Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny SchoutenVoor het eerste deel van de Shawbiografie The Search for Love van Michael Holroyd (er zullen twee delen volgen) betaalde Chatto & Windus het adembenemende bedrag van 625.000 pond als voorschot, in het vertrouwen dat de biografie ‘het boek van dit decennium’ zou zijn. The Sunday Times maakt zich plaatsvervangend bezorgd of Chatto nog kansen heeft om al dat geld terug te verdienen: het boek verdween vier weken na publikatie van hun bestsellerslijst. Ter vergelijking: Richard Ellmanns biografie van Oscar Wilde stond vorig jaar als hardcover zesentwintig weken achtereen hoog op de non-fictielijst; de dit jaar uitgekomen paperback-editie prijkt er sinds zeven weken op.
Bij uitgeverij Becht staan de memoires van Simon Wiesenthal, Geen wraak maar gerechtigheid op het punt van verschijnen. De promotieafdeling heeft geluk: Wiesenthals leven wordt op dit moment verfilmd. In de vierdelige tv-serie - Amerikaans/Britse coproduktie van H.B.O.-Cable Pictures en TVS-Films - speelt Ben KingsleyGa naar margenoot+ (die zich eerder inleefde in Gandhi, Lenin en Sjostakovitsj) de rol van Wiesenthal, een rol waarvoor eigenlijk aan Kirk Douglas was gedacht, maar die kreeg niet de zegen van Wiesenthal zelf. De aangezochte Paul Newman weigerde de rol, bevreesd voor het spelen van een nog in leven zijnd personage, waarop Wiesenthal liet weten ‘niet voor het genoegen van meneer Newman te willen sterven’. Mevrouw Wiesenthal wordt gespeeld door Renée Soutendijk. Uitgeverij Becht kan de vraag niet beantwoorden welke omroep mogelijk de serie voor Nederland zal aankopen: ‘Dat zouden we zélf ook heel graag willen weten.’
Uitgeverij Arche uit Zürich heeft het op zich genomen om het hele oeuvre van Anna Blaman uit te gaan brengen. Als eerste titel - zelfs als ‘leading title’ van Arches najaarsaanbieding - verschijnt Einsames Abenteuer, vertaald door Maria Csolany, in een serie die Klassiker/Klassikerinnen der Moderne heet. In die reeks verscheen werk van H.D. (Hilda Doolittle), Gertrude Stein, Alice B. Toklas en Ezra Pound. Bij uitgeverij Meulenhoff heeft Maarten Asscher vertrouwen in een aantrekkend Nederlandse enthousiasme voor Blaman, dat extra aangewakkerd zou kunnen worden door de uitgave van haar brieven (Ik schrijf het je grof-eerlijk; de briefwisseling van Anna Blaman met Emmy van Lokhorst en Sonja Witstein, deze maand te verschijnen). Is Blaman ook niet iets voor de Classics-serie van de Britse vrouwenuitgeverij Virago? Asscher koestert hoop: ‘Virago heeft in het verleden wel belangstelling getoond, maar ze hebben het nooit aangedurfd. Misschien dat het voorbeeld van Arche ze nu over de streep trekt.’
De tekenen kunnen natuurlijk altijd bedriegen, maar literaire prijzen lijken toch minder indruk te maken dan in voorbije jaren. Het Haagse gemeenteraadslid mevrouw C. van Herwaarden van D66 noemde het gebrek aan publicitaire belangstelling voor de Constantijn Huygensprijs (dit jaar voor Jacques Hamelink) een argument voor haar voorstel om de gemeentelijke subsidie aan de Jan Campertstichting gedeeltelijk over te hevelen naar het piepkleine ‘experimenteel-literair’ theater Branoul. ‘Dat trekt veel bezoekers onder wie veel scholieren,’ is de democratische opinie van mevrouw Van Herwaarden. Het dreigement van het bestuur van de Jan Campertstichting om de voorgestelde bezuiniging te beantwoorden met een aftreden en bloc, deed gelukkig de PvdA-fractie, die voornemens was om de het D66-voorstel te steunen, op haar schreden terugkeren. Maar ook de tweejaarlijkse Anton Wachterprijs (f 1500,- voor een literair debuut) die twee weken geleden op de Harlingse Vestdijkdag werd uitgereikt aan Gijs IJlander voor diens roman De kapper, blijkt aan prestige te hebben ingeboet. Er was geen landelijk dagblad dat aandacht besteedde aan het bericht. Sneu voor de auteur, en voor uitgever Dick Gubbels van Veen, die zich moesten behelpen met ‘betaalde publiciteit’: ‘En die valt hoe dan ook toch minder op.’ Hoe anders was het dan, toen Frans Kellendonk (1977), A.F.Th. van der Heijden (1979), of Tessa de Loo (1984) de gelukkigen waren. En we herinneren ons toch ook nog de namen van de wat minder beroemd geworden Peter Burgstedde (1981) en Walter te Gussinklo (1986). Juryvoorzitter Hans Oele is ook verbaasd dat het ANP-bericht alleen op regionale kranteredacties indruk heeft gemaakt. Oele aarzelt in zijn verklaring tussen het vermoeden dat buiten zijn provincie gedacht wordt: o, het is Harlingen maar, en de zware concurrentie van het grote geld van AKO, ECI en zelfs van de Geertjan Lubberhuizenprijs, net als de Anton Wachterprijs een debuutprijs, maar een die met een veelvoud ervan (f 10.000,-) gehonoreerd wordt. ‘En ach, kennelijk is Nederland tegenwoordig prijzenmoe.’ |
|