Vertaald
Volgens ingelichte kringen zei Günter Grass bij de verschijning van Die Rättin dat het zo goed als zeker zijn laatste boek is. Die Rättin heeft inderdaad alle kenmerken van een eindwerk, schreef Gerda Meijerink toen het boek in Duitsland verscheen (Boekenbijlage 29 maart 1986). Bij uitgeverij Meulenhoff is nu de vertaling van Grass' ‘grootse verbeelding van een nachtmerrie’: De rattin, vertaald door Peter Kaaij (478 p., f 39,50, gebonden f 55,-). In zijn vorm- en taalkunstwerk laat Grass ze nog één keer opdraven, de figuren uit zijn grote romans. Oskar Matzerath en zijn grootmoeder Anna Koljaczeck uit De blikken trommel, de vis en de vrouwen uit De bot, de gebroeders Grimm uit Trefpunt Telgte, de anoniem gebleven maar o zo herkenbare politici uit Kopgeboorten en andere romans. ‘Het saldo van een meesterschrijver, van zowel een balans als van een laatste wilsbeschikking,’ oordeelde Gerda Meijerink. ‘De rattin is een fantastisch boek, letterlijk en figuurlijk. Het is rijk aan alles wat taal en verbeelding te bieden hebben. Alleen: het doet je niet warmlopen, het is een schitterend maar koud vuur dat daar brandt. Het is een vreemde ervaring, dat l'art pour l'art van de ondergang van de mensheid en ik vraag me af of Grass het zo bedoeld heeft. Je kunt je bijna niet voorstellen dat hij niet de intentie heeft gehad een boek te schrijven dat ons ook op een andere manier aangaat, zoals ook de boodschap in De bot hem bittere ernst was. Als die intentie er is geweest dan is die Haar doel voobij geschoten.’
■