Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
VN Vrij Nederland
| |
[pagina 2]
| |
Jan Fred van WijnenJohan Neeskens, de grootste voetballer na Johan Cruijff, heeft tijdens zijn carrière veel onthullende interviews gegeven, maar nooit heeft hij beweerd dat Argentinië de wereldtitel van 1978 heeft gekocht. Nu is het zover. Twee maanden geleden begon Neeskens aan zijn autobiografie, die begin volgend jaar wordt gepubliceerd door uitgeverij Centerboek. De oudvoetballer zal niet alleen beschrijven hoe hij, na zijn wereldsuccessen, toch nog gelukkig is als trainer-voetballer van het Zwitserse clubje FC Baar met een hobbelige grasmat tegen een bergwand, hij legt volgens uitgever Willem Jan van de Wetering ook ‘heel overtuigend’ uit hoe de scheidsrechter in de Argentijnse finale werd omgekocht en hoe de helft van de Argentijnse spelers gedrogeerd kon voetballen en tóch niet werd gepakt bij de dopingcontrole. Met de belofte van deze onthullingen heeft Van de Wetering de autobiografie kunnen verkopen aan een Spaanse uitgever en kon hij zich bovendien verheugen in ‘grote belangstelling’ van een uitgever die opereert in Argentinië. Helaas kon Van de Wetering, die wegens ziekte thuis verblijft en als enige bij Centerhoek op de hoogte is van de Neeskens-transacties, zich niet meer herinneren hoe de betrokken uitgevers heten. In de Martin Ros-zin van het woord is Van de Wetering ook bezig met twee televisie-programma's over boeken. Kortgeleden ‘ketsten’ de contracten met de Vara af, maar er is goede hoop dat alles in september 1990 toch nog zal doorgaan. Volgens Kees van Twist, hoofd culturele programma's van de Vara-televisie, was het eerste plan ‘te duur en niet zo goed voorbereid’. Er zouden vooral algemene boeken worden behandeld en in een van de twee programma's moet Boudewijn Büch mede-presentator worden.
Hans Visser, de biograaf van Simon Vestdijk, werd woedend toen hij in Vrij Nederland las dat de Vestdijkkring hem niet wenste als spreker op haar symposia (Ter Zake 21-10-89). Wegens de ‘vernederende opmerkingen’ van voorzitter Harry Bekkering over de kwaliteit van zijn biografie zegde hij zijn lidmaatschap op. Visser was een lid van het eerste uur: ‘In de administratie,’ schrijft hij in zijn bedankbriefje aan het bestuur, ‘kom ik voor onder nummer 7.’ Nota bene steunde de kring hem bij het schrijven van de biografie ‘via een biografie-commissie, waarin naast mijzelf twee leden van het toenmalige bestuur zitting hadden.’ Er is dan ook meer aan de hand, volgens de biograaf, en wel ‘een lang lopende poging van bepaalde zijde van de vereniging om een van haar leden in diskrediet te brengen.’ Eerst zou de kring aan de gepensioneerde neerlandicus Henk Wage hebben gevraagd om de biografie zo negatief mogelijk te bespreken in de Vestdijkkroniek (Wage weigerde, maar Wam de Moor zou wél op het verzoek zijn ingegaan). Daarna wees Rudi van der Paardt, redacteur van de Vestdijkkroniek, een artikel af van Hans Visser en Annelies Zijlstra, redactrice van uitgeverij Veen (die Brieven rond de Vestdijk-biografie publiceerde), omdat het ‘zin voor zin herschreven zou moeten worden’. Maar Annelies Zijlstra, schrijft Visser, is neerlandica en haar dagelijkse werk is het beoordelen van manuscripten. Hoog tijd om deze ‘hetzes’ openbaar te maken. Wist Harry Bekkering eigenlijk dat Hans Visser óók lid was van de Vestdijkkring? Dat wist hij. ‘Heel cynisch’ gesproken is hij blij van ‘een lastpost’ te zijn verlost, maar aan de andere kant vindt hij het jammer dat Visser de zaak zo persoonlijk opneemt. Henk Wage verklaart overigens bijzonder verbaasd te zijn over Vissers onthulling, want er is hem hoe dan ook nooit gevraagd het boek te bespreken.
Als eerste deel van een serie ‘moderne Nederlandse klassiekers’ publiceert de New Yorkse uitgeverij New Amsterdam in december De Koperen Tuin van Simon Vestdijk (‘The Garden where the Brass Band Played’). Begin volgend jaar, vertelt directeur Emile Capouya, publiceert hij één bundel de novelles Lijmen/Het Been en Dwaallicht van Willem Elsschot (‘Soft Soap/The Leg’ en ‘Will-o'-the-Wesp’). Daarna, als het lukt, volgen er boeken van Louis Paul Boon, E. du Perron en Slauerhoff. De uitgever van Elsschot, Querido, blijkt van niets te weten.
De Faculteit voor Informatie en Communicatie (voorheen Frederik Mulleracademie) in Amsterdam, had dit jaar 49 studenten op de Frankfurter Buchmesse rondlopen. Ze hebben allerlei opdrachten uitgevoerd voor, onder meer, uitgeverijen die niet naar Frankfurt konden komen. De meeste uitgevers willen onbekend blijven, maar uitgeverij De Harlekijn (van Herman van Veen) wilde wel meedelen dat er een studente op uit is gestuurd om kopers te zoeken voor hun pas verschenen jeugdboek Eet jouw Dokter ook Patat, van het artsenechtpaar Schretlen. Zonder succes, vertelt Trude van Waarden van De Harlekijn. Het was de studente erg moeilijk gebleken om gesprekken aan te knopen, zonder dat er al vóór de beurs afspraken waren gemaakt. Het kostte De Harlekijn maar 150 gulden.
Net nu iedereen dacht dat het niet meer zou gebeuren, doen ze het weer. Drie jaar geleden onthulde Max Pam (VN 15-3-86) dat de bestuursleden van het Fonds voor de Letteren het geld waarmee ze hun collega's moesten subsidiëren, in opvallende hoeveelheden aan hun vrienden en aan zichzelf uitkeerden. De meest geslepen regent was de dichter Peter Nijmeijer, die in elf jaar bijna 250.000 gulden had opgestreken (Nijmeijer zit niet meer in het bestuur, maar kreeg vorig jaar nog wel 32000 gulden als werkbeurs en ruim 3000 gulden als ‘aanvullend honorarium’ voor de vertaling van een dichtbundel - bijna het dubbele van zijn jaargemiddelde). Volgens Els de Groen, jeugdboekenschrijfster, is er een nieuwe Nijmeijer opgestaan. Hij heet Dolf Verroen, schrijver van kinderboeken en lid van de commissie die werkbeurzen uitdeelt - dezelfde Verroen die een Zilveren Griffel won terwijl hij zelf in de Griffeljury zat (1981). Els de Groen heeft uitgerekend dat de beurzen en andere honoraria van alle jeugdboekenschrijvers daalden met bijna tien procent, terwijl die van Verroen twee jaar lang steeg met vijftig procent. ‘Onzin,’ zegt Verroen, ‘ik heb jarenlang niets aangevraagd en nu, met de teruglopende verkoop van mijn boeken, weer wel.’ Andere jeugdboekenschrijvers, zegt Verroen, zijn helemaal niet achteruitgegaan. Els de Groen ging drie jaar geleden naar de beroepscommissie van het Fonds omdat haar een werkbeurs werd geweigerd voor Het Jaar van het Goede Kind, dat zij samen met de Rus Eduard Uspenski had gescheven en dat ook in Rusland is verschenen. ‘Wat moet je met een Rus,’ had Verroen haar door de telefoon gezegd, ‘ik vind dat niet nodig.’ Vroeger kreeg ze ook nog wel eens aanvullende honoraria, maar sinds haar samenwerking met de Rus was ook dat afgelopen. ‘Ze haalt in haar drift wat dingen door elkaar,’ zegt Verroen. ‘Het had niets te maken met de werkbeurs. Ik had terloops gezegd dat ik het onzin vond voor iemand die geen Russisch spreekt om zo'n Russisch projekt op te zetten.’ De commissie kon zich niet overtuigen van Verroens vooringenomenheid zonder de notulen van het bestuur te hebben gelezen, dus werd Els de Groen verwezen naar de Raad van State om openbaarmaking van de notulen te eisen. In een soort tussenprocedure moest ze zich wenden tot de minister van WVC, en nadat die zijn verantwoordelijkheid voor het Fonds ontkende, vroeg ze de Raad van State ook om een principiële uitspraak over de verantwoordelijkheid van de minister. Intussen voert ze een energieke lobby in de Tweede Kamer (haar voornaamste doelwit is Aad Nuis, D'66). De verhouding met het bestuur werd er niet beter op toen bleek dat zij telefoongesprekken met de juriste van het Fonds, Maria Leyten, op de band had opgenomen. Secretaris Sylvia Dornseiffer liet daarop per brief weten dat het bestuur nooit meer telefonisch contact met haar wilde hebben (Sylvia Dornseiffer vertelt overigens dat ze zich daar niets meer van herinnert, en dat Els de Groen te allen tijde kan bellen). Het laatste bedrijf was op 2 november. Het Fondsbestuur liet weten dat het niet zou terugkomen op het besluit van 19 oktober, om geen aanvullend honorarium te geven voor haar boek De Olifanteruiter.
De Engelse uitgever die wellicht Het Literaire Leed van tekenaar Peter van Straaten zal uitgeven heet niet The Fourth Dimension, zoals vermeld in Ter Zake van 4 november, maar The 4th Estate. |
|