Twee heren die het leven ernstig nemen
Ambitie en ijdelheid in het debuut van Koen Peeters
Conversaties Met K. door Koen Peeters Uitgever Meulenhoff, 144 p., f 32,50
Wim Vogel
Ooit gehoord van Häckel? Dat was een bioloog die de volgende wet formuleerde: de ontwikkeling die elk dier afzonderlijk doormaakt vóór zijn geboorte, is gelijk aan de ontwikkeling die de volwassen dieren van zijn soort hebben doorgemaakt in de loop der tijden. Iedere mens was ooit een foetus, leek ooit op een visje.
Stel, je weet zeker dat er een schrijver in je huist. Hoe geef je vorm en inhoud aan die overtuiging? Wat is jouw thematiek, welk genre ligt je het beste, welke stijl kies je? Koen Peeters (geboren in 1959) probeert in zijn debuut Conversaties met K, duidelijk te maken dat ook in dat geval de Wet van Häckel opgaat. Zijn roman is een staalkaart: verschillende stijlen, verschillende genres, een titel die naar Kafka verwijst, een motto van Nabokov, een opdracht, een proloog en een epiloog, gebeurtenissen die om een interpretatie vragen, een verteller die steeds meer de hoofdpersoon voor de voeten loopt en die op de laatste bladzijde, als Stem in de Max Havelaar dan ook vriendelijk bedankt wordt en terzijde wordt geschoven. ‘Genoeg! Ik heb genoeg verdragen! Ik, Robert Marchand, neem de pen op...’
Die verteller heeft dan wel vele stijlen en genres onderzocht, heeft zich uitvoerig beziggehouden met het verband tussen werkelijkheid en fantasie, met de functie van details, kortom, met alle problemen die iedere schrijver steeds opnieuw tegenkomt. Het bijzondere van dit boek van Peeters is daarom dat in een roman de grenzen en de mogelijkheden van een schrijversschap worden onderzocht. Waar dat zoeken ophoudt, eindigt de roman, kan het fictionele schrijven beginnen.
Een oordeel over Peeters' talent is, als ik uitga van deze verkenning, moeilijk te geven. Wie schrijver wil worden, zegt de verteller in De Elementen, de nieuwe novelle van Harry Mulisch, ‘onderscheidt zich van een schrijver, want die heeft het nooit willen worden: die bleek het te zijn. Wie het wil worden is het kennelijk niet, al is hij nog zo'n inventief verbalizer. Je moet niet alleen kunnen vertellen, maar ook iets te vertellen hebben.’ Heeft Peeters dat?
Koen Peeters
FOTOSTUDIO GINO CAMPENS/KRIS KUYPERS
Conversaties met K, telt zeven hoofdstukken waarin in een steeds lossere stijl twee heren, een zekere K, en de veel jongere Robert Marchand gesprekken voeren, K. is een belangrijk persoon, heeft zijn doelen in het leven bereikt, wordt met u aangesproken door Marchand die jong en ambitieus is. Hun conversaties worden door de verteller, gedeeltelijk in dialoogvorm, gedeeltelijk in brieven, geschikt gemaakt voor publikatie. Hij herschrijft hun gesprek over de treurige geschiedenis van de Middenafrikaanse okapi, hij ‘verslaat’ hun bezoek aan een koloniaal museum, hun discussie over het aantrekkelijke van de filatelie en hij doet dat aanvankelijk in een achttiende-eeuwse, didactische stijl. Twee heren van formaat wandelen, slaan gade en wisselen op een aimabele, voorkomende maar ook wat saaie wijze informatie en meningen uit. De taak van de verteller is gering, hij fungeert als doorgeefluik. Hij probeert door de informatie te ordenen zijn vraag uit de proloog te beantwoorden hoe een boek ontstaat. Kennis, ergens iets van af weten is daar kennelijk een voorwaarde voor.
Zijn taak verandert na het Interludium. De droge, rationele stijl van de eerste vier hoofdstukken zint Robert Marchand steeds minder en hij verzoekt de verteller daar iets aan te doen. In de drie hoofdstukken daarna wordt diens stijl dan ook persoonlijker en suggestiever terwijl hij tegelijkertijd een antwoord probeert te vinden op de vraag hoe een auteur zich dient te verhouden tot de werkelijkheid. In de epiloog tenslotte wordt de ghostwriter terzijde geschoven. De auteur, Robert Marchand én Koen Peeters, is erachter gekomen dat schrijven een amalgaan is van ambitie en ijdelheid, van een groot inlevingsvermogen, een sterke verbeelding, dat details soms verzonnen moeten worden, dat je altijd een keuze moet maken uit een overweldigende werkelijkheid.
Conversaties met K, is een oorspronkelijk en gedurfd debuut. In een opvallend lichte stijl onderzoekt een auteur de grenzen van zijn creatieve mogelijkehden. Of hij daar binnen ook nog iets te vertellen heeft, moet blijken uit volgende publikaties.
■