Baarden af!
Etnofoor, een nieuwe halfjaarlijkse publikatie van antropologen van de Universiteit van Amsterdam, heeft het in zich om uit te groeien tot een aardig tijdschrift. Het recentelijk verschenen tweede nummer bestaat uit bijdragen over ‘het menselijk lichaam’. Fysieke verschijning en lichaamsverzorging als cultuurverschijnselen. Nochtans zijn op het omslag geen blote interculturele borsten te bewonderen. Etnofoor is uitgevoerd in een beschaafd zwart. Om stof te vinden voor hun artikelen hoefden de contribuanten niet altijd ver van huis te gaan. Frank van Gemert schrijft over ‘Herkenning en erkenning: het uiterlijk van de drugshandelaar in de Amsterdamse binnenstad’. Het blijkt in het belang van de dealers om zowel te camoufleren - tenslotte zijn ze strafbaar - als herkenbaar te zijn. En de gebruiker kan bij eventuele criminele activiteiten uiteraard veel beter uit de voeten als hij niet in één oogopslag als zodanig te plaatsen valt. Ook binnen de scene hangen aanzien en succes bij transacties in belangrijke mate samen met uiterlijk. ‘Junk’ is onder de verslaafden zelf een scheldwoord voor wie niet in staat is de materiële schijn (nieuwe kleren bijvoorbeeld) op te houden. Lager kan men in de pikorde toch waarachtig niet zinken.
Het menselijk hoofdhaar vormde de inspiratiebron voor drie artikelen. Rokus Hofstede analyseert theorievorming over haardracht in de sociale wetenschap. Sjaak van der Geest amuseert de lezer met maar liefst vijf ‘clusters van baardbetekenissen’: mannelijkheid, wijsheid, anti-autoritaire gezindheid, ascetisme, en verdierlijking. Al naar gelang de context uiteraard. Antropologen te velde schoren vaak hun baard af, om niet voor koloniaal missionaris te worden aangezien. Daar de baard een stigma leek te zijn geworden, publiceerde de missionaris P. Tiet in 1965 in het tijdschrift ‘De Katholieke Missiën’ een artikel onder de titel ‘Baarden af!’. De derde haarvorser, Jojada Verrips, draagt een beeldende herinnering uit eigen onderzoekservaring in Algerije bij. Zijn Kaiser Wilhelm-snor leidde tot ongewenste toenaderingen van een bewonderende dorpeling. Waarom droeg Verrips dan ook zo'n joekels van een snor? Wel, zijn vader was kapper, en had hem altijd kort gehouden.
Een ouderwets antropologisch onderwerp, hoewel slechts veel indirecter met het lichaam in verband te brengen, vinden we in Rob van Ginkels beschrijving van taboes onder Noordatlantische vissers. Weliswaar rust er onder hen een taboe op het spreken over taboes, maar via volkskundige literatuur komt men een heel eind. Een tabel toont de lezer in welke plaatsen of streken (van Enkhuizen en Katwijk tot Shetland en Vigo) welke taboes bestaan. Van Ginkel legt verband tussen het christelijk geloof, heersende noties over Goed en Kwaad en het volksgeloof zoals dat in de taboes tot uitdrukking komt. Een behouden vaart blijkt onder meer in gevaar te worden gebracht door fluiten, door het spreken over of het zien van een haas, een hond, een kat, een raaf, een varken of een konijn. Bepaalde dagen van de week deugen niet, de aanwezigheid van vrouwen of geestelijken op of rond het schip moet vermeden worden. Inspecteurs van de AID kunnen waarschijnlijk ongezien aan het lijstje worden toegevoegd.
Etnofoor (138 p., f 10, -) is te krijgen bij alle academische boekhandels in Nederland, of te bestellen bij de redactie, Oudezijds Achterburgwal 185, 1012 DK Amsterdam, tel. 020-730291 (Gerben Kroese) of 020-252759 (Irene Stengs).
NM