Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| |
Daan BronkhorstHet hier afgebeelde Chinese gedicht ‘De late zon...’ bestaat uit twintig schrifttekens, ofte wel vier keer vijf lettergrepen. Het werd rond 760 geschreven door Du Fu. W.L. Idema vertaalt het zo:
De late zon: rivier en berg zijn schoon.
De lentewind, en bloemen, kruiden geuren!
De leem is zacht: vliegende zwaluwen.
Het zand is warm: slapende eenden.
Op die vertaling is niets aan te merken. Als je 'm hardop leest, hoor je in het vijfvoetige ritme een weerklank van het origineel. Verder is goed bewaard gebleven dat in de regels een natuurlijke pauze valt na het tweede schriftteken; bij Idema is die pauze een dubbele punt of komma. Bovendien staat in de vertaling bijna letterlijk wat ook in het origineel staat. Is dit dus de ideale vertaling? Om die vraag te beantwoorden, moeten we iets meer ingaan op de auteur, en op het fenomeen Chinese poëzie. Du Fu (of Tu Fu) is een van de grootsten, en volgens meer dan een kenner de allergrootste, van de Chinese dichters. Zijn reputatie kent hooguit twee concurrenten. Er is Li Bai, ook wel Li Tai Po geheten, een tijdgenoot. En er is Bai Juyi (of Po Sju I, bij Slauerhoff) die een halve eeuw later werd geboren. Daarmee heb je de absolute toppers van de Chinese dichtkunst, vanaf de oudheid tot heden, wel gehad. Dat W.L. Idema Du Fu zou vertalen, lag voor de hand. Idema vertaalde eerder een bundel met poëzie uit de Tang-dynastie, waaronder die van Li Bai, en kwam twee jaar geleden met een bundel van Bai Juyi. Van deze drie was Du Fu degeen die het meest heeft doorgemaakt. Hij heeft verse slagvelden en lijken gezien. Hij heeft gezien hoe een van zijn kinderen omkwam van de honger. Hij heeft duizenden kilometers gezworven omdat hij uit de gunst van de keizer was geraakt en elders zijn brood moest zien te verdienen. Du Fu was geen drinkebroer en mysticus zoals Li Bai, geen notabel zoals Bai Juyi. Uit zijn gedichten spreekt soberheid, afschuw van onrecht, milde humor en grote zorg om gezin en vrienden. Du Fu is minder speels en minder genotzuchtig dan de andere twee. Zijn ingetogen ernst grijpt de lezer bij de keel. | |
VideoclipVan uiterlijk zijn de gedichten van de Tang-periode meestal overzichtelijk. Regels van vijf of zeven tekens, gedichten van vier, acht of soms enige tientallen regels, strakke rijmschema's - die beschrijving dekt het overgrote deel van de gedichten. Het schrijven van poëzie was vereist voor ambtelijke examens, en iedere zichzelf respecterende functionaris schreef er dan ook een verzameling van. Van Du Fu zijn er bijna vijftienhonderd bewaard gebleven, van andere dichters meer dan tienduizend. De Tang-poëzie heeft dus strakke grenzen. Maar, schreef ooit een Chinees criticus, het is een doodskist waarin de beenderen opstandig rammelen. De korte gedichten spatten vaak van energie. Het plaatjesachtige karakter van het Chinese schrift heeft iets van het effect van een minuscule videoclip. In bovenstaand gedicht komt vijf keer het element ‘zon’ voor. De laatste twee regels beginnen elk met het element ‘water’ en verder zie je er vier keer het element ‘vliegen’ of ‘vogel’ in. Bovendien staat er niets te veel. ‘Zand - warm - slapen - woerd - eend’, luidt letterlijk de laatste regel. Met die gegevens kun je als vertaler twee kanten uit. Je kunt in je eigen taal (Nederlands bijvoorbeeld) zo dicht mogelijk tegen de vorm en woord-voor-woord-betekenis van het origineel aankruipen. Dat is de methode-Idema. Als je kijkt met half toegeknepen ogen zien zijn vertalingen er bijna net zo uit als de originelen: vierkant of rechthoekig. Het zijn vertalingen die getuigen van het respect dat een geleerde toekent aan een grote geest. Maar als middel om Du Fu's diepliggende verrukking en tragiek aan een hedendaagse lezer over te brengen, faalt die methode. Al na het lezen van een stuk of tien van de honderd vertalingen in Idema's bundel waan je je, door de al te regelmatige cadans en de vaak ouwelijke bewoordingen, in het gezelschap van een soort rijmloze Boutens, niet in dat van een flonkerende geest. Het is wel esthetisch, de woorden zijn wel juist, maar het roert niet. Du Fu is al vele keren in westerse talen vertaald. En onder die vertalingen zijn er wel degelijk die de lezer van nu pijn en genot geven, net zoals Du Fu die zijn tijdgenoten gaf. Een van mijn favorieten is de Amerikaanse dichtervertaler Kenneth Rexroth. Van dit gedicht, een van de eenvoudigste en meest onbezorgde die Du Fu schreef, maakte hij:
The days grow long, the mountains
Beautiful. The south wind blows
Over blossoming meadows.
Newly arrived swallows dart
Over the steaming marshes.
Ducks in pairs drowse on the warm sand.
In Idema's vertaling sta je voor een schilderijtje dat je wordt toegelicht door de conservator. In Rexroth' vertaling sta je in een landschap waar het waait, groeit, dampt en dommelt. Is Rexroth verder van het origineel? Welnee. Du Fu's origineel wil niet zeggen dat een berg schoon, leem zacht en zand warm is. Het roept de lichtovergoten intrede van een nieuw jaargetijde op, en al het leven dat daarin, blakend en bloeiend, loom en dartelend, weer begint. Dat vind je bij Rexroth terug, bij Idema niet. ■ DE VERWEESDE BOOT |
|