Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Hans Bouman & Ed van EedenOp donderdag 14 september was de presentatie van de bekroonde inzendingen van Best Verzorgde Boeken van 1988, die nog tot 29 oktober te zien zullen zijn in het Stedelijk Museum. Verdeeld over zes rubrieken selecteerde de jury tweeënveertig titels. Opvallend was dat daaronder drie inzendingen waren waarvoor leden van de vijfkoppige jury verantwoordelijk waren. Vormgever Karel Treebus kreeg zowel een prijs voor Steden en hun verleden. De ontwikkeling van de stedelijke samenleving in de Nederlanden tot de negentiende eeuw als voor de herziene herdruk van zijn Tekstwijzer. Gids voor het grafisch verwerken van tekst. En met de verkiezing van Kinderboeken van het jaar/Gouden Griffel 1954-1988 eerde de jury niet alleen medejurylid en drukker Cor Rosbeek, maar ook de organisator van het Best Verzorgde Boekengala, de CPNB. Juryvoorzitter Niek Smaal geeft toe dat de prijsuitreiking een reden kan zijn van ‘makkelijke kritiek’: ‘De reglementen laten het toe dat werk van juryleden wordt bekroond, en u kunt gerust zijn, want Treebus ging gewoon de kamer uit, als er over zijn boeken werd gepraat. Ja, na afloop hoorde hij natuurlijk wel wat het geworden was. Kijk, het probleem is dat er zo weinig deskundige mensen voor zo'n jury te vinden zijn die niet zelf ook aan boekproduktie meewerken.’ Belangrijker dan de kwestie van de jurering vindt Smaal het feit dat ook in dit derde Best Verzorgde Boeken-jaar het streefgetal van vijftig geselecteerde niet gehaald is: ‘Het aanbod aan echt mooie boeken is klein, en wordt altijd door dezelfden gemaakt. Alleen bij kunstboeken gebeurt nog iets, al worden die bijna per definitie niet-commercieel en met subsidie geproduceerd. Wat dat aangaat heb ik een redelijk hard hoofd in de kwaliteit van het Nederlandse boek.’
Voordat Julien Weverbergh uitgever werd, was hij journalist, en werkte hij onder andere als Vrij Nederland-correspondent in Roemenië. In oktober laat hij over dat land bij De Prom een zwartboek verschijnen onder de titel Nacht in Roemenië. Feiten, relazen, getuigenissen en cartoons, samengesteld, toegelicht en vertaald uit het Roemeens door Julien Weverbergh, met een voorwoord van Eugène Ionesco. De dag nadat Weverbergh in het populaire Vlaamse radioprogramma Het Vermoeden blijk had gegeven van zijn voornemen dit boek te publiceren werd hij gebeld door de afdeling Terrorismebestrijding van het Belgisch ministerie van Binnenlandse Zaken, die de schrijver-uitgever ernstig waarschuwde voor aanslagen van Securitate, de Roemeense politieke politie die steeds actiever wordt in het buitenland. Inmiddels zijn beschermende maatregelen genomen. Merkwaardigerwijs lijkt de naam van de Roemeense geheime dienst sterk op die van een deze week bij Weverberghs uitgeverij Hadewych verschijnend boek dat ook politieke moeilijkheden veroorzaakt: Securitas Belgica, van Hugo Coveliers. De Volksunie-parlementariër Coveliers is het meest spraakmakende lid van de senaatscommissie die het banditisme in België onderzoekt. Zijn boek is één grote aanklacht tegen de Rijkswacht, de militair opgezette gendarmerie die banden blijkt te hebben met de georganiseerde misdaad. Vorig jaar juni, nadat Coveliers zijn eerste verklaring aflegde over de Belgische politieschandalen, werd er in zijn huis ingebroken. Er werd niets gestolen en de Rijkswacht hield het erop dat de politicus de inbraak zelf had geënsceneerd. Toen hij in mei van dit jaar de tekst van zijn boek had ingeleverd bij Hadewych, volgde ook op de uitgeverij een inbraak. Daarbij werd eigenlijk alleen de manuscriptenkast grondig doorzocht. Coveliers boek was toen echter al naar de drukker. Opzet is niet te bewijzen, maar Coveliers heeft zijn verdenkingen: ‘Ik stel vast dat in de uitgeverij nog nooit was ingebroken, dat in die buurt weinig inbraak is en dat er in het weekeind nadat ik mijn boek heb afgegeven een diefstal wordt gepleegd waarbij alleen voor de vorm wat geld verdwijnt. De Rijkswacht is bang voor mijn boek, dat is zeker, omdat ik wil dat hun afgeschermde status wordt aangepakt. De Rijkswacht staat op zichzelf, verschanst zich in kazernes en is alleen via de generaal verantwoording schuldig aan drie ministers tegelijk. En dat terwijl er in ieder geval van de voorgaande generaals op zijn zachtst gezegd eigenaardige feiten bekend zijn. Ja, ik denk inderdaad dat ze me in de gaten houden. Er is een goede kans dat bijvoorbeeld dit telefoongesprek wordt afgeluisterd, al wordt er in België officieel niet afgetapt. Ze hebben er tenslotte het materiaal voor.’
Het dagblad Trouw start in de kunstbijlage van deze week met een nieuwtjesrubriek. Eindredactrice Anita Löwenhardt kan nog slechts vertellen dat de rubriek Over en uit zal gaan heten, maar weet nog niets concreets over de invulling van de formule: ‘Ik wil niet echt een roddelrubriek, maar meer het kunstnieuws in de marge behandelen en sommige merkwaardige zaken aan de kaak te stellen. Het gaat me dus minder om de mannetjes en vrouwtjes dan om gekke dingen die er in de kunst aan de hand zijn.’ Wellicht vergaat het Over en uit beter dan de vergelijkbare rubriek Rumoer in de Volkskrant, want die is juist deze maand ingekrompen tot een enkele kolom.
Jeroen Brouwers zal op 15 december niet aanwezig zijn bij de uitreiking van de Bordewijkprijs, die hem is toegekend voor zijn roman De zondvloed. Brouwers accepteert de prijs wel, maar voelt zich niet zodanig vereerd dat hij een reis naar Den Haag de moeite waard acht. Hij was immers eenentwintig jaar geleden ook al laureaat van deze prijs, toen nog Vijverbergprijs geheten, die hij ontving voor de roman Joris Ockeloen en het wachten. ‘Het lijkt erop dat de jury vergeten was dat mij de prijs al eens is toegekend, want het is toch merkwaardig om voor mijn dikke roman De zondvloed dezelfde onderscheiding te krijgen als voor mijn romandebuut,’ aldus Brouwers. ‘Alsof ik een kringetje moest rondlopen! Misschien is het bedoeld als troost omdat die hele AKO-geschiedenis aan mij voorbij is gegaan. De zondvloed werd daarvoor niet eens genomineerd, wat mij nauwelijks kan verbazen als ik zag wie er in de jury zaten. Die jury is toen klaarblijkelijk begonnen met alle eventueel in aanmerking komende boeken van tafel te vegen. Niet alleen die van mij, maar ook die van Reve, Mulisch, Armando, Krol, Van der Heijden en noem maar op.’ Brouwers heeft de secretaris van de Jan Campert Stichting, A.P. Spijkers, ‘in zo hoffelijk mogelijke bewoordingen’ verzocht het geldbedrag over te maken aan zijn dochter. Inmiddels is de jury van de AKO-prijs voor 1990 bekend geworden. Naast de vorige week al genoemde schrijfster Renate Dorrestein, zijn dat oud-Vendex-topman Arie van der Zwan (voorzitter), emeritus hoogleraar algemene literatuurwetenschap Sem Dresden (universitair afgezant), de Vlaamse criticus Leo Geerts en Rudi Wester, als critica/publiciste onder andere verbonden aan Vrij Nederland, Trouw en Opzij.
In Rotterdam, de stad van Poetry International, zal begin volgend jaar een Jazz & Poetry Festival worden georganiseerd. In het weekend van 23 en 24 februari treden in het jazzcentrum Thelonius onder anderen op: J. Bernlef, Remco Campert, Simon Vinkenoog, Richter Roegholt, Jules Deelder en Ger ‘sax’ van Voorden, de jazzdichters Ulrich Jeltema en Paul Middellijn, de klankpoëet Jaap Blonk, alsmede verschillende jazz-ensembles. Het geheel is georganiseerd door Cyriel Pluijmakers die ooit afstudeerde op het fenomeen jazzpoezie. Pluijmakers: ‘Onder jazzpoëzie valt alle poëzie waarin op de een of andere manier wordt verwezen naar jazz. Een bekende song, een standard, een naam. In Nederland zijn zo'n tweehonderd jazzgedichten geschreven, afkomstig van ongeveer vijftig dichters.’ Enkele jaren geleden publiceerde Albert-Jan Govers bij Elsevier de bloemlezing Jazz in poëzie. Deze is inmiddels uitverkocht. Het is de bedoeling dat er rond 23 februari een nieuwe bloemlezing zal verschijnen. |
|