Gedicht
Instrumentarium
voor zijn lichaam houdt de cellist u en strijkt u
Harp uw snaren grijpt de harpenaar en nijpt ze
Dwarsfluit uw fijne kleppen sluit
de fluitist en stuwt uw opening vol met geklaag.
Uw koperen schijf stoot bekken de bekkenslager.
Orgel, hij trekt al uw registers uit
de trappende organist en ontrukt uw gejuich.
Uit: Mirages. Gedichten. Querido, f 19,50.