Nu eens hymnisch, dan weer elegisch
Brochs ‘De dood van Vergilius’, roman van een eclectisch denker
De dood van Vergilius door Hermann Broch Vertaling Anneke Brassinga Uitgever Ambo, 503 p., f 55, -
Wil Rouleaux
Van de Romeinse dichter Vergilius (70-19 v. Chr.) is bekend dat hij een uiterst veelzijdig man was. Behalve man van de pen was hij arts en hield hij zich bezig met wiskunde, astronomie en filosofie. Vergilius was verder een uitgesproken ethisch denker, die van de literatuur meer verlangde dan schoonheid en ontroering alleen. Zijn twijfel aan de zin van de literatuur bracht hem er bijna toe om zijn onvoltooide levenswerk Aeneïs te vernietigen.
De Oostenrijkse schrijver Hermann Broch staat eveneens bekend als een uiterst veelzijdig man. Hij was het prototype van de poeta doctus; hij had filosofie, wiskunde en kennisleer gestudeerd. Ook hij was een uitgesproken ethisch denker en heeft, net als zijn Romeinse vakbroeder, levenslang getwijfeld aan de zin van de literatuur.
In de jaren dertig verdiepte Broch zich intensief in het leven en werk van Vergilius. Dit leidde in 1937 tot Die Heimkehr des Vergil, een korte novelle van amper vijftien bladzijden die in een notedop al veel motieven bevat van Brochs latere grote roman Der Tod des Vergil. De persoon van Vergilius zou Broch voorlopig niet meer loslaten. Onverstoorbaar schreef hij jarenlang verder aan zijn steeds uitdijende manuscript, ook toen hij in 1938 door de in Oostenrijk binnenrukkende nationaal-socialisten voor enige tijd werd gearresteerd. Via Engeland kon Broch uitwijken naar de Verenigde Staten, waar hij in tomeloze ijver tot aan 1945 zou schaven aan wat zijn belangrijkste roman genoemd mag worden. Een roman waarmee hij, meer nog dan met zijn eerder verschenen trilogie Die Schlafwandler, naar veler mening een plaats verdient naast Joyce, Proust, Musil en de andere grote schrijvers van deze eeuw.
In De dood van Vergilius beschrijft Hermann Broch de laatste achttien uur uit het leven van Vergilius. De Romeinse dichter was volgens de overlevering op zijn vijftigste jaar naar Athene gereisd. Hij was ernstig ziek en bevond zich in een diepe creatieve crisis: zijn onvoltooide epos Aeneïs wilde hij vernietigen. Keizer Augustus zou het gelukt zijn om Vergilius tot een terugtocht naar Italië te bewegen en om bovendien het manuscript van de Aeneïs te redden.
Broch beschrijft in een lange innerlijke monoloog (hoewel verteld in de derde persoon) de laatste uren van Vergilius, vanaf zijn aankomst in de haven van het Italiaanse Brundisium tot aan zijn dood op de daaropvolgende middag. De vier lange hoofdstukken van de roman dragen de titels van de vier grondelementen water, vuur, aarde en ether en van de symbolische stadia aankomst, afdaling, afwachting en thuiskeer.
Het eerste hoofdstuk handelt over Vergilius' aankomst, die gelijktijdig plaatsvindt met de aankomst van de meegereisde keizer Augustus, voor wie het volk massaal is uitgelopen. De zieke dichter wordt op een draagstoel naar een afgelegen gedeelte van het paleis van de keizer gebracht, waar hij mag herstellen. De tocht daarheen voert dwars door de uitbundige mensenmassa en langs proletarische steegjes, een ambiance die een nadrukkelijk contrast vormt tot het plechtige isolement van de dichter.