Poetry International Award
‘Er zijn ook landen, zoals Iran, waar elke poging tot hulp aan personen die om hun opinie worden vervolgd of gevangen gehouden, grote risico's meebrengt van represailles tegen die personen’. Deze realistische zin staat te lezen in het juryrapport voor de toekenning van de Poetry International Award 1988. De prijs ging dat jaar naar de Malawische dichter Jack Mapanje die sinds 25 september 1987 gevangen zit. De Poetry International Award wordt sinds 1979 elk jaar toegekend aan een dichter die om zijn opvattingen gevangen zit. Hij ging onder meer naar Breyten Breytenbach (1981) en Irina Ratushinskaya (1986). Een direct verband met hun vrijlating kan natuurlijk niet gelegd worden, maar dat de toekenning van deze prijs van invloed is op het lot van de dichters is onmiskenbaar, al was het maar door de morele steun. Zeven van de tien dichters aan wie de prijs is toegekend zijn inmiddels in vrijheid, één (de Russische dichter Vasyl Stus) overleed in een werkkamp. Het geldbedrag van de prijs (f 10.000, -) wordt elk jaar door particulieren en instellingen bij elkaar gebracht. Om dit jaar de uitreiking tijdens het twintigstee Poetry International Festival in Rotterdam mogelijk te maken is een banknummer opengesteld: 69.32.85.230 van de NMB te Rotterdam o.v.v. Poetry International Award 1989. (Telefonsche informatie: 010-4134330) De jury van de prijs bestaat uit Adriaan van der Staay, Remco Campert, J. Bernlef, Martin Mooij, Aad Nuis en Laurens van Krevelen.
Aan deze pagina werkten mee: Hans W. Bakx, Rik Smits en Diny Schouten