Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny SchoutenHeinemann Educational Publishers in Oxford had pech: het bericht over de bekroning van het oeuvre van de Egyptische schrijver Naguib Mahfouz met de Nobelprijs kwam precies zes weken nadat Heinemann de rechten erop had geretourneerd aan American University Press Cairo. ‘Het is wel een beetje een sad story,’ zegt Heinemann-uitgeefster Vicky Unwin. Heinemann begon in 1973 met de serie Arab authors, waarin twintig titels verschenen en die de faam verwierf ‘een schatkamer van de Arabische literatuur’ te zijn. ‘Maar die boeken verkochten tot onze teleurstelling alleen maar in Egypte,’ licht Vicky Unwin toe, ‘en dat hield op toen men ze vijf jaar geleden door gebrek aan deviezen niet meer afnam.’ Dal A.U.P. Cairo na onderhandelingen die'al een jaar aan de gang waren zeer plotseling besloot om de rechten op Mahfouz terug te kopen, heeft Unwin wantrouwig gemaakt: ‘Het is niet meer dan een gerucht, maar er is toch wel veel waarschijnlijkheid dat vooraanstaande arabisten in Cairo benaderd zijn door de Nobelprijs-jury, zodat de uitgeverij via de gossip uit coffeeshops heeft kunnen berekenen dat er kansen waren voor Mahfouz.’ Het curieuze doet zich nu voor dat slechts twee titels van Mahfouz beschikbaar zijn voor het Engelssprekende publiek: Respected Sir (Quartet Book), en Children of Gebelawi. Van de tweeduizend exemplaren die Heinemann van dat boek nog had, zijn er (via importeur Nilsson & Lamm) vijfhonderd door Nederland afgenomen. ‘Er is nu wat ironie in dat A.U.P. in Cairo ons niet de reprintrechten wil verkopen,’ zegt mevrouw Unwin, die er desondanks om kan lachen dat de beloning voor haar jarenlange inspanningen uitblijft: ‘We are cynically amused.’
De ‘boekpresentatie’ van het nieuwste boek van Tom Lanoye, Alles moet weg, had voor de Antwerpse boekhandel De Groene Waterman onvoorziene gevolgen. In de etalage waren (uit privé-bezit van Lanoye) de attributen en bagage van de handelsreiziger die in het boek figureert uitgestald, voorzien van grote plakkaten met ‘Alles moet weg’ en ‘Totale uitverkoop’. Er kwam niet alleen veel volk op af, begerig naar de uitgestalde koffers en inhoud van de zeeptrommels, maar ook de politie was gealarmeerd, in de veronderstelling dat De Groene Waterman de uitverkoopwet had overtreden. Verontrusting van de zijde van uitgevers en collega-boek verkopers moet Chris Kersschaever van De Groene Waterman aan het denken hebben gezet over het vertrouwen in zijn comptabiliteit: ‘Iedereen bleek meteen te hebben gedacht dat we failliet waren.’
Nieuw werk van schrijvers ‘van naam’, als daar zijn W.F. Hermans, Gerrit Komrij, Remco Campert en Kees van Kooten plegen bij dag- en weekbladen niet door de jongste bediende besproken te worden, maar de kunstredactie van Het Parool lijkt zich te willen profileren met een andere opinie. De ‘Felix de Vree’ aan wie de bespreking van de room der Nederlandse letteren wordt overgelaten (en die in vrijwel ieder specimen ervan een ‘lijklucht’ ontwaart), is volgens zijn chef ‘een veelbelovende achttienjarige gymnasiast’, al klinkt dat weinig aannemelijk sinds ‘De Vree’ in het geval van Hermans liet blijken reeds langer dan twintig jaar een oplettende lezer van Propria Cures te zijn. Het laatste slachtoffer van De Vrees karaktermoorden, journalist-columnist Max Pam, nam geen genoegen met de anonimiteit waarachter zijn aanvaller zich verschuilt, en maakte in NRC Handelsblad bekend dat hem diens identiteit bekend is: oud-PC-redacteur Bob Polak. Die hypothese wordt hem afgestreden door het radioprogramma VPRO-Boeken, dat het houdt op de ooit bij Het Parool weggezonden columnist (eveneens ‘oud-PC’) Henk Spaan. Bij Het Parool erkent men ditmaal wel dat ‘De Vree’ een pseudoniem is. ‘We luchten niet om wie het gaat,’ zegt hoofdredacteur Sytze van der Zee, die er ‘liever niet meer’ over zeggen wil dan dat ‘De Vree geëindigd is. Inderdaad, dat betekent dat hij ontslagen is.’
Ook Vlaanderen ontsnapt niet aan het fenomeen. Koud heeft computerfirma NCR een literaire prijs ingesteld die in waarde alle voorgaande (uitgezonderd de Staatsprijs) slaat: 300.000 BF, of uitgeverij Davidsfonds in Leuven biedt meer. Hoevéél precies wil economisch directeur voor de officiële bekendmaking van de prijs, half november, nog niet zeggen. De f 150.000,- die in de wandelgangen van Het andere boek werden genoemd, is wel een beetje érg hoog geschat, maar Rens is bereid om los te laten dat het ‘om de hoogste literaire debuutprijs van Vlaanderen’ zal gaan. De sponsor is een nog niet genoemde bank. De bedoeling is dat de katholieke vereniging Davidsfonds de literaire poot gaat verzwaren. Recent nam het Davidsfonds uitgeverij De Clauwaert over en werden de rechten van het werk van Felix Timmermans verworven. Aan de levendigheid van het fonds wordt met de oprichting van een literair tijdschrift hard gewerkt. Ook de prijs is ingesteld om vooral de jeugd te lokken naar het Davidsfonds: ‘Inderdaad, de bekroonde debutant verplicht zich wel aan ons als uitgever.’
De aantasting van zijn reputatie als kunsthandelaar heeft Adriaan Venema doen besluiten om het werk aan zijn opus magnum Schrijvers, uitgevers en hun collaboratie te onderbreken, ‘to write his heart out’. Een hoger beroep in de zaak tussen hem en Het Parool is aangevraagd, maar de auteur-kunsthandelaar verzamelt zijn energie voor een polemisch geschrift over álle zwendelaffaires hem bekend uit tien jaar kunsthandel. De aanval waarmee Venema zich wil verdedigen gaat List en bedrog heten. De auteur verwacht het boek in drie weken af te hebben: zijn archief lag ervoor klaar. |
|