Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdBas HeijneAl vroeg op zijn lange weg door de hel ontmoet Dante twee zielen die zelfs in de dood niet van elkaar gescheiden zijn. Het zijn Paolo en Francesca, twee hartstochtelijke geliefden. Aan de nieuwsgierige dichter maakt Francesca duidelijk hoe zij op die afschuwelijke plaats hebben kunnen belanden: het is allemaal de schuld van een boek. Bij leven was zij getrouwd met de broer van haar minnaar. Samen met Paolo las ze op een dag voor haar plezier in een boek over de ridder Lancelot, voor wie de vrouw van koning Arthur een buitenechtelijke liefde opvatte. Francesca vertelt: ‘De lezing van het boek deed meerdre malen/ons de ogen opslaan en van kleur veranderen; maar één plaats was 't, die ons heeft overwonnen./Want toen we lazen, hoe 't begeerde lachje/werd weggekust door zulk een vurig minnaar,/bedekte hij, die nooit mij wordt ontnomen, al bevende mij de mond met zoete kussen.’ (Vertaling Christinus Kops.) Over de oorzaak van hun misstap heeft Francesca geen enkele twijfel: ‘Een koppelaar was 't boek, maar ook zijn dichter.’ Maar die ridderroman hebben ze nooit uitgelezen, want juist toen hun liefde voor elkaar ontvlamde, dook de jaloerse echtgenoot op. Hij ging de beide geliefden onmiddellijk met een mes te lijf en: ‘Niet verder hebben wij die dag gelezen.’ De roman als koppelaar. Dat het leven in ieder geval tot op de dag van vandaag de kunst imiteert, bewijst een bericht op de voorpagina van NRC Handelsblad een week geleden. Reinhold Fichte, de zesenveertigjarige directeur-generaal van de wereldberoemde Staatliche Porzellan Manufaktur in Meissen bij Dresden, is na de voorjaarsbeurs in Frankfurt niet meer naar Oost-Duitsland teruggekeerd. In het bericht baseert de correspondent zich op het Keulse boulevardblad Express, dat van een geheime liefde gewag maakt. Tijdens zijn vele reizen naar de Bondsrepubliek zou Fichte een jonge vrouw hebben leren kennen, met wie hij nu wil gaan samenwonen. Het begin van een romantische liefde, maar het einde van een carrière in porselein. Meissen-porselein moet het leven van Fichte hebben beheerst vanaf 1957, toen hij als veertienjarige in de fabriek begon als leerling-bloemenschilder. Een allesoverheersende passie, want vijfentwintig jaar later werd hij directeur-generaal. De fabriek bezorgt de staat veel harde valuta, en mede daarom bekleedde Fichte ook een belangrijke politieke functie als adviseur op economisch gebied. Ten tijde van zijn vlucht naar de vrouw in het Westen stond de directeur-generaal, die zich immer een trouw aanhanger van de officiële lijn van de partij had getoond, genomineerd om tot lid van het politbureau gekozen te worden. Waarom heeft hij dat alles opgegeven? Wat heeft hem doen besluiten een heel leven van porselein op te geven voor een vrouw die hij niet goed gekend kan hebben? Pure hartstocht, waarschijnlijk. Maar wie of wat heeft hem overgehaald de beslissende stap te zetten? Bewijzen kan ik het niet, maar ik denk dat het een boek is geweest. Verleden jaar, enkele maanden voor zijn dood, publiceerde Bruce Chatwin zijn laatste roman: Utz. Het boek werd genomineerd voor de Booker Prize en voor de televisiecamera's vatte een zeer zieke Chatwin de inhoud op sardonische toon samen: ‘Het gaat over de strijd tussen een man en zijn huishoudster over een verzameling porselein en de huishoudster wint.’ In Utz ontvlucht de gelijknamige hoofdpersoon de verschrikkingen van het zielloze communistische regime in Praag door zijn leven geheel en al te wijden aan zijn verzameling Meissen-porselein. Hij probeert naar het Westen te vluchten, maar heimwee naar zijn verzameling in Praag doet hem ten slotte terugkeren. Utz is zich er van bewust dat zijn verzamelwoede een vorm van idolatrie is. Wanneer de verteller hem vraagt of hij gelooft dat zijn porseleinen figuren werkelijk leven, antwoordt hij wel en niet. ‘Porselein sterft in het vuur, en komt dan weer tot leven.’ De ik-figuur krijgt van Utz ook het verhaal van de uitvinder van het Meissen-porselein te horen, Johann Friedrich Böttger, een alchemist, die eigenlijk op zoek was naar goud en naar het geheim van het leven. Voor Utz is het leven van porselein. Maar, inderdaad, de huishoudster wint. Wanneer Utz in 1974 sterft, belaagd door museumdirecteuren die op zijn uiterst kostbare verzameling uit zijn, blijkt het porselein verdwenen. Het mysterie wordt niet opgehelderd, maar de verteller vermoedt dat de allesomvattende obsessie van de Tsjechische verzamelaar voor het levenloze porselein eenvoudig verdween, toen de huishoudster Maria hem deed beseffen dat zij het belangrijkste in zijn leven was. Uiteindelijk trouwen ze in de kerk en ‘vanaf dat uur brachten zij in hun dagen door in hartstochtelijke adoratie voor elkaar, gebelgd over alles wat tussen hen kwam. En het porselein was nu niet anders dan wat oud aardewerk dat eenvoudigweg de deur uit moest. ‘Net als Kaspar Utz, en net als Bruce Chatwin zelf (die voor hij een schrijvende nomade werd, staflid was van het veilinghuis Sotheby's) heeft Reinhold Fichte zich uiteindelijk afgekeerd van het porselein. Heeft de directeur-generaal van de Staatliche Porzellan Manufaktur Utz gelezen? Het is heel goed mogelijk. Chatwin was een bekend auteur, zijn boek kreeg bij verschijning veel aandacht. Fichte mocht van de Oostduitse regering onbeperkt in het Westen reizen, en ik vermoed dat een belezen handelaar of verzamelaar hem Utz tijdens een van zijn bezoeken cadeau heeft gedaan. Er is nóg een mogelijkheid: misschien kreeg hij de roman op een dag van een jonge vrouw die hun situatie herkende in het boek, zoals ooit Francesca haar gevoelens voor Paolo weerspiegeld zag in het verhaal van Lancelot. |
|