[Joyce in Zürich]
Toen James Joyce in oktober 1904 met zijn vrouw Nora vanuit Dublin naar Zürich vertrok, verkeerde hij in de veronderstelling dat hij daar onmiddellijk aan het werk kon als leraar Engels aan de Berlitz School. Zo zou dat althans geregeld zijn vanuit het hoofdkantoor in Wenen, maar bij aankomst bleek dat men in Zürich niets wist van zijn komst. De directeur van de school beijverde zich om Joyce toch aan het werk te krijgen, want terugkeren naar Dublin wilde hij niet. In Triëst kon hij worden geplaatst. Joyce blijft in Triëst tot 1915 en ontmoet eronder meer Italo Svevo. In 1915 moet hij Italië verlaten vanwege de oorlogsomstandigheden. Het gezin (in 1905 is zijn zoon Giorgio, en 1907 zijn dochter Lucia geboren) gaat weer naar Zürich en Joyce voorziet in zijn levensonderhoud als ‘Privatschüler’. In de iets meer dan vier jaar dat Joyce in Zürich woont verhuist hij vijfmaal. Dit alles is te lezen in het boek Joyce in Zürich van Thomas Faerber en Markus Luchsinger die Joyce' jaren in Zürich hebben onderzocht en alle snippers hebben verzameld in een uiterst leesbaar en mooi geïllustreerd boek. Ook al verbleef Joyce na 1919 voornamelijk in Parijs, hij keerde nog vaak terug naar Zürich en zou er in 1941 overlijden, nadat hij uit Parijs was gevlucht vanwege nieuwe oorlogsomstandigheden. In Zürich woonde het gezin enige tijd in de Seefeldtraße 73 onder de secretaris van de componist Busoni, Philipp Jarnach. Joyce placht 's ochtends enige uren uit volle borst met zijn ‘ungemein starke, aber rauhe und unschöne Tenorstimme’ te zingen. De secretaris werd daardoor tijdens het componeren zo gestoord dat de beide heren een regeling troffen. Ze vonden elkaar in hun liefde voor de opera. Joyce in Zürich kost f 47,25, is uitgegeven door de Unionsverlag in Zürich, en wordt in Nederland
geïmporteerd door Uitgeverij De Geus in Breda (tel. 076-22 25 09).