Heteroseksistisch
It's a man's world, maar zelden wordt die handicap je zó onwellevend ingepeperd als Rogier Proper het presteert in zijn inleiding bij 23 filmsterren en een hond; De stille liefde van... (Het Wereldvenster, f 14,90). Er was, schrijft Proper, bij het ‘door een paar onderbetaalde amateurs’ gemaakte filmblaadje Skoop, ook nog wel het plan om de reeks ‘De stille liefde van...’, waarin 23 schrijvers en journalisten hun geheime liefde voor een filmster openbaarden, een reeks schrijfsters uit te nodigen. ‘Het gevaar dat je dan met een serie foto's van saaie mannenkoppen zou komen te zitten’, weerhield de redacteuren van dat plan, al kwam daar bij dat de ervaring uitwees dat de aangezochte mannelijke medewerkers voor het merendeel uitermate moeizaam te bewegen bleek in het aanleveren van commentaar bij een glamourfoto van een ster. Proper is eerlijk dat de serie uitgevonden was ter wille van die foto, en voor de naam van de betrokken contribuant: ‘Het gaf de gelegenheid een mooie paginagrote glamourfoto af te drukken, en het was een aardige vorm om de namen van een aantal meer of minder bekende schrijvers op de cover van Skoop te krijgen, wat het image van het blad misschien uit z'n filmisolement kon halen.’ Oké, maar is dat een manier om tegen je te gebruiken dat Roy Rogers wél, maar James Dean en Gérard Philippe níét op de kauwgomplaatjes stonden en je dus niet eens een geheime liefde kon hebben? Het beslist heteroseksistische 23 filmsterren en een hond biedt een blik op jarenlang in stilte gedragen jongensleed. Wonden die overigens jaren na dato (de serie liep van september 1978 tot december 1980) nog werden opengereten doordat ánderen reeds beslag
hadden gelegd op een begeerde ster: ‘Sommigen hadden liever een actrice genomen die een andere schrijver al had uitgekozen,’ licht Proper toe, daarbij het waarheidsgehalte van de aangebrachte stukjes (Cees Nooteboom over Pier Angeli, H.J.A. Hofland over Lilian Harvey, Louis Ferron over Simone Signoret, Harry Mulisch over La Jana, enzovoort enzoverder tot sterren-zonder-stardom Faye Dunaway en Charlotte Rampling) ernstig ondermijnend. Proper zelf is jaloers op Patrizio Canaponi, die hem voor was met Nastassja Kinski, ‘het mooiste, lekkerste, opwindendste en nog wat wezen dat op de film te zien is’. Die hond uit de titel betreft Jan Cremers keuze voor Rin Tin Tin: géén geheime liefde zozeer, maar een uit praktische overwegingen (‘Ik was natuurlijk ook erg verliefd op Doris Day, maar het zou nog wel een tijdje duren eer ik genoeg bij elkaar had om haar in mijn groene Amerikaanse slee op te halen. Bovendien paste Rin Tin Tin ook beter in mijn kleine jongenskamer. Die kon gewoon onder mijn opklapbed liggen en dat zag ik Doris Day toch niet een-twee-drie doen’). Martin van Amerongen was wat sukkelachtig in de keuze van zijn ster, Laurence Olivier, in de veronderstelling dat hij zijn favoriete acteur moest kiezen. Het mooist doet Bram Reijnhoudt verslag van zijn stille liefde voor Vera-Ellen: ‘Vera-Ellen droeg regelmatig halsbandjes, dikwijls van zwart fluweel met een hangertje. Tegen beter weten in stelde ik mij voor dat in het hangertje een opgerold briefje zat met in haar moeders handschrift: “Terug te bezorgen op Hoofdstraat 15, Knollendam”.’ Veel stukjes worden gekenmerkt door lichte gêne over de puberteitskoortsen van destijds. Alleen Ischa Meijer, over Doris Day, onthult zichzelf genadeloos: ‘Achteraf denk ik: zij was de eerste Trut op wie ik hopeloos verliefd werd. Die onschuld. Dat vertoon van uiterlijke vlekkeloosheid. Vele andere
Trutten volgden haar op. Maar zij was de eerste.’
DS
Aan deze pagina werkten mee: Hans Mulder, Carel Peeters en Diny Schouten