Lessen in nucleaire vrede
Paul Nitze als meester van het spel
The Master of the Game Paul Nitze and the Nuclear Peace door Strobe Talbott Uitgever Knopf, 416 p. Importeur Van Ditmar, f 49,10
Danger and Survival Choices about the Bomb in the First Fifty Years door McGeorge Bundy Uitgever Random House, 735 p. Importeur Van Ditmar, f 61,40
Cees Wiebes
Wie kent hem niet, de Silver Fox die al gedurende veertig jaar voortdurend opduikt bij allerlei onderhandelingen tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie over wapenbeheersing en ontwapening. We hebben het uiteraard over de inmiddels eenentachtigjarige Paul Nitze die als onderhandelaar of presidentieel adviseur actief is geweest voor bijna alle Amerikaanse regeringen sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Na eerdere degelijke publikaties zoals Endgame (1979) over de nucleaire diplomatie tijdens de SALT II-onderhandelingen en zijn Deadly Gambits (1984) over de INF-besprekingen, komt Strobe Talbott nu met een nieuwe diepgravende studie: The Master of the Game. Een studie waarin deze redacteur diplomatie van het Amerikaanse weekblad Time Magazine vooral ingaat op de invloed van het debat over het Strategisch Defensie Initiatief (SDI) op de onderhandelingen over wapenbeheersing tussen Moskou en Washington tijdens de periode-Reagan.
Als een rode draad loopt echter in Talbotts studie de loopbaan van Nitze die zijn carrière in 1944 begon als adviseur bij de United States Strategie Bombing Survey. Dit team moest de resultaten van de geallieerde strategische bombardementen op Duitsland en Japan bestuderen. Als lid van hetzelfde team zou hij later de gevolgen van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki onderzoeken. Van dichtbij maakte Nitze de enorme verschrikkingen mee van het atomaire geweld. Desondanks ontwikkelde hij zich in de jaren vijftig tot een duidelijke voorstander van de nucleaire afschrikking en zijn reputatie van ‘havik’ werd dan ook in die jaren definitief gevestigd.
Zo is Nitze een van de belangrijkste auteurs geweest van het meest geruchtmakende naoorlogse beleidsdocument over de Amerikaanse buitenlandse politiek, NSC 68. Het document stelde dat de Verenigde Staten waar ook ter wereld de leiding en het initiatief moesten nemen om de vermeende Sovjet-expansie in te dammen. NSC 68 riep derhalve op tot een enorme opbouw van de Amerikaanse nucleaire en conventionele militaire middelen.
Paul Nitze met Kennedy in 1960
Nitze met Schultz en Sjevardnadze in 1987
Zijn collega George Kennan moet diep geschokt zijn geweest toen hij het document voor het eerst onder ogen kreeg. Desondanks kon Kennan niet verhinderen dat NSC 68 tot beleidspunt werd gemaakt voor de politiek die Washington moest gaan voeren. Sommige Amerikaanse politicologen beweren zelfs dat dit document nog steeds als richtsnoer dient bij de bepaling van het beleid.
NSC 68 was het visitekaartje van Nitze en diens harde opstelling kwam bijvoorbeeld eveneens tot uiting tijdens de Cuba-crisis in oktober 1962 toen hij een sterk voorstander was van een confrontatiepolitiek. Hij wilde een luchtaanval op Cuba gevolgd door een grootscheepse invasie van het eiland. Een mogelijke oplossing langs de diplomatieke weg bleef hij voortdurend afwijzen. Zijn havikachtige opstelling veranderde echter langzaam en in de jaren zeventig werd hij een steeds grotere voorstander van weliswaar harde maar faire, serieuze en directe onderhandelingen met Moskou. Nitze speelde ook een zeer centrale rol bij de totstandkoming van het SALT I-verdrag en had een groot aandeel in de gesprekken over het ABM-verdrag.
Nitze kwam in een moeilijke positie te verkeren tijdens de periode van president Carter die hem buiten zijn regering hield. Carter vond hem te arrogant, niet flexibel en Nitze ‘overplayed the role of stem elder’. Kortom, de toekomstige president moest hem niet (‘Nitze was typically know-it-all’) en Nitze bleef buiten de nieuw te vormen regering.