David Leavitt
Vervolg van pagina 5
George Eliot uit impulsen die tamelijk vergelijkbaar zijn met die van mij. Ze wilde het leven van gewone mensen vastleggen. Dus is er zowel nabijheid als afstand. Tegelijk is het een klein saluut aan George Eliot. Voor mij is zij de grote filosofe van het dagelijks leven; en dat zou ik ook willen zijn.’
Hij krijgt veel post van zijn lezers, en hun reacties zijn in het algemeen persoonlijk getint. Het boek dat die reacties krijgt is The Lost Language of Cranes. ‘Mensen willen me hun verhaal vertellen. Dat boek heeft ontzaglijk veel betekend voor heel veel homoseksuele mannen. En dat geeft me veel voldoening. Dat boek was blijkbaar nodig.’
Als niet-homo had ik het gevoel: dit is niet echt voor mij bedoeld.
‘Dat is niet helemaal waar, denk ik.’
Nou ja, er zit toch een speciaal soort element van pleitbezorging in?
‘Laten we het hierop houden: het is een boek waar ik iets aan gehad zou hebben toen ik een, jaar of zestien was! Maar ik wilde het ook toegankelijk maken voor niet-homoseksuele lezers. Veel homoliteratuur is dat niet, die lijkt haast wel in code gesteld, omdat er niets wordt uitgesproken. Ik heb dat allemaal wel trachten uit te spreken.’
O, toegankelijk is het zeker. Alleen had ik het gevoel dat het een beetje... een handboek was, en een beetje... prekerig. En dat het naïever was dan je verhalen, dat je meer consolideerde dan vooruitging.
‘Ik werd persoonlijker. Die verhalen waren wereldwijs, maar het is de wereldwijsheid van iemand die haast niets had meegemaakt. Het is een illusie van wereldwijsheid, het is onschuld, wat die verhalen weerspiegelen. Veel gezien hebben zonder ooit betrokken te zijn geweest. Het tweede boek gaat uitsluitend over betrokkenheid. Na aan de zijlijn van het leven te hebben gestaan, wilde - moest - ik een boek schrijven dat zich er middenin stortte. Daarom denk ik dat de zwakke plekken van het boek het gevolg zijn van een gebrek aan afstand. Maar voor mij wordt het daar beter door. Hoe dan ook, ik zie mijn boeken stuk voor stuk als een vooruitgang ten opzichte van het voorgaande. Ik vind Equal Affections het beste. Maar veel mensen vinden Family Dancing het beste, en daar zal ik mee moeten leven, neem ik aan. Maar ik heb zo'n vreemd gevoel over dat boek omdat het is geschreven toen ik nog zo jong was en van niets wist. Ik zou het nu nooit meer kunnen schrijven - het is een boek dat alleen door een heel jong iemand kon worden geschreven; ook al is het geen jong boek.’
Het wekt de indruk dat je precies wist wat je deed - geen gerommel.
‘Ik denk dat ik nu rommeliger schrijf, maar ook warmer. De verhalen in Family Dancing zijn geschreven met een vreugde die ik nooit meer terug heb kunnen vinden. Dat wil zeggen, tot ik aan dat aidsboek begon - een soort uitbundigheid, ik weet het niet. Het heeft iets wrangs dat ik dat heb teruggekregen door aids. Misschien komt het doordat ik zo'n groot deel van mijn leven het onderwerp aids vermeden heb...’
■