Verstand van alles
Er is het verhaal van de coryfee (wie ook alweer?), die zich zou laten interviewen en de journalist, toen deze zich voor de afspraak meldde, ongevraagd verblijdde met enkele beschreven vellen papier, vergezeld van de woorden: ‘Hier zijn de antwoorden, mijnheer.’ En die, toen de journalist de wenkbrauwen fronsend optrok, eraan toevoegde: ‘Ach, hoe kan ik zo vergeetachtig zijn... hier hebt u ook de vragen!’ Zo ongeveer moet het ook zijn gegaan bij de pogingen een bundel van interviews met William Burroughs te publiceren. Burroughs herschreef de zaak uiteindelijk drastisch, en voegde allerlei afgeleide bespiegelingen toe. The Job (Penguin, 224 p., f 22,95) gaat over van alles, van muziek tot de Mayacultuur, van wereldpolitiek tot de inrichting van een kamer, want Burroughs heeft overal verstand van en verdenkt de rest van de wereld van het tegendeel. Omdat hij uitgesproken meningen niet schuwt, is de tekst nimmer saai. De meest interessante gedeelten zijn die waar eigen ervaringen van de schrijver ter sprake komen, met name zijn drugsverslaving. Maar de overdoses rancune en paranoia vermoeien op den duur nogal. Op het omslag zien we Burroughs' magere gestalte dan ook met de rug tegen een blinde muur gezeten, sceptisch voor zich uit starend, hoed op en geweer in de hand.
NM