Alleen overtroffen door Werther Nieland
Na een jarenlange stilte verscheen van Cornelis Bastiaan Vaandrager in 1986 Zij het gehavend, een door Bébert uitgegeven bibliofiele editie van korte, ‘heftige’ gedichten, veelal gesteld in een nieuw Vaandrageriaans fonetisch schrift. Het jaar daarop verscheen bij De Bezige Bij de gedichtenbundel Metalon waarin een keuze uit Zij het gehavend werd aangevuld met nieuwe poëzie, gedichten uit Vaandragers ‘montageboek’ De hef (1975) en enkele niet eerder gepubliceerde prozagedichten. Vaandrager bevestigde met Metalon zijn reputatie van cultschrijver, bewonderd in kleine kring. Zo brachten Martin Bril en Dirk van Weelden in hun Arbeidsvitaminen bescheiden een eerbetoon aan Vaandrager door een van diens gedichten (‘Hedenavond tombola, met vele aantrekkelijke prijzen, waaronder de onderbroek van Harry Mulisch’) tot leven te laten komen: ‘We gingen die tombola organiseren. Iedereen vond het fantastisch natuurlijk en Harry werd gebeld om te vragen of hij meedeed.’ Inmiddels is, naar aanleiding van de heropgeleefde belangstelling voor het werk van Vaandrager, na zesentwintig jaar een herdruk verschenen van De avonturen van Cornelis Bastiaan Vaandrager (De Bezige Bij f 27,50) waarin naast een zevental verhalen en een naschrift Vaandragers novelle uit 1960, Leve Joop Massaker, is opgenomen. Het blijkt er in de korte verhalen van Vaandrager bloedig aan toe te gaan. In ‘De Ramblers gaan uit vissen’ krijgt de ‘ik’ het aan de stok met een buurtgenoot die uit vissen is gegaan, ‘een zak van een gozer’ die een zojuist gevangen voorn mishandelt door de vishaak uit de kop los te trekken. ‘De vis schijt zich van de pijn leeg op zijn handen (...) Het bloed spuit tussen de kieuwen
door op zijn blote armen.’ De ik-figuur kan het gemartel van de vis niet langer aanzien en gaat de visser te lijf, wat hem komt te staan op een wraakactie die ik hier niet zal prijsgeven.
Pièce de résistance van Vaandragers avonturenboek is natuurlijk Leve Joop Massaker, de novelle die bij eerste verschijning in 1960 in de pers werd ‘ontraden aan iedereen, vooral om de seksuele obsessies’ maar die door Renate Rubinstein ‘zonder enig voorbehoud een van de beste Nederlandse verhalen over de eigen jeugd’ werd genoemd.
Toen Leve Joop Massaker verscheen, heette de jeugdige ik-figuur Caspar en speelden zijn ontmoetingen met de ‘moeilijk opvoedbare’ jongen Joop Massaker en diens eigenaardige familie zich af in de verleden tijd; in de herschreven versie in De avonturen van Cornelis Bastiaan Vaandrager is de ‘ik’ Cornelis Bastiaan gaan heten en wordt alles beleefd in het heden - een gelukkige ingreep die de spanning van het vertelde op voert. Leve Joop Massaker leest anno 1989 als een soort zwarte, masculiene variant op Nathan Sid van Adriaan van Dis. De magische kinderwereld wordt bij Vaandrager gevoed door bloedige rituelen, geheimschrift, angst voor verraad en vooral door opstand tegen het gezag, in het bijzonder het gezag van de dikke rector en zuster Worms van de ‘kinderkolonie’. Eigenlijk wordt Leve Joop Massaker alleen maar overtroffen door Reves Werther Nieland, al zijn er die daar anders over denken en Vaandrager een nóg groter verdienste toeschrijven. Alain Teister bij voorbeeld schreef indertijd dat Vaandrager met Leve Joop Massaker in een kleine honderd pagina's hetzelfde had bereikt als in ‘vele pagina's (...) uit Vestdijks Anton Wachters bij elkaar’.
JZ