Metafysica is geen scheldwoord meer
Een bevreemdend lexicon van de filosofie
Een woordenboek van de filosofie door A.R. Lacey Vertaling en bewerking: Peter Wesly, Maarten Doorman en Pieter Mostert Uitgever Bert Bakker, 308 p., f 45,-
Patricia de Martelaere
‘Een’ woordenboek van de filosofie. Subtiele geesten zullen in het uitdrukkelijk gebruik van het onbepaald lidwoord een blijk van bescheidenheid en zelfrelativering willen zien. ‘Een’ zou dan wijzen op het verdraagzame bestaan tussen vele andere, op beperktheid, onvolledigheid en motivatie door een persoonlijke optie. In werkelijkheid zouden we hier wel eens te maken kunnen hebben met een typisch geval van Wittgensteiniaanse ‘Behexung’ door de taal - het verbinden van filosofische conclusies aan het gebruik van bepaalde woordsoorten of categorieën. Nog buiten beschouwing gelaten dat het gebruik van het onbepaald lidwoord in de Engelse titel (hier letterlijk vertaald, misschien met bijbedoelingen) heel wat minder ongewoon en betekenisvol is, bestaat er immers ook Anthony Flews gelijknamige A Dictionary of Philosophy dat de volkomen onbescheiden ambitie heeft een volledig, omvattend en up to date naslagwerk te zijn. Anderzijds droeg Voltaires zeer persoonlijk getinte en absoluut niet wetenschappelijke privé-woordenboek ook niet, zoals we hadden moeten verwachten, de titel ‘Un’ dictionnaire philosophique, maar liet de meester met een onbezwaard gemoed het onbepaald lidwoord vallen. Van de Oostenrijkse autodidact Fritz Mauthner is zelfs bekend dat hij zijn excentrieke, half metafysische, half cynische taalkritiek aanvankelijk wilde bundelen onder de titel ‘Das’ Wörterbuch der Philosophie - op aanraden van vrienden, die vreesden dat de titel aanmatigend kon overkomen, besloot hij het uiteindelijk bij Wörterbuch der Philosophie te laten, ofschoon de toegeving hem nog lang bleef kwellen.
Aan het lidwoord ‘een’ in de titel van onderhavig woordenboek hoeven we dus niet per se een bepaalde conclusie te verbinden, tenzij dan, zoals al gesuggereerd, in de richting van een subtiele zet vanwege de vertalers. Dit vermoeden wordt ook door andere aspecten van deze ‘bewerkte vertaling’ bevestigd, zoals de omslagtekst die een gecamoufleerde verdraaiing is van de oorspronkelijke inleiding, de arbitraire weglating van een aantal oorspronkelijke lemma's en de betekenisvolle toevoeging van (onvermijdelijk veel te weinig) andere lemma's. Wat is er namelijk gebeurd? Een woordenboek dat oorspronkelijk niet zozeer bescheiden als wel beperkt was bedoeld, namelijk als een overzicht van de Angelsaksische filosofie (het had dan ook, in lidwoorden uitgedrukt, beter ‘Het woordenboek van een filosofie’ kunnen heten) is door de vertalers-bewerkers omgezet in een algemeen woordenboek, zij het met bescheiden aspiraties. Het resultaat is een bevreemdend lexicon van termen waarvan de overgrote meerderheid vanuit ons standpunt van continentale filosofie hetzij tot de wiskundige logica hetzij tot verbale Spielerei behoort, en waarvan uiteindelijk slechts enkele ons echt gepast lijken in een filosofisch woordenboek. Schrijft de auteur Lacey in zijn inleiding: ‘Mijn streven is geweest me te beperken tot enkele van de meest gebruikelijke termen en begrippen uit de Angelsaksische filosofie, en de lezer een idee te geven wat deze voor de filosoof betekenen en welke soorten problemen ermee verbonden zijn’, in een advertentietekst van de vertalers worden de woorden ‘uit de Angelsaksische filosofie’ gewoon uit de geciteerde zin weggelaten. De Britse auteur noemt ‘epistemologie en logica’, die de meeste aandacht krijgen in zijn woordenboek, de centrale gebieden voor de filosofie - op de omslagtekst
van de vertalers worden dat in een handomdraai ‘kentheorie, metafysica en filosofische logica’. Het zal inderdaad moeilijk kunnen worden ontkend dat voor de vastelandsdenker niet de logica, laat staan de wiskunde, maar de metafysica van oudsher de ‘fundamentele wijsbegeerte’ is geweest. De Britten - nuchtere empiristen, zoals bekend - hebben altijd bijzonder huiverig gestaan tegenover matafysische constructies, en zo lezen we dan ook onder het betreffende lemma, ietwat tot onze verwondering, dat ‘“metafysica” tegenwoordig geen scheldwoord meer is’. Bij ons is het, integendeel, tegenwoordig misschien niet meer de allerhoogste distinctie.
honore daumier
Om van een specifiek woordenboek een algemeen woordenboek (mét metafysica) te maken, waren uiteraard enige aanpassingen nodig. In een ‘Noot van de vertaler’ verklaart deze dat de bewerking alleen maar ‘ten doel heeft het boek meer geschikt te maken voor de Nederlandstalige lezer’ en verduidelijkt dan wat dit voor hem zoal inhield. Onder de lemma's die werden weggelaten ‘omdat ze een te lokaal-Engels belang hadden’, vinden we echter een hoogst arbitrair lijstje van termen en namen die in helemaal niets blijken te verschillen van de termen en namen die wél mochten blijven. Dat filosofen als Austin, Price, Santayana, Waismann en Wisdom alleen maar een lokaal Engels belang hebben kan, zeker voor wie niets weet van de hele Angelsaksische filosofie, nog aannemelijk lijken, maar dan rijst wel de vraag waarom dit voor Hare, McTaggert, Whewell, Ayer en Strawson niet geldt. En waarom moesten per se de paradoxen van Burali-Forti, van de Ideale Evidentie en van het Voorwoord (die trouwens een hele leuke is) verdwijnen als de minstens even onbenullige paradoxen van de Leugenaar en de Barbier, van Newcomb en Russell, van de Pijl, de Loterij en het Examen, van de Gevangene en de Graankorrel wel mochten blijven staan? Slechts één strategie zou hier de juiste zijn geweest: gewoonweg álle lemma's te schrappen als ‘te lokaal Engels’ en het hele woordenboek rustig in zijn splendid isolation te laten gedijen. Want wat moeten we bijvoorbeeld denken van het lemma ‘Beter’ waaronder te lezen staat: ‘“Beter” is niet altijd beter dan “goed”. Iets kan “beter maar nog niet goed” zijn en het is soms gemakkelijker te bepalen of iets beter is dan iets anders dan of een van beide goed is.’ Voor wie niet weet dat in de Angelsaksische taalanalyse een hele serie artikels is verschenen over deze
merkwaardige comparatief, kan het alleen maar lijken of hier met het filosofisch denken schaamteloos de draak wordt gestoken. En voor wie denkt dat het hierom een werkelijk algemeen woordenboek gaat, kan het alleen maar een zeer vreemd woordenboek blijken.