag gerede twijfel bestaan. Dat was niet het hotel, maar ‘Vredenhof’: een begraafplaats voor drenkelingen die Van der Werff - immer zijn tijd vooruit - liet sponsoren door cement- en steenleveranciers. Van der Werffs zorg voor ‘zijn’ doden was hartstochtelijk (zijn fotoalbums geven daar een macabere getuigenis van), maar dat verhinderde niet dat hij zijn commerciële belangen uit het oog verloor. In de gelagkamer kwamen de plakboeken met zelfgemaakte foto's van lijken zonder hoofd of armen geregeld op tafel: ‘Het gesprek met de gasten werd dan altijd geanimeerd. En het aantal uitgeschonken consumpties leed er niet onder.’ De wijze waarop Van der Werff in de jaren twintig zijn zakelijk succes consolideerde geeft het verhaal Wild-West-trekjes. Mooi in dat genre is het hoofdstuk over Van der Werffs ‘Eigen busdienst over Eigen Weg’: de chauffeur van de Chevrolet-bus had opdracht de concurrerende bus van hotel
Jansma met opzet dwars te zitten, een spanningsveld waarin het tot moedwillige botsingen kwam en dat bij de smalle aanlegsteiger telkens tot schermutselingen leidde.
Van der Werff maakte zich door deze intimidaties niet populair, voegt Wennekes aan deze historie toe: ‘Tot op de dag van verschijning van dit boek is nog geen zandpad naar Sake van der Werff genoemd, terwijl talloze eilanders en niet-eilanders in de namen van weggetjes voortleven.’ Stamgast Wennekes lijkt met zijn hommage aan de legendarische Van der Werff, en de even legendarische compagnon-opvolgster - ‘juffrouw Dien’ - iets te hebben willen goedmaken.
DS
Aan deze pagina werkten mee: Maarten Doorman, Chris van der Heijden, Diny Schouten en Peter van Zonneveld