Carel Peeters
Monologue intérieur
dirk huyghe
Vijfenzestig gulden! Dát is een boel geld. Wat je daar allemaal niet voor kunt kopen. Vijfenzestig repen chocolade, als je een groot liefhebber bent. Die vulpen, was die niet vijfenzestig gulden? Die heb je er zo uit. Met zo'n pen schrijf ik het ene artikel na het andere. Hoeveel brood kun je wel niet kopen voor vijfenzestig gulden? Zoveel kun je niet eens opeten. Tegen de tijd dat je vijf broden op hebt is de rest bikkelhard. En melk. Je kunt wel vijftig liter melk kopen voor vijfenzestig gulden. En Coca-Cola. Ik geloof dat er wel meer dan vijftig colaflesjes uit vijfenzestig gulden gaan. Die kun je bovendien geruime tijd bewaren. Het is een boel geld. Als je zoveel geld hebt zit je goed. Dan wordt het al moeilijk er een bestemming voor te vinden, zoveel keus heb je. Het is dat ik nu net met Ach Europa! in mijn handen sta en dat ik het moeilijk vind om het neer te leggen. Vijfenzestig gulden. Je zou in staat moeten zijn er een stropdas voor te kopen. Iedereen draagt tegenwoordig weer een stropdas, behalve Enzensberger. Vijfenzestig gulden is in zekere zin een lichtzinnig bedrag, het roept vreemde verlangens op. Het klinkt als een Arbeiderspers-bedrag. Voor een beetje dik deel Privé-domein betaal je zo vijfenzestig gulden. Dan heb je natuurlijk wel wat. IJs! Nu het maar zulk mooi weer blijft. Hoeveel Italiaanse ijsjes (Malaga!) gaan er wel niet in vijfenzestig gulden? Ik denk toch gauw dertig. Wat een getal! Die zal je allemaal tegelijk in handen krijgen. Een ijsboeket. Ik kan natuurlijk ook eens de versnelling van mijn fiets laten maken. Altijd op de zware versnelling hoeft nu ook weer niet. Of ik kan eindelijk die rooie fietstassen voor Boudewijn Büch kopen, daar wacht hij nu al twee jaar op. Dan hoeft hij niet meer met die eeuwige plastictasjes op pad. Fietst hij eigenlijk nog wel? Ik zie hem nooit meer. Hij zal inmiddels wel aan de taxi zijn. Taxi's! Daarvoor is vijfenzestig gulden niks. Dat is gelijk de andere wereld.
Maarten 't Hart gaat nooit met een taxi. Die geeft zijn geld aan boeken uit. Vijfenzestig gulden voor een boek is voor hem geen bedrag. Dat spaart hij gewoon door niet met taxi's te gaan. Is de Duitse editie van Ach Europa! niet veel goedkoper? Het moet een genot zijn om Enzensberger in het Duits te lezen, dat proza kan niet stuk. Wat dat betreft is het net Heine. Is Enzensberger eigenlijk niet een soort late broer van Heine? Het moet gek lopen wil ik dat niet kunnen aantonen. Het brengt je wel op ideeën die vijfenzestig gulden. Nóg een jaarabonnement op een literair tijdschrift. Het is dat ik Raster al heb, anders deed ik dat. Daar staat ook regelmatig iets van Enzensberger in. Dan heb ik twee vliegen in één klap. Wat kostte dat arrogante overhemd ook weer? Ik mag een boon zijn als het geen vijfenzestig gulden was. Dat kost een behoorlijk overhemd tegenwoordig. Arrow. Arrowgance. Tijdsbewuste woordspeling. Boeiend merk, interessante prijs. Vroeger had je mooie overhemden. Nu ook wel, maar dan betaal je meer dan vijfenzestig gulden. Dan moet je al gauw aan het dubbele denken. Zelfs je geheimste verlangens spelen op bij vijfenzestig gulden. Het is een psychoanalytisch bedrag. Wat zou nu een zitting kosten bij een pschoanalyticus? Dan kun je nog beter een boek kopen dat desnoods vijfenzestig gulden kost. Een paar jaar geleden had je ook zoiets met een vertaald boek van Naipaul. Ook vijfenzestig gulden. Er is zeker iets speciaals met dat bedrag. Toch ga ik door de knieën, dat voel ik. Ik sta hier niet lang meer. Mijzelf wil weg, mét boek. Dat hoofdstuk over Portugal waar Cyrille Offermans het indertijd over had. Drie pagina's Enzensberger over een tram (‘Eléctrico’) in Lissabon en je wist alles van Portugal. En die ‘monsignore’ met zijn prachtige verhandeling over de ‘topografie van de tijd’. Bij de Amazone is het 1935. In Mecklenburg is het
1958. In Portugal is het hier 1972, daar 1852 en weer ergens anders, achter de bergen, 1492. Vijfenzestig gulden! Het is wel meer dan vierhonderd pagina's, dat moet gezegd. Het is niet een van die dunne boekjes. Je kunt er wel vijf keer voor naar de film. Maar dat kost je dan wel vijf avonden, want vóór de film doe je niks, na de film al helemaal niet. Zo gezien spaart het ook nog tijd. Mag ik de kenners geloven dan hou je niet op, al kost het je je nachtrust. Een reisboek? Zou het zo Reve-goed zijn? Dat je er niet door gaat slapen? Ik kan natuurlijk met een cheque betalen. Een zes en een vijf naast elkaar, dat voelt niet als vijfenzestig gulden. Het is altijd wel een heel gedoe, het uitschrijven van een cheque. Als ik met honderd gulden betaal krijg ik toch zeker vijfendertig gulden terug. Misschien moet ik dat maar doen. Of zouden ze zich bij De Bezige Bij vergist hebben? Dat ik daar niet eerder aan gedacht heb. Waar ik ook niet aan gedacht heb: het schijnt dat als je het boek van Enzensberger gelezen hebt je alle andere boeken over het komende Europa kunt overslaan. Dat is ook niet mis. De voordelen stapelen zich wel op. Het begint economisch te worden. Straks betaal ik vijfenzestig gulden en krijg ik voor honderden guldens waar en voordelen in huis. Ik zou gek zijn als ik het niet deed.