Geen geklop, geen geroep
Omdat de gesprekken nooit werden gepubliceerd is niet zo bekend dat Nol Gregoor naast lange (wel gepubliceerde) interviews met Harry Mulisch en S. Vestdijk vijfentwintig jaar geleden (in 1964) ook dergelijke sessies met Willem Brakman heeft gehouden. Gregoor en Brakman waren al bijna twintig jaar bevriend en voerden al sinds 1951 een intensieve correspondentie. Brakman debuteerde pas in 1962 met Een winterreis en was toen zevenendertig. Gerben Wynia heeft de gesprekken van Gregoor en Brakman nu in een privé-uitgave gebundeld en uitgegeven in een oplage van slechts honderdvijftig exemplaren onder de titel Explicateur en advocaat van mijzelf. Dat de gesprekspartners elkaar kenden is heel bevorderlijk voor de conversatie. Brakman antwoordt onbekommerd op alles en treedt niet alleen als advocaat van zichzelf op (verdedigend), maar ook als een zichzelf kennende aanklager wanneer hij al zijn zogenaamde zwakheden ter sprake brengt: zijn enigszins sadistische geest, zijn vergaande belangstelling voor de dood, zijn eenzelvigheid en introvertie (hij noemt zich een man van ‘binnen’). De meeste ‘zwakheden’ buit hij literair uit, ook in het gesprek. Als kleine jongen verbaasde hij er zich over dat mensen die dood gingen niet protesteerden: ‘Ik was een kleine jongen en stond te kijken hoe de grootmoeder van een kruidenier werd begraven in Scheveningen. (...) Wat mij enorm verbaasde, was dat uit de kist geen geluid klonk, geen geklop, geen geroep. Daar ging dus blijkbaar iemand met een allermerkwaardigste instemming de kuil tegemoet.’ Vooral interessant worden de gesprekken wanneer Brakman het heeft over zijn protestkarakter, dat een uitvloeisel is van de dwingende behoefte van anderen hem anders te willen dan hij is. Het boek (113 p.) is te bestelling door overmaking van f 32,50 (of f 42,50 voor een gesigneerd exemplaar) op giro 2781536 t.n.v. G.H. Wynia,
Hengelo.
CP