Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdBas HeijneAmerikaanse vrouw tijdens diner: ‘O, meneer Waugh, ik heb net uw nieuwe boek Brideshead Revisited gelezen, en ik denk dat het een van de beste boeken is die ik ooit heb gelezen.’ Evelyn Waugh: ‘Ik dacht zelf ook dat het goed was, maar nu ik weet dat een vulgaire, ordinaire Amerikaanse vrouw als u het bewondert, ben ik er niet zo zeker van.’ Het beruchte antwoord van Waugh is niet alleen een voorbeeld van zijn spreekwoordelijke botheid, maar ook een teken van zijn ambivalente gevoelens jegens de roman waarin hij hart en ziel had gelegd: hij twijfelde werkelijk aan de kwaliteiten van Brideshead Revisited. Vijftien jaar later, in 1959, bracht hij niet alleen ingrijpende veranderingen in het boek aan, maar voegde er tevens een verontschuldigend voorwoord aan toe. Hij excuseerde zich voor het al te weelderige taalgebruik, de prekerige toon van sommige monologen, de veel te zwartgallige passages over de teloorgang van het Engelse landhuis; ‘een groot gedeelte van dit boek is daarom een lofrede boven een lege grafkist’. Het opgelapte boek werd door de schrijver aangeboden aan een nieuwe generatie lezers als een ‘souvenir uit de Tweede Wereldoorlog’. Brideshead Revisited is echter meer dan een sentimenteel souvenir. Critici hebben het boek keer op keer genadeloos neergeknuppeld, vurige Waugh-fans hebben zich er walgend van afgekeerd, maar men moest zich uiteindelijk toch gewonnen geven: het is een van zijn slechtste romans; het is zijn belangrijkste roman. In geen enkel ander boek geeft de schrijver zich zo volledig over aan zijn nostalgie, aan zijn sentimenteel verlangen naar een geordende wereld. Brideshead Revisited is zonder twijfel Waughs grand roman malade. Die term heb ik gestolen van François Truffaut, die in zijn boek over Hitchcock diens late film Marnie tot grand film malade verklaart. Truffaut: ‘Het is gewoon een meesterwerk dat voortijdig tot een einde is gekomen, een ambitieus project dat verzwakt wordt door een paar vergissingen bij de verwezenlijking ervan: een mooi scenario dat onverfilmbaar is, een inadequate cast, de opnamen bedorven door haat, of verblind door liefde, of een buitensporig gapend gat tussen de oorspronkelijke bedoelingen en het uiteindelijke resultaat. (...) Als je accepteert dat een perfecte uitvoering vaak de bedoelingen van de maker verhult, moet je toegeven dat de “grand film malade” duidelijker zijn bestaansreden kan onthullen. (...) Ik zou er nog aan toe willen voegen dat de “grand film malade” vaak geschaad wordt door een overdaad aan oprechtheid. Paradoxaal genoeg maakt deze oprechtheid de film helderder voor de “aficionados”...’ Zo is het met films, zo is het met boeken. Iedere goede en bijna iedere grote schrijver heeft wel een boek, verhaal of gedicht geschreven dat geexcuseerd dient te worden bij koele critici, maar niettemin een speciale plaats inneemt in het hart van de lezer. Deze koestert het werk juist vanwege de duidelijke onvolkomenheden, de al te ambitieuze opzet, de te grote persoonlijke betrokkenheid van de auteur. De lezer kan zijn voorkeur niet verdedigen in literair-kritisch jargon, hij kan zich alleen beroepen op een ‘zwak’ voor het werk, een liefde tegen beter weten in. Tijdens het lezen kijkt hij niet alleen in de wereld van het boek, maar tevens in de ziel van de schrijver. De grand roman malade: E.M. Forsters Maurice, Bruce Chatwins The Songlines, John LeCarré's A Perfect Spy, Jean-Paul Sartres L'idiot de la famille, Norman Mailers Ancient Evenings, Henry James' The Golden Bowl, James Joyces Finnegan's Wake; wil je deze boeken aan je hart drukken, dan moet je van de schrijver houden. Soms heeft de lezer geluk en krijgt hij the best of both worlds. Waugh heeft naast Brideshead Revisited nog een gemankeerd meesterwerk geschreven. Voor dezelfde vulgaire Amerikanen die hij later zo verafschuwde, schreef hij in 1934 een alternatief, gelukkig einde voor zijn beste roman, A Handful of Dust. Dat boek is het schrijnende relaas van het uiteenvallen van een ‘goed’ huwelijk, een cynisch commentaar op een moreel faillissement. De tragedie beschrijft één lange, neergaande lijn; bedrog volgt op bedrog, misverstand op misverstand, leugen op leugen, catastrofe op catastrofe. Nergens bezwijkt Waugh voor de verleiding van het sentiment, in geen enkele passage kleurt hij de grauwe werkelijkheid bij met een fleurige moraal. Aan het einde van het boek bevindt de bedrogen echtgenoot, Tony Last, zich ergens in de rimboe in handen van de beschaafde wilde Mr. Todd, die hem dwingt tot het levenslang voorlezen van de romans van Dickens; vermoedelijk het meest tragisch-absurde einde in de wereldliteratuur. Juist het ontbreken van een moraal of wishful thinking maakt A Handful of Dust tot Waughs beste boek. Het valt dan ook moeilijk te begrijpen waarom schrijver besloot een knieval te maken voor zijn Amerikaanse uitgevers, die dat Dickens-einde te gruwelijk voor woorden vonden. In die tweede versie sluiten Tony en Brenda Last elkaar op de laatste pagina's weer in de armen; een ongeloofwaardig slot dat de roman van een meesterwerk tot een aardig boek degradeert. Maar vermoedelijk was het meer dan geldzucht alleen die Waugh deed bezwijken voor de Amerikaanse eisen, enda Last elkaar op de laatste pagina's weer in de armen; een ongeloofwaardig slot dat de roman van een meesterwerk tot een aardig boek degradeert. Maar vermoedelijk was het meer dan geldzucht alleen die Waugh deed bezwijken voor de Amerikaanse eisen. A Handful of Dust is grotendeels gebaseerd op Waughs eigen eerste, desastreuze huwelijk. Door zichzelf niet langer op de vlakte te houden, door de gruwelijke ‘werkelijkheid’ van zijn roman leefbaar te maken, gaf hij misschien een tastbare vorm aan een diep persoonlijk verlangen dat in de eerste versie, het meesterwerk, onuitgesproken blijft: een onvoorwaardelijk happy ending. |
|