Mediamystiek
De overzichtstentoonstelling in het Rotterdamse Museum Boymans-van Beuningen van het werk van Rob Scholte (nog te zien tot 5 december) heeft een onorthodoxe catalogus opgeleverd. Scholte moet zich hebben gestoord aan de voorspelbaarheid waaronder de meeste catalogi gebukt gaan. In de regel presenteert zo'n catalogus afbeeldingen van de tentoongestelde werken plus een inleidende loftuiting van de museumdirecteur, en verder treft de koper negen van de tien keer een bonkig essay aan van een conservator of een kunsthistoricus waarin de kunstenaar in kwestie op omslachtige wijze wordt ingedeeld bij deze of gene stroming. Rob Scholte heeft de braafheid van zo'n begeleidend boekwerkje willen vermijden en de samenstelling van de catalogus in eigen hand gehouden. Net als zijn schilderijen dat zijn, moest de catalogus een statement worden, een speelse ode aan de oppermacht van de reproduktie en de, zoals Scholte het zelf noemt, ‘mediamystiek’. How to star heet de catalogus die leest als een hyper-ironische proeve van zelfverheerlijking. Scholte heeft fragmenten geplukt uit de talloze beschouwingen die over hem en zijn werk zijn verschenen, variërend van ernstige vertogen in vaktijdschriften tot gelikte zinnetjes uit glossy magazines.
De verwarring begint al met het omslag van How to star. In plaats van met een catalogus denkt men te doen te hebben met een plaatjesboek van een Broadway-show of met een thriller van Robert Ludlum. Voorts is het hoogglanspapier verruild voor dat van de morsige Amerikaanse paperback. En wie ten slotte letterlijk zijn neus in het boek steekt, ruikt de papiergeur die tot voorheen was voorbehouden aan nostalgische jongensboeken-voor-lange-winteravonden zoals bij voorbeeld Dik Trom of De Kameleon.
How to star is een soort spotmandement geworden. Door de veelheid van elkaar tegensprekende citaten trekt het boek een lange neus naar zowel de massamedia als de elitekunst, naar de moralistische kunstcritici en de linkmiegelige collectioneurs. Net als in zijn schilderijen poogt Scholte in de catalogus het beeld van de unieke persoonlijkheid van de scheppende kunstenaar te ondergraven; de ‘mediamystiek’ heeft immers iedere originaliteit uitgebannen. Is Rob Scholte een cultuurpessimist of een oplichter, een virtuoze bezorger van speelse concepten of een slaafse pomo-jongen met gevoel voor marketing? In de media is het allemaal wel eens geopperd, en alles is in een vermakelijke collage terug te vinden in How to star, met als ondertoon de minder vermakelijke strekking die zegt dat alles waar is als het maar ergens gedrukt staat.
De catalogus opent en besluit met een heuse hitlijst, een soort Billboard hot one hundred van de best verkopende jonge kunstenaars ter wereld, zoals die is gepubliceerd in het Westduitse financieel-economische maandblad Capital van november 1987. We vinden Scholte terug op nummer 96, binnengekomen met stip; in de nieuwe hitlijst is hij alweer verder gestegen. De kunstenaar als popster; schilderijen in een top honderd. Kunst wordt platter dan de werkelijkheid en de werkelijkheid wordt geregeerd door het monopolie van de media, die immers in bezit zijn van het fenomenale machtsmiddel van de reproduktie. De catalogus laat zie hoe kunstenaar en kitsch elkaar omarmen - maar in laatste instantie maakt Scholte er een spannende, anarchistische omhelzing van. Want het blijft natuurlijk aan de kunstenaar wie door wie wordt doodgedrukt. How to star is te bestellen door overmaking van f35,- + f 5,50 portokosten op gironr. 513302 van Museum Boymans-van Beuningen.
JZ