De godsvrucht van een erotomaan
Het dubbelleven van beeldhouwer en letterontwerper Eric Gill (1882-1940)
Eric Gill door Fiona MacCarthy Uitgever Faber and Faber, 338 p. Importeur Nilsson & Lamm, f 74,90
R. Ferdinandusse
Eric Gill, de beeldhouwer, begon in de jaren dertig ‘bekend’ te worden. Niet direct vanwege zijn werk, maar omdat iedereen zei en dacht dat hij bijna nooit een broek aan zijn lijf droeg - en dat klopte ook nog. Gill was zo iemand van het heilig geloof in het ambacht en daarom droeg hij, als eenvoudig steenhouwer, altijd een lange, ruime werkjurk, een soort kiel, tot iets onder de knie. In 1930 kreeg hij de opdracht voor groot beeldhouwwerk met bijbehorende reliëfs boven de ingang van het BBC-gebouw in Londen. Maandenlang stond hij hoog op steigers en de populaire kranten schreven uitvoerig over Gill als fenomeen (de married monk, de getrouwde monnik aan het werk). Gill werkte de geruchten over die broek in de hand door van zijn steigers af kennissen toe te schreeuwen: ‘It's all balls, you know.’
De bekendheid steeg nog meer toen de BBC-directie na een werkbezoek aan het hoofdbeeld, voorstellende Prospero en Ariel, hem voorzichtig vroeg of de venusheuvel van Ariel niet wat kleiner kon (het kon). (Dat soort censuur vond Gill leuk: toen hij de voorgevel van het Jesus College in Cambridge versierde, moesten al de blote billen van de engelen kleiner.)
Eric Gill (1924)
Dat van die broek was dus waar. In het begin, toen hij zijn theorie van ambachtsman ontwierp, droeg hij onder zijn werkhabijt nog wel een onderbroek als het 's winters flink koud was. Later schafte hij zich rode zijden onderbroeken aan, maar alléén voor plechtige gelegenheden. Hij vond een broek een belediging voor de penis. Hij schreef er een boekje over met de glorieuze titel: Trousers and the Most Precious Ornament. In die nauwe onderbroeken, ‘opzijgeduwd, onteerd, geridiculiseerd’, is het niet meer dat prachtige mannelijke lid. En die onteerde pik symboliseerde de ondergaande, vercommercialiseerde maatschappij. Zijn grappig gezeur (in 1937) over de penis power doet, schrijft zijn biografe Fiona MacCarthy, sterk denken aan de cunt power-bewegingen van de Germaine Greers van begin jaren zeventig.
Bekendheid, beruchtheid door dat soort incidenten amuseerde Gill, tegelijk haatte hij het. Hij zocht het (hij hóéfde niet op die BBC-steiger, had in zijn atelier kunnen werken) omdat het zijn schuldgevoel, de motor achter zijn werk, oplaadde. Hij haatte het omdat hij als oprecht ambachtsman in stilte en rust moest arbeiden. Hij woonde dan ook, bijna vanaf zijn huwelijk, in kleine communes, waar hij met een enkele collega en gezellen in steen hakte of tekende, terwijl de vrouwen weefden, geiten hoedden of kaas maakten. Er waren altijd voldoende inkomsten want Gill was een veelgevraagd grafstenenbeitelaar, maar om de zoveel jaar sloeg de onrust toe en trok hij, met baard, kiel en baret, aan het hoofd van vrouw, kinderen, gezellen, katten, honden, geiten, eenden en ganzen weer naar een andere afgelegen nederzetting ergens in Engeland of Wales, eenmaal zelfs naar de Pyreneeën.
In 1909 (hij was al een groot letterhakker) begon hij met beeldhouwen en ontwikkelde zich bewust als katholiek kunstenaar. Hij had al menige madonna op zijn naam toen hij besloot écht de schoot van de kerk te betreden. Na vele studiebezoeken aan kloosters (witte muren van een cel stimuleerden zijn godsvrucht zeer) werd hij in 1913, met zijn vrouw Ethel die haar naam daarvoor in Mary veranderde, katholiek. (Dat was het weekend dat Leonard en Virginia Woolf kwamen logeren.) In die maanden van instructie in het geloof hakte hij uit marmer een levensgrote fallus, de zijne stond model, de maten waren nauwgezet opgemeten. In zijn dagboek schreef hij: ‘Ik hoop niet dat iemand denkt dat ik katholiek werd omdat ik overtuigd was van de waarheid, hoewel ik daarvan overtuigd was. Ik werd katholiek omdat ik van de waarheid ging houden. Liefde is een ervaring. Ik zag. Ik hoorde. Ik voelde. Ik betastte. En dat is wat minnaars doen.’
Madonna and child (1914)
Gill was een oprecht gelovige, hij werd zelfs lekebroeder bij de dominicanen, alhoewel sommigen uit zijn omgeving met enige zorg luisterden naar zijn stevige, eigen uitleg van het geloof. De kerk zag hij als een menigte christenen die te zamen de bruid vormen, die continu ‘are being fucked by Christ’. Daardoor komen de kinderen, zijnde het geloof, ter wereld. De geheven penis was, in den beginne, dan ook een symbool van Gods kracht, de potentie van het heilige.
Gill werd al gauw internationaal beroemd vanwege de door hem ontworpen drukletters, een aantal daarvan worden nog steeds gebruikt. Zijn letters waren vrijwel allemaal prachtig, hij was er verliefd op, er is niet één lelijke bij. Hij maakte ze voor de Monotype Corporation, wat niet consequent was want hij had als ambachtsman openlijk zijn hekel aan de industrie uitgesproken. Zo was hij ook tegen art galleries, maar al gauw lagen zijn tekeningen er. (Graham Greene, in een van zijn essays: ‘(Gill) haatte alle commercialiteit, maar alles wat hij deed werd er door aangeraakt.’) Gill tekende, maakte houtgravures voor een groot aantal boeken. Beeldhouwend maakte hij veel religieuze opdrachten, werd bekend door kruisstaties in kerken (Westminster Cathedral), de lust van zijn geloofsopvatting is in dat werk nauwelijks terug te vinden. Het is streng, een beetje namaak-klassiek, en voor zover te zien, het boek is ‘rijk’ geïllustreerd, een beetje steriel. Zijn vrouwenbeelden, want hij zat, zoals we zullen zien, vol met sex, zijn best aardig om te zien, maar zelden erg mooi: weer strenge klassieke lijnen, afgewisseld met plotseling vrouwelijke rondingen. Als hij sentimenteel wordt, vaak in tekenwerk, wordt alles zeer moederlijk, rond.
Er is over Eric Gill en zijn plaats in de Engelse kunst (hij stierf in 1940) veel geschreven. Naast studies over zijn werk en zijn letters waren er al minstens vier biografieën. Maar het boek van Fiona MacCarthy, dit voorjaar, kwam in Engeland zeer hard aan, als de bekende donderslag.
Niet gebruikte tekening voor D.H. Lawrences ‘Lady Chatterley's Lover’
MacCarthy voelde zich zelfs geroepen haar daad nog eens uit te leggen, in een artikeltje in The Sunday Times. Ze zegt daarin dat ze op een hete namiddag in de Clark Library in Los Angeles de papieren van Eric Gill bestudeerde en ineens ongelooflijke dingen las. ‘Vastgelegd in zijn dagboeken en andere privé-post vond ik niet alleen een lange reeks van overspelige verhoudingen, maar ook het verhaal over zijn incest, zowel met zijn zusters als met zijn dochters. Gill is een grote naam in de Britse kunst en in de typografie; een topkunstenaar uit deze eeuw. Hij was een invloedrijk en geëerd katholiek, een man die stond voor integriteit, een perfecte vaderfiguur. En om mijn beslissing (wat doe je dan als biograaf?) nog gecompliceerder te maken: één van zijn dochters en ál de kinderen van zijn zusters leven nog.’
Een van haar voorgangers, Robert Speaight, die in 1966 zijn Gill-biografie publiceerde en dezelfde papieren raadpleegde, verzweeg toen nog wat hij gelezen moet hebben. Gill had de gewoonte in zijn dagboek met diverse tekens aan te geven in welke stand hij geslachtsgemeenschap had gehad, en ook zijn verklaring der tekens keert af en toe terug. Het werd tot nu bewust verzwegen. MacCarthy besloot dat ze niet om dit, sterk veranderde beeld heen kon (‘A nice lady can never make a good biographer’).
Al tijdens zijn studie bezocht Gill hoeren, niet omdat hij wilde neuken, zoals hij zijn verloofde verzekerde, maar omdat hij wilde bestuderen hoe het met de haargroei dáár zat. Want schuld, biechten, hoorde erbij. Hij noteert zijn masturberen en af en toe staat er in kapitalen achter: slecht slecht slecht. Na zijn huwelijk, als hij buiten woont, zijn de dienstmeisjes aan de beurt, die hem willen ‘helpen met zijn werk’ maar de indruk is dat hij, door een charismatische overtuigingskracht, als middeleeuws seigneur zijn rechten op alle vrouwen opeist. Na de dienstmeisjes komt zijn secretaresse, collega's, iedereen die voor zijn rok komt tot zijn zusters, waarvan er een paar ook lange tijd in de commune wonen. Hij praktiseert met een collega-echtpaar, en prijst de Schepper omdat hij nu zelf heeft kunnen constateren dat de penis zo gevormd is dat hij perfect in de mond past. Zelfs een hond ontsnapt hem niet. Zijn Mary zit in huis en breit en berust, ongetwijfeld in Gods wil en in die van haar man: in de opvatting van Gill is
[Vervolg op pagina 10]