Ambulante wetenschappen
In 1985 werd te Amsterdam de Stichting BILWET opgericht. Dat klinkt als een belangenorganisatie voor strenge meesteressen, maar in feite staat de afkorting voor: Stichting ter Bevordering van Illegale Wetenschappen. De Stichting organiseert colleges en lezingen en doet onderzoek. Dit alles vindt plaats in louche achteraf-lokalen of gratis beschikbaar gestelde gemeenschapsruimten. Welk lid van de Stichting de presentatie zal verzorgen, blijft immer tot op het laatste moment in het ongewisse. De onderwerpen van studie lopen uiteen van ‘situationisme’, en ‘amok’ tot Rambo, Baudrillard, dinosaurussen en Kuifje. Een woordvoerder liet mij weten, dat men bezig is de door het Nut-circuit achtergelaten leegte op te vullen. Radio 100 zond onlangs een portrettengalerij van aan de stichting verbonden wetenschappers uit. Deze serie is heden om onduidelijke redenen onderbroken. Na de uitgave van Het Beeldenrijk, een boek over stralingsangst en ruimteverlangen (met veel foto's) heeft de Stichting BILWET nu het eerste Jaarboek van de onder haar auspiciën opererende Academie voor Ambulante Wetenschappen het licht doen zien. Arcade (nr. 1, 1989) ziet er fraai uit. Op het omslag staat een foto van de afbraak van de uit 1900 daterende Deansgate Arcade in Manchester. Ook de in het jaarboek zelf opgenomen illustraties zijn van een bewonderenswaardige treurigheid. Het motto dat aan het eerste nummer van Arcade is meegegeven luidt: ‘Denken is niet voldoende: men moet aan iets denken’ (Jules Renard). De contribuanten hebben ieder op eigen wijze getracht aan deze mooie opvatting inhoud te geven. Het past waarschijnlijk in de filosofie van de Academie dat de verschillende auteurs geen uniforme spelling hanteren. Vermoedelijk leven ze ook allen in een verschillend syntactisch tijdvak. Maar een kniesoor die daarop let. Basjan van Stam schreef over ‘De redelijkheid
van het uniform’. Hij behandelt onder koppen als ‘Hitler over mode’ en ‘Plato en sportswear’ de houding van enkele invloedrijke filosofen en maatschappijhervormers tegenover het verschijnsel kleding. Arjen Mulder verschafte een voorpublikatie uit een voor 1990 gepland boek over Wenders, Riefenstahl en Schwarzenegger. André Tuinier wijdt een doorwrochte en niet al te optimistische beschouwing aan het verschijnsel spontane moordwoede, zoals geopenbaard in het geval van Patrick Purdy, een jongeman die in januari 1989 zonder enige duidelijke reden met een semi-automatisch geweer een schoolplein vol kinderen onder vuur nam. Tuinier plaatst het gedrag van Purdy tegen de achtergrond van de algehele obsessie met geweld, wapens en zelfverdediging in de Verenigde Staten. In de jaren 1984 en 1985 stierven in dat land 62.897 mensen aan verwondingen door vuurwapens. Een aantal dat groter is dan het dodental aan Amerikaanse zijde gedurende de hele oorlog in Vietnam. Een ander interessant artikel is dat van Lex Wouterloot, die de stelling poneert dat defensiedeskundigen zich beroepsmatig het liefst aan de zijde van de overwinnaar van een gewapend conflict scharen, terwijl juist het perspectief van de verliezer een realistischer kijk oplevert. Immers: in oorlogssituaties gaat er altijd veel meer mis dan er volgens plan verloopt. In zekere zin is iedere oorlog een experiment met nieuwe wapensystemen en hangt, zelfs in een tijd van ruimteoorlog, zeer veel af van het vermogen tot strategisch improviseren. In de getuigenissen van Argentijnse dienstplichtigen die de Falkland-oorlog overleefden, vindt Wouterloot verbijsterende illustraties voor zijn stelling. De totale incompetentie van het kader leidt tot toestanden waar niemand op was voorbereid. Arcade is te verkrijgen voor f 27,50, in de betere boekhandel of via Uitgeverij Ravijn, Postbus 16729, 1001 RE Amsterdam.
NM
Aan deze pagina werkten mee: Atte Jongstra, Nick Miedema, Diny Schouten.