Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Hans Bouman & Ed van EedenEnige tijd geleden stapte Theo van Gogh op als columnist van Het Parool, en bespaarde de krant zo een kapitaal verlies aan advertentie-inkomsten uit de filmindustrie. Sinds kort schrijft hij voor Panorama. Reeds bij zijn derde column blijkt dat Van Gogh zich ook bij Panorama niet in de eerste plaats gaat toeleggen op het sussen van ruzies en het maken van vrienden. In zijn stuk laat Van Gogh weinig heel van journalist - ‘Turbotaal’ - Jan Kuitenbrouwer, die de filmer zelf overigens de handschoen toewierp met enkele minder vleiende opmerkingen in Propria Cures. Gewoon een gezonde ruzie tussen twee publicisten dus, ware het niet dat Van Gogh reeds een week voor publikatie van zijn column door Kuitenbrouwer werd opgebeld met het verzoek het conflict niet te laten escaleren. Van Gogh: ‘Ik heb gezegd: hoezo conflict? Jan, ik heb gewoon een stukje geschreven, en als jij daarop wilt reageren is mij dat best. Maar ik vond het wel dubieus dat hij al van die column afwist en mij probeerde te beïnvloeden.’ Van Gogh meent bovendien dat Kuitenbrouwer via Panorama-hoofdredacteur Ton van Dijk publikatie van de column heeft getracht te voorkomen. Toen dat niet lukte zou Kuitenbrouwer zijn toezegging hebben ingetrokken om een bijdrage te leveren aan de Jaren-tachtig-special van Panorama. Van Dijk: ‘Ik ben er trots op dat we Theo in onze kolommen hebben, maar hij zit zich - om in zijn stijl te blijven - vaak al bij voorbaat af te trekken bij de ruzies die hij denkt te stoken. Normaal gesproken zou Kuitenbrouwer pas na publikatie van deze column hebben gehoord, maar omdat hij daags tevoren door onze medewerker Julien Bracco Gartner was gevraagd om een bijdrage, en die twee samen squashen, kwam hem de inhoud ervan ter ore. Kuitenbrouwer heeft geen enkele druk op mij uitgeoefend. Overigens vond ik het stukje van Theo niet zo van landelijk belang. Van een ruzie tussen Van Gogh en Kuitenbrouwer liggen ze in Beetsterzwaag niet wakker.’ Jan Kuitenbrouwer zelf is kort van stof: ‘Als ik over Theo van Gogh word aangesproken is mijn vraag of je wel de juiste Kuitenbrouwer te pakken hebt, en je niet mijn neef Joop zoekt, die psychiater is. Mijn eventuele bijdrage aan Panorama staat volkomen los van Van Goghs column. Verder heb ik geen commentaar.’
Er staat een ingrijpende reorganisatie voor de deur bij uitgeverij Unieboek. Zo zal de staf worden ingekrompen van zesendertig naar drieëntwintig werknemers. De meeste vertrekkende Unieboek-medewerkers die in vaste dienst waren, zullen een andere baan krijgen aangeboden in het M & P-concern, waarvan de uitgeverij deel uitmaakt. Daarnaast zal een aantal jaarcontracten niet worden verlengd. In twee gevallen is sprake van gedwongen ontslag. Volgens M & P-directeur René Malherbe zijn deze maatregelen noodzakelijk geworden omdat er te lang is gewacht met ingrijpen. Marherbe: ‘Toen wij Unieboek overnamen was er sprake van een veel te grote backlist van tweeëntwintighonderd titels. We hebben toen het besluit genomen dat aantal in de loop van een aantal jaren terug te brengen naar negenhonderd, want er is in Nederland sprake van een exorbitante overproduktie aan titels. Op een gegeven moment hadden we het aantal van twaalfhonderd bereikt, maar eind 1988 was de backlist alweer opgelopen tot achttienhonderd. Toen werd duidelijk dat er, in het belang van de continuïteit van Unieboek, maatregelen moesten worden genomen. Dat is uiteraard zeer pijnlijk, vooral als er mensen in het geding zijn.’ Malherbe wil in de toekomstige ‘uitgeverspolicy’ van de verschillende Unieboek-imprints een grotere nadruk leggen op de kwaliteit en minder op de kwantiteit, zoals voorheen. Unieboek kent in totaal tien werkmaatschappijen, waaronder imprints als Agathon, Het Wereldvenster, De Haan, Gaade en Van Holkema & Warendorf. Volgens Malherbe zal de autonomie van die werkmaatschappijen met het oog op de werkbaarheid enigszins worden beperkt. Er zullen geen imprints verdwijnen, ook al richten sommigen zich op hetzelfde type boeken. Enige onderlinge concurrentie is volgens Malherbe ‘wel gezond’. Een van de consequenties van de problemen bij Unieboek is het aftreden van Toine Akveld als algemeen directeur. Deze functie deelde hij, sinds de overname van uitgeverij Gaade, met Yvonne van Oort, die het algemeen-directeurschap nu alleen voert. Malherbe: ‘Akveld is vrijwillig teruggetreden, en ik moet zeggen dat ik dat ontzettend knap van hem vind. Hij is naar mij toe gekomen en heeft gezegd: ik zie in dat er enorme blunders zijn gemaakt. Ik wil daar de consequenties uit trekken, mijn directeursfunctie neerleggen en weer gewoon uitgever worden.’ Akveld zelf weigert elk commentaar op zijn besluit.
Bibliotheken hebben bij velen de reputatie van respectabele maar ietwat stoffige ondernemingen, waar men voor een splinternieuw boek beslist aan het verkeerde adres is. Dat die indruk eenzijdig is bleek afgelopen vrijdag, op de publikatiedatum van De duivelsverzen. Terwijl de advocaat Max Moszkowicz opperste verbazing veinsde dat de vertaling überhaupt was verschenen, stonden in de Utrechtse openbare bibliotheek zes vers geplastificeerde exemplaren van het boek onopvallend op hun alfabetische plek te wachten op leners. Anderhalf uur na openstelling van de bibliotheek waren ze allemaal weg. Volgens directeur Winnie Hol is het niet ongebruikelijk dat de bibliotheek bepaalde boeken onmiddellijk via de boekhandel aankoopt, en niet centraal met andere bibliotheken. ‘Dat gebeurt bij boeken die erg in de publiciteit zijn geweest, bijvoorbeeld via Adriaan van Dis of de Ako-prijs. Die catalogiseren wij dan zelf.’ Dat een boek reeds op de eerste dag van publikatie in de bibliotheek verkrijgbaar is, is echter nog nooit eerder voorgekomen. Deze unieke snelheid vindt, uiteraard, zijn oorsprong in de al evenzeer unieke hoeveelheid publiciteit die Rushdies boek heeft gekregen, en die al vóór de verschijning van de Nederlandse vertaling negentien archiefdozen met knipsels heeft opgeleverd.
‘Jarenlang nu al spuugt de overheid bij monde van de opeenvolgende Cultuurministers in het gezicht van de Vlaamse auteurs,’ beeldspraak! een nog te versturen Open brief aan de Vlaamse ‘gemeenschapsminister voor kultuur’ Patrick Dewael. De brief is een oproep tot een ‘doordacht en consequent Letterenbeleid’ en protesteert met kracht tegen de manier waarop enkele weken geleden de jaarlijkse literaire werkbeurzen werden toegewezen. Dewael bleek vijf miljoen frank, ongeveer 250.000 gulden, te hebben uitgetrokken om auteurs financieel te ondersteunen. Niet alleen de keuze van vierenzestig schrijvers uit de meer dan honderd aanvragen, maar ook de verdeling van de poet is met luide kritiek ontvangen. Een drietal auteurs, Monika van Paemel, Leonard Notens en Mark van Alstein, bleek in ‘Kategorie A’ te vallen, en ontving daarom 400.000 frank. Voor ‘Kategorie B’ (Ivo Michiels en Paul Claes) was er 250.000 frank, en zo zakt dat verder af tot ‘Kategorie E’, goed voor 40.000 frank, zo'n tweeduizend gulden. Schrijvers als Hugo Claus, Hubert Lampo en Herman Brusselmans zijn, volgens de overheid, ‘te beroemd’ om ondersteund te worden (voor Jef Geeraerts geldt dit blijkbaar niet: hij kwam in ‘Kategorie D’ en kreeg dus 75.000 frank). De schrijvers Dirk van Bastelaere, Erik Spinoy en Hans Vandevoorde, initiatiefnemers van de Open brief, hebben honderdtwintig Vlaamse auteurs, uitgevers, journalisten en hoogleraren gevraagd hun schrijven aan Dewael te ondertekenen. Al na enkele dagen waren er veertig positieve reacties binnen, zo vertelt Erik Spinoy: ‘Het ongenoegen moet wel bijzonder groot zijn. Dat is ook niet verwonderlijk, want het is een kwestie van menselijk kunnen leven en tóch schrijven. Tot nu toe heeft de staat daar nog geen oog voor gehad, het is ronduit ridicuul zoals het op dit moment is.’ De Open brief is de eerste stap op weg naar wat uiteindelijk een schrijversvakbond zou moeten worden. Alleen met een dergelijke bundeling van krachten is controle op het beurzenbeleid af te dwingen, want België kent nog geen Letteren-nota. Spinoy zegt zich ‘geen enkele illusie’ te maken over het welslagen van de actie: ‘Ik verwacht echt niet dat het literaire klimaat in Vlaanderen van de ene dag op de andere zal veranderen. Maar wát we ook teweeg zullen brengen: slechter dan de huidige toestand kan het moeilijk zijn.’ |
|