Harde jongens
Twee nieuwe Nederlandse thrillers
De tweede man door Felix Thijssen Uitgever Luitingh, 184 p., f 10,-
Dun vernis door Theo Capel Uitgever Luitingh, 184 p., f 10,-
R. Ferdinandusse
Vroeger, nog niet eens zo heel lang geleden, dus nog net voorstelbaar, was het 's nachts aardedonker. Geen hand voor ogen, zowel binnen als buiten (behalve als het maantje scheen of de kaars brandde, maar daar hebben we het even niet over). Wie dan een slaapkamer binnendrong - de film heeft ons dat afgeleerd - was in feite onzichtbaar. En, zo wil de literatuur, gebeurde het vaak dat allerlei mannen (minnaars zowel als politiespeurders) in donkere bedsteden kropen naast de daar al aanwezige dames en zich met succes voor een ander uitgaven. Het komt voor bij Alexandre Dumas (De Drie Musketiers!) en bij Le Fanu, en steeds moeten we als lezer aannemen dat de vrouw in het bed niet ontdekte dat het haar eigen minnaar of echtgenoot was, maar een vreemde die er alleen sterk op leek. In de meer erotische literatuur dienden dat soort verwisselingen de pret, maar in de al genoemde boeken gebeurde het meestal om - voor de intrige cruciale - informatie te verkrijgen. Het moet een mooie tijd geweest zijn, alleen geloof ik er geen barst van. Ongetwijfeld hadden ze in die tijd in bed een hoop kleren aan en gebeurde ‘het’ door het omhoogfrommelen van linnengoed, en ongetwijfeld gromden ze meer dan ze praatten, maar 't blijft ongeloofwaardig, leuk bedacht maar het doet iets af aan het verhaal.
Dat pikkedonker (ik gebruik dat woord nu pas) is in de modernere avonturenroman of thriller vervangen door de tweeling. In plaats van broer I treedt broer II aan, drinkt een borrel, converseert en gaat te bed - en de vrouw merkt niks. Ik wil zelfs best aannemen dat het wel eens is voorgekomen, maar zodra het gaat om een cruciaal moment in een plot word ik niet vrolijk.
Vandaar de - lichte - teleurstelling bij de nieuwe thriller van Felix Thijssen: De tweede man. Hoofdpersoon is weer Charlie Mann, die vanaf Wildschut. Thijssens eerste, als tamelijk geharde vrije jongen de wereld onveilig maakt. Hij heeft zoveel op zijn kerfstok dat een terugkeer naar Nederland alleen mogelijk is via een geheel nieuw gezicht, en dat heeft hij zich door een chirurg dan ook laten aanmeten. Het handwerk van gangster ligt hem wel en hij heeft al zijn ervaring nodig want Thijssen heeft een snel, actievol scenario voor hem geschreven. Het is een boek - en het leest als een trein - maar het had net zo goed een film kunnen zijn. Die scenario-vaardigheid van Thijssen heeft voordelen: vaart, verrassingen en onverwachte wendingen, die vooral in de eerste helft veel spanning meebrengen. Het nadeel: al lezend zijn de erbij behorende beelden zichtbaar, de bekende filmthrillerbeelden. De vechtpartij, het autokerkhof, de dokter die gedwongen wordt een kogel te verwijderen, de bank in Zurich. De partner van Charlie Mann heeft natuurlijk ook een gimmick - hij citeert te pas en te onpas jiddische spreuken. Het is vakwerk, en als die tweeling het niet even pikkedonker had gemaakt, zou ik de neiging gehad hebben te zeggen: na Ratteval en Koud spoor zelfs vakwerk in stijgende lijn. Uitgeverij Luitingh heeft besloten een aantal thrillers (waaronder deze van Thijssen) meteen in pocket uit te brengen. Het omslag is niet erg uitnodigend, de prijs (f 10,-) wel.