Vrij Nederland. Boekenbijlage 1990

Compoteschoteltjes

Aan Annie M.G. Schmidt als monument wordt hard gewerkt: de gedichten en liedjes voor toneel 1938-1985 zijn verzameld (Tot hiertoe), de 347 kinderversjes eveneens (Ziezo). Als bijdrage aan de sokkel kan nu dienen Simpele zielen en nog wat (Querido, 116 p., f 19,90). Tine van Buul en Reinold Kuipers, oud-directeuren van Querido, maakten een keuze uit Annie Schmidts wekelijkse bijdragen aan Het Parool in de jaren vijftig. De samenstellers lichten toe dat bij de selectie niet, zoals bij de totstandkoming van Troost voor dames (1962), alleen maar is uitgegaan van Impressies van een simpele ziel (1951), Nieuwe impressies van een simpele ziel (1952), Impressies van een simpele ziel 3 (1953) en In Holland staat mijn huis (1955), maar dat alle niet eerdere gebundelde stukjes uit de leggers van de krant zijn gewogen ‘na ze net als de boeken hardop te lezen’. De aldus verkregen nieuwe oogst komt op een totaal van zeventien cursiefjes die hier voor het eerst in boekvorm verschijnen. Daarbij zijn álle Lieve Lientjes'. ‘Enkele autobiografische teksten zijn voor een toekomstplan opzij gelegd,’ schrijven Van Buul en Kuipers veelbelovend. Die ‘Lieve Lientjes’, brieven van een moeder aan haar naar Australië geëmigreerde dochter, blijken historische betekenis te hebben verzameld: wat de manifestatie ‘E-55’ was, behoeft eigenlijk al commentaar. Ook de andere cursiefjes spiegelen de jaren vijftig. Die zijn herkenbaar in wat huisvrouwen toen statusverhogend vonden: een echt koperen pannespons, een mantelpakje met Pasen, een autoreis naar de Rivièra, en compoteschoteltjes. Het meubilair mag dan wat versleten zijn, het hóé van Schmidts pen doorstaat met glans de voorleestest. Nog het meest als de columniste zich liet vertederen door haar zoon - ook al iets dat zeer ten onrechte als passé wordt beschouwd. Schmidt, over haar zoon: ‘Als je drie jaar bent is het slapen gaan een ingewikkeld procédé dat uren in beslag neemt. Daar is allereerst de vraag: wat moet er allemaal mee? Het fietsje, dat spreekt vanzelf. En een autootje en nog een een autotje en de kruiwagen. En het oude spoorboekje want daar staat ergens een heel klein autobusje in.’

DS