Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Jan Fred van WijnenHet Gouden Ezelsoor is sinds 1979 de prijs voor het best verkochte literaire debuut. Geen kans dus op ruzie over juryleden die de boeken niet zouden hebben gelezen - het gaat hier om harde verkoopcijfers. Vorig jaar werd de prijs gewonnen door Hanny Alders met Non Nobis, eerdere prijswinnaars waren (onder anderen) Rudi van Dantzig, Adriaan van Dis en Tessa de Loo. Op 15 december a.s. wordt de prijs voor 1988 uitgereikt. Welk boek kon het anders worden, dacht uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, dan het Himalaya Dagboek van bergbeklimmer Bart Vos, waarvan vorig jaar 11.204 exemplaren waren verkocht. Hoofdredacteur Vic van de Reijt informeerde alvast bij de voorzitter/secretaris van de jury, Alwin van Steijn (van het organiserende Koninklijke Verbond van Grafische Ondernemers), en kreeg tot zijn stomme verbazing te horen dat een ander boek had gewonnen. Was het dan niet het best verkochte literaire debuut? Als je het literair noemt wel, zei Steijn, maar dat was het volgens de jury niet. Van de Reijt werd boos en stuurde ook nog een brief: het boek was gesignaleerd in de literaire boekenrubriek van de Volkskrant en besproken door literair criticus Hans Warren in De Tijd. Wat valt daar nog op af te dingen? Van Steijn was niet bereikbaar voor commentaar.
Vorig jaar schreef de Vlaamse auteur Audrey de Vlieger haar eerste roman, Hot Chocolate. In Nederland werd het boek nauwelijks besproken, in België vrij goed. Haar tweede roman, Gesneden Brood, werd zelfs in België nauwelijks meer besproken. Dat heeft de volgende reden, volgens Audrey de Vlieger en Juliën Weverbergh van de Antwerpse uitgeverij Houtekiet. Gesneden Brood gaat over een schrijver die een verhouding begint met de vrouw van zijn broer. De vrouw voelt zich misbruikt (‘affectief sadisme’) en schrijft zelf een boek, waarmee ze de wraak van de schrijver over zich afroept. Dit verhaal zou autobiografisch zijn. Audrey de Vlieger is de overspelige vrouw, inmiddels gescheiden, de Vlaamse schrijver... Hugo Claus. En wat gebeurde? Claus' biograaf Freddy de Vree (producent bij BRT-3; de biografie verschijnt bij De Bezige Bij) kwam naar de uitgeverij om te overreden het boek niet uit te geven. ‘Sindsdien durft geen één krant of blad het dit boek te bespreken,’ zegt Weverbergh. ‘Ze huiveren allemaal voor de Godfather van de Vlaamse literatuur.’ Hugo Claus weet van het optreden van De Vree, maar ontkent hem daartoe te hebben aangezet. Claus had het manuscript gelezen voordat het aan een uitgever werd aangeboden (enkele uitgevers zouden het hebben afgewezen), en zijn schoonzuster zelfs geholpen met wat verbeteringen. Hij ontkent een verhouding met haar te hebben gehad: ‘Wensdromen zijn het, van een vrouw die na haar pensionering niets beters heeft te doen.’ Audrey de Vlieger: ‘Bij mijn eerste roman heeft hij het manuscript nagezien, maar Gesneden Brood heeft hij nooit onder ogen gehad. Ze hebben gegokt: als het autobiografisch is, gaat het vast over onze tien jaar lange verhouding. Een leugenaar blijft een leugenaar, daar gaat mijn roman ook over.’
Ontwerper Joost Veerkamp heeft ook een conflict, maar het is hem niet duidelijk met wie. Hij maakte een poster voor de film De Avonden in opdracht van René Solleveld, één van de producenten, waarvoor hij werd betaald door distributeur Concorde Film. Dat hij ontevreden was over de drukkwaliteit van de poster is al uitgemeten in de landelijke pers, maar dat was niet het enige. Halverwege de ontwerpfase had Solleveld hem gevraagd of hij een dia van zijn ontwerp kon leveren aan de bioscoop Molenstraattheater in Wageningen, die al acht jaar een filmposter-kalender uitgeeft. Is dat voor de handel? vroeg Veerkamp. Nee, had Solleveld hem gezegd, ‘voor zover ik kan beoordelen’ is het voor de promotie van de film in het algemeen. Een ideëel doel dus - de kalender zou gratis worden uitgedeeld in kazernes. Een week later, nog voordat de poster was gedrukt, lag de kalender al in de boekhandel (te koop voor f 25, er werd zelfs mee geadverteerd) met de opdruk ‘met dank aan Concorde’. Hoe zit dat met mijn royalties? vroeg Veerkamp. René Solleveld: ‘Ik weet er het fijne niet van. Het was me gevraagd door Concorde. Ik ging er van uit dat het voor een ideëel doel was. Wij verdienen er geen cent aan en Concorde ook niet.’ Gerben Kuipers, directeur van Het Molenstraattheater: ‘Bij ons moet Veerkamp niet zijn. Wij krijgen de posters van de distributeur, ze worden altijd gratis geleverd, anders is het niet betaalbaar. Er zijn geen afspraken over royalties. Je moet je er niet druk over maken want als De Avonden er niet op stond was de kalender ook goed verkocht.’
Op 19 en 20 december brengt het Amsterdamse veilinghuis Van Gendt een eerste druk van De Avonden van Gerard Reve onder de hamer. Het boek verscheen in 1947, de auteur noemde zich nog Simon van het Reve en de uitgever was nog De Bezige Bij. Van die eerste druk waren twee of drie exemplaren (de uitgever weet het zelf niet meer) gebonden in een kaft van perkament, en één daarvan werd officieel overhandigd aan Reve, met een opdracht door de directie op een van de schutbladen (Victor van Vriesland en Geert Lubberhuizen schreven er ook een handtekening bij). Jaren later had de auteur geld nodig en verkocht het boek. Met kennelijk historisch besef schreef hij naast alle andere krabbels: ‘Thans voor grof geld aan Johan B.W. Polak afgestaan op 9.9.1964. Gerard K. van het Reve’ (zo noemde de schrijver zich inmiddels). In kleine kring wordt voor eerste drukken al lang ‘grof geld’ betaald, maar met zo'n tekst verwacht het veilinghuis dat het boek tenminste 12.000 gulden zal opbrengen. Bij van Gendt weet niemand hoeveel er werd betaald door Johan Polak, ex-uitgever (Athenaeum, Polak & Van Gennep), ex-boekhandelaar (Athenaeum, in Amsterdam) en erudiet, en Polak weet het ook niet meer precies: ‘Misschien driehonderd gulden. In elk geval veel, in die tijd werd je er al op aangekeken als je meer dan een tientje uitgaf in een restaurant. Twee jaar geleden gaf ik het boek weg aan iemand die in geldnood zat, en die heeft het weer doorverkocht.’ Had hij geen emotionele band met het boek? ‘Het was een offer, emotioneel bedoel ik, want ik geef niet veel om geld. Ik wist wel dat het aardig wat waard was, maar 12.000? Nee, nooit gedacht.’ Dat moet het overigens nog wel opbrengen. Op een tentoonstelling van eerste drukken en andere collector's items van het Amsterdamse antiquariaat Schuhmacher, in november, werd voor 3.200 gulden een eerste druk aangeboden van Gezicht op Kerstmis en andere geestelijke Liederen, van Gerard Kornelis van het Reve (in eigen beheer uitgegeven in 1965). Er staat zelfs een dertien-regelige opdracht in van Reve aan de dichter J.C. Bloem, maar het boek is nog steeds niet verkocht. De kijkdagen bij Van Gendt (Overtoom 197), waar onder meer de bibliotheken van Nobelprijswinnaars P. Zeeman en H. Lorentz worden geveild, zijn op 15, 16 en 17 december.
Een onverwacht groot succes, die eerste maandelijkse boekenlunch op 9 november in het Amsterdamse hotel Barbizon Centre. ‘Onze target was dertig man,’ zegt de pr-manager van het hotel, en er kwamen er vijfenzeventig, van wie vijfendertig journalisten. Die eerste keer was Maarten 't Hart de auteur om wie de lunch draaide en de bedoeling was dat er elke maand een auteur zou aanschuiven. Het liep anders. De tweede lunch is op 21 december en het middelpunt is ditmaal een boek, en wel het ‘boek van de maand december’, als zodanig gekwalificeerd door Michel van der Plas, Martin Ros, Robbert Ammerlaan en Emmy Huf. Zij kozen het Guinness Book of Records, en hopen op een record-aantal betalende toeschouwers, want de Nederlandse uitgever (Kosmos/Veen) heeft volgens het persbericht Fanny Blankers-Koen uitgenodigd en ‘alle in Nederland woonachtige recordhouders’ geïnformeerd over de lunch. Dit laatste is een klein leugentje. Dat zouden er namelijk ‘een paar duizend’ zijn, volgens Karin Melssen, de redactrice van het Nederlandse Guinness Book. Er zijn maar honderdtwintig mensen aangeschreven, onder wie enkelen in België.
Boekblad, het vakblad voor de Nederlandse boekhandel, kan geen nieuwe hoofdredacteur vinden. Er is geadverteerd in NRC Handelsblad en de Volkskrant, in De Journalist en in Boekblad zelf, maar bij de ongeveer twintig sollicitanten zat niet die éne kandidaat die, aldus redactrice Charlotte Pennink, ‘beschikt over de combinatie van grote journalistieke ervaring en vakinhoudelijke kennis’. Daarom wordt er maar niet meer gezocht. Wat nu? ‘Geen idee,’ zegt de redactrice. Voorlopig houdt de redactie alles draaiende, tot de verlossende kandidaat vanzelf opduikt. Joost Nijsen, de huidige hoofdredacteur, vertrekt per 1 januari naar uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. Hij wordt ‘uitgeef-directeur’. |
|