Vrij Nederland. Boekenbijlage 1989
(1989)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Hans Bouman & Ed van Eeden‘De zwaarste beslissing in mijn uitgeversloopbaan.’ Zo karakteriseert Henk Figee van uitgeverij Amber zijn besluit om af te zien van publikatie van het boek van Jules Croiset. Vorige week maandag hadden Figee en Croiset in principe overeenstemming bereikt over de publikatie, waarin de acteur nader ingaat op de door hemzelf in scène gezette ontvoeringszaak, naar aanleiding van de affaire-Fassbinder. Maar afgelopen vrijdag gaf de uitgever hem schriftelijk te kennen van het voornemen te willen afzien, ‘hoe pijnlijk dit voor Croiset ook moet zijn geweest’. Figee wilde het boek publiceren, niet alleen omdat het hier een potentiële best-seller betreft, maar ook omdat hij van mening is dat Croiset de kans verdient zijn stem te laten horen. ‘Het gaat er niet om of je het met hem eens bent. Ik vond dat hij de gelegenheid moest krijgen zijn visie onder de aandacht te brengen.’ Reacties van collega's, werkzaam bij andere imprints van De Boekerij - dat zijn naast Amber: De Bataafse Leeuw, Van Goor en de imprint De Boekerij - hebben Figee op andere gedachten gebracht. ‘Ik had niet verwacht zoveel emotionele reacties te krijgen,’ aldus de uitgever. ‘Wanneer er sprake van is dat collega's letterlijk wakker liggen van de gedachte dat ik Croiset uitgeef, dan gaat dat mij te ver. Ik had dat boek graag willen publiceren, maar niet tot elke prijs.’ Figees collega's weigeren desgevraagd nader op de zaak in te gaan. ‘Het betreft hier een interne aangelegenheid.’ Reeds eerder stuitte de publikatie van Croisets boek op problemen. Croisets manuscript werd geweigerd door uitgeverij Bzztôh, die ook Fassbinders Het vuil, de stad en de dood op de markt bracht. Uitgever Phil Muysson zwichtte voor emotionele bezwaren uit zijn naaste omgeving.
Na een jaar van vruchteloos onderhandelen ging er vorige week, via de Amsterdamse advocaat mr. F. IJff, een dagvaarding uit van vertaalster Marijke Emeis naar uitgeverij In de Knipscheer te Haarlem. Zij eist hierin een schadevergoeding van f 12.925, - omdat de uitgeverij zonder haar voorafgaande toestemming de rechten van een van haar vertalingen heeft overgedragen. Het gaat om het boek Meridian van Alice Walker, dat nu als Rainbow Pocket is verschenen bij uitgeverij Maarten Muntinga. Emeis' voornaamste bezwaar is het feit dat de haar toekomende royalty's bij deze overdracht zijn gedaald van twee naar een half procent van de verkoopprijs. Franc Knipscheer erkent dat er iets is misgelopen bij het verzoek om toestemming, maar meent dat het lagere royaltypercentage een logisch voortvloeisel is van de lage verkoopprijs van de pocket. ‘Zo'n goedkope uitgave is alleen mogelijk als iedereen iets inlevert. Wijzelf verdienen ook maar een kwartje per verkocht exemplaar.’ Een royalty van een half procent is volgens Knipscheer niet ongebruikelijk. ‘Het gaat hier immers niet om een herdruk, maar om een licentie-uitgave, en dan geldt niet het recht van twee procent maar een soort subrecht. Marijke zou dit eigenlijk moeten zien als een additionele inkomstenbron, want van de paperback, die uit 1979 stamt, lag de verkoop allang praktisch stil.’ Volgens Emeis zijn er uitgeverijen die wel degelijk twee procent royalty's afdragen over de Rainbow Pocket-edities van hun boeken. Als voorbeeld noemt zij De Woelrat. Indien er niet alsnog een schikking plaatsvindt, dient de zaak eind januari.
Steeds vaker leiden overnamen en fusies van uitgeverijen tot ontevreden auteurs. Twee jaar geleden was Graham Greene een van de eersten die aan de bel trokken. Hij was het oneens met het beleid van zijn neef Graham C. Greene, topman van de Londense uitgeverscombinatie Chatto, The Bodley Head and Cape, en vertrok naar het juist opgerichte, piepkleine uitgeverijtje van zijn oude vriend Max Reinhardt (op zijn beurt overigens weer onderdeel van het Penguin-concern). Ook de overname van de Britse uitgeverij William Collins door media-tycoon Rupert Murdoch, dreigt aanzienlijke gevolgen te hebben voor het fonds van dit voormalige Glasgowse familiebedrijf. Ten minste drie auteurs hebben te kennen gegeven naar een andere uitgeverij te zullen vetrekken. Behalve de voormalige Labour-leider Michael Foot en reisboekenauteur Eric Newby vertrekken ook best-sellerschrijvers als Hammond Innes en Ken Follett.
Opvallend vaak stond de laatste maanden in de Volkskrant (en alleen daarin) een grote advertentie, met foto, voor De onderste steen, de bibliografie van het werk van Wiel Kusters. Dit met veel subsidie tot stand gekomen, fraai vormgegeven boek, waarvoor onder vele anderen Gerrit Kouwenaar en Oskar Pastior poeziëbijdragen leverden, is een uitgave van het bibliofiele fonds Herik, dat zich een dergelijke perscampagne normaliter niet zou kunnen permitteren. Herik-uitgever Jo Peters uit Landgraaf, ook de samensteller van De onderste steen, beaamt dit: ‘Ik heb er mijn oude schoolvriend Harry Smeets bij de Volkskrant op aangesproken, en die was bereid bij wijze van sponsoring een aantal malen mijn advertentie mee te nemen. Daardoor ben ik nu praktisch door de eerste druk van vijfhonderd exemplaren heen, en kan ik binnenkort gaan herdrukken.’ Volkskrant-promotiechef Daalhuisen zegt met een dergelijke manier van sponsoring niet bekend te zijn: ‘Misschien is zo'n regeling er via de drukker doorgeglipt, maar zolang als ik bij de krant werk, heb ik er nog nooit van gehoord.’ Meer duidelijkheid schept echter genoemde Harry Smeets, waarnemend directeur-uitgever van de Volkskrant: ‘Wij plaatsen wel vaker zogenaamde stoppers voor goede doelen als Greenpeace en Artsen zonder grenzen op de witte plekken van onverkochte advertentieruimte, en Kusters is, of was, toch Volkskrant-medewerker? Als we alleen maar eigen stoppers plaatsen, wordt de krant ook zo saai.’ Hier ligt dus een mooie kans voor kleine uitgevers om hun werk landelijke bekendheid te geven.
Bijna was er een Nederlandstalig televisieprogramma over actuele literaire onderwerpen geweest. Op 9 december hebben NOS en BRT vergaderd over de formule van een reeks uitzendingen met als presentator Martin Coenen, van het populaire Vlaamse programma Wie schrijft die blijft. De NOS zag direct perspectief in een opzet waarbij per keer enkele thema's door bekende auteurs werden belicht. Als Nederlandse kant van de redactie werden Piet Erkelens, Henk Pröpper en Jessica Voeten aangesteld, en de omroep programmeerde meteen een aantal avonden, te beginnen op 24 februari. Groot was de teleurstelling in Hilversum toen de BRT eind december per brief liet weten geen medewerking te willen verlenen aan de beoogde formule. Wim Odé, hoofd kunst bij de NOS, noemt het Belgische afzeggen ‘heel vervelend’, en zegt op middellange termijn te zoeken naar een andere oplossing: ‘Als we met de Belgen hadden kunnen samenwerken, hadden we beroep kunnen doen op speciale coproduktiefondsen. Om verder overleg niet in de weg te staan, geef ik liever niet mijn mening over het late stadium waarin onze plannen nu zijn afgefloten.’ De reden om af te zien van het samenwerkingsverband, dat van de BRT een financiële bijdrage van vijfentwintig procent vroeg, lag voor de Vlaamse omroep in het feit dat de NOS een opzet wilde die moeiteloos paste in al bestaande BRT-programma's als Wie schrijft die blijft, Eiland, Uitgelezen en Container. Bovendien was er geen zendtijd beschikbaar op in ieder geval de eerste twee door de NOS eenzijdig geplande data. Martin Coenen geeft de BRT dan ook gelijk: ‘Het zou dwaas zijn om geld te stoppen in een programma dat concurrentieel is met een aantal eigen programma's. Als de NOS zo graag een literair praatprogramma wil, begrijp ik eerlijk gezegd niet waarom ze dat dan niet gewoon zelf maken.’
Van Hendrik Cramer, een surrealistische schrijver die op zestigjarige leeftijd overleed in concentratiekamp Neuengamme, is in Nederland momenteel geen enkel boek leverbaar. In Frankrijk is dat anders, nu een door Philippe Noble samengestelde bloemlezing onder de titel Visions et naissances verschenen is bij de Monegaskische uitgeverij Ed. du Rocher. De Stichting voor Vertalingen laat bij monde van Guy Vandeputte weten geen subsidie voor deze uitgave te hebben verstrekt, niet te hebben bemiddeld, en er zelfs niets van te weten: ‘Noble regelt dergelijke dingen zelf, maar het is wel vreemd dat hij het niet even gezegd heeft.’ De drijvende kracht achter het boek blijkt Meulenhoff-uitgever Laurens van Krevelen te zijn geweest, die in 1974 onderzijn artistieke pseudoniem Laurens Vancrevel de allang uitverkochte Cramer-bundeling Vizioen en geboorte voor zijn uitgeverij bezorgde. Van Krevelen zegt al enkele jaren met diverse Franse uitgevers bezig te zijn geweest over een uitgave van ‘de kapitein’, zoals Cramers bijnaam luidde: ‘Doordat de oorlog uitbrak toen uitgeverij Stols belangrijk werk van hem zou publiceren, is Cramer hier goeddeels vergeten, al heeft Sybren Polet hem nog wel opgenomen in zijn bloemlezing Ander proza. Als de reacties in Frankrijk loskomen, heb ik een argument om de boekhandel te overtuigen van Cramers belang, en kan ik zijn werk ook in Nederland opnieuw brengen. Maar dat kan nog wel een jaar duren.’ |
|