Zelfmoordbureaus
Uit: Joost Swarte's Moderne Kunst
Bij Jeroen Brouwers' zwartgallige natuur past zijn particuliere genoegen: het verzamelen van gegevens over hoe mensen aan hun eind komen. Aan zijn aanzienlijke necrologische oeuvre (De laatste deur; essays over zelfmoord in de Nederlandstalige letteren, De levende stilte van Stig Dagerman en Hij is reeds aan de overzijde; necrologieën van schrijvers) voegde Brouwers een nieuwe titel toe: De versierde dood (Cadans, f 27,50). Het bevat een door Brouwers' aangelegd dossier over zelfmoordclubs, Russische roulette, zelfmoordspelen en andere mysteries rondom de zelfverkozen dood. De archiefstukken wijzen uit dat zelfmoord gezellig kan zijn - Brouwers haalt vele bizarre maar waar gebeurde geschiedenissen aan: R.L. Stevensons verhaal ‘De zelfmoordclub’, Maupassants ‘De slaapbank’, Belcampo's ‘De surprise’, en Jacques Rigauts dadaïstische pamflet ‘Zelfmoordbureau’ grijpen terug op historische voorbeelden van gezelligheidsverenigingen en genootschappen ter bevordering van een zachte dood. Dergelijke (altijd geheime) actieve euthanasieverenigingen (voor hulp bij zelfmoord) waren volgens het Selbstmörderbuch van Emil Szittya veelal vervuld van ‘ganz positiven Grundlagen’ - het ging om comfortabel en vrijwillig afscheid kunnen nemen als ‘democratisch recht’, waarbij de zachte dood door met lievelingsgeur geparfumeerd gas favoriet was. Zulke humane edelmoedigheid leidde onontkoombaar tot ideeën die niet te onderscheiden zijn van die van Hitler en zijn trawanten. Het netjes willen opruimen van onmaatschappelijke elementen was slechts een kleine stap, die bijvoorbeeld serieus gezet werd door de Zweedse scheikundige en filantroop Alfred Nobel: Brouwers put dienaangaande uit een ingezonden-brievenoorlog die in 1902 in
The Spectator ontbrandde. Brouwers documentaire bevat voorts een catalogus van zelfmoordepidemieën (periodiek onder Amerikaanse teenagers, Brouwers windt zich erg op dat ‘de media’ daar strijk en zet de schuld van krijgen), zelfmoordpacten, zelfmoordsekten en zelfmoordspelletjes. Hoogst intrigerend onder de spelletjes is dat het verschijnsel ‘Russische roulette’ (ook ‘Amerikaans duel’ geheten) slechts in toneelstukken en romans voorkomt. Het begrip heeft merkwaardigerwijs voor 1980 nooit in verklarende woordenboeken en encyclopedieën gestaan. Tot zijn verbazing kwam Brouwers nimmer een zelfstandige, afdoende publikatie onder ogen die concrete feiten aandroeg, ‘en ik ben er al vele jaren attent op’. ‘In de wetenschappelijke zelfmoordliteratuur plegen de schrijvers van deze literatuur almaar dezelfde citaten, anekdoten en antecedenten van elkaar over te schrijven, doorgaans zonder bronvermelding, terwijl er niet aan wordt gedacht de zaken eens opnieuw te onderzoeken en te karteren,’ vat Brouwers zijn bevindingen samen in het voorwoord. Het was de reden waarom hij zijn ‘zelfmoordinventaris’ mét precieze feiten naar een uitgeverij bracht: ‘Opdat het eens zou zijn gebeurd.’
DS