Gedaanteverwisseling
Onder de naam Barbette maakte een Amerikaanse artiest in de jaren twintig furore in Parijs. Jean Cocteau schreef er een schitterend essay over. Man Ray maakte een aantal foto's van dit optreden in travestie. Die foto's zijn nu voor het eerst te zien, samen met het door Ko Dieleman vertaalde Cocteau-essay, in een smaakvolle uitgave van Uitgeverij De Woelrat (f 22,50). ‘Als Barbette opkomt betovert hij meteen,’ schreef Cocteau. ‘Het gebeurt ineens en met zo'n kracht, dat hij alleen aan zijn werk als evenwichtskunstenaar zal kunnen denken. Vanaf dat ogenblik dienen zijn mannelijke gebaren hem, in plaats van hem te verraden.’ De wonderlijke tweeslachtigheid van Barbette fascineert inderdaad onmiddellijk als je Ray's schitterende foto's ziet. Op de omslag van het boekje zien we Barbette bij het omkleden gefotografeerd. In toegewijde aandacht maakt hij een jarretel knoopje vast, zijn armen zijn mannelijk en gespierd, zijn torso wonderlijk blank. Het gezicht is dat van een vrouw. Cocteau vond de gedaanteverwisseling van de acrobaat tot Barbette - hij was erbij - angstaanjagend: ‘Pas door het opzetten van zijn blonde pruik, bijeengehouden door een eenvoudig elastiekje rond zijn oren, zal hij met een boeket sneeuwwitte naalden in zijn mond tot in de puntjes de houding aannemen van een vrouw, die haar kapsel opmaakt. Hij staat op, wandelt en doet zijn ringen aan. De gedaanteverwisseling is gelukt. Jeckyll is Hyde. Ja, Hyde! Want ik ben bang. Ik draai me om. Ik doof mijn sigaret. Ik zet mijn hoed af.’ Man Ray heeft verschillende momenten in Barbettes voorstelling gefotografeerd. We zien hem bijvoorbeeld de laatste trede afstappen van de trap waarlangs hij is opgekomen: een stijve pop in een veren jurk met een enorme pluim op het hoofd. Twee pagina's verder vervluchtigt hij bijna, in vrouwelijke pose voor een donker decor: de draad waarop hij balanceert is nauwelijks zichtbaar. In zijn essay
probeert Cocteau het succes van Barbette te ontleden alsof hij een mysterieuze machine is waarvan het raderwerk op het eerste gezicht niet valt te doorgronden. Barbette bedriegt, net als bijvoorbeeld de schaakmachine van Maelzel bij Edgar Allan Poe, voortdurend het oog van de toeschouwer. Als hij zich lijkt te ontmaskeren door zijn pruik na het koorddansen af te zetten, gaat de voorstelling volgens Cocteau gewoon door. Op dat moment vertolkt Barbette ook een (mannen)rol: ‘Kijk eens naar de laatste krachttoer: weer man worden, terwijl het niet voldoende is de film terug te draaien. De waarheid moet nog steeds vertaald worden en er blijven uitzien als kon ze op gelijke hoogte met de leugen staan.’
AJ
Oplossing Geletterd? 100
Boekenbijlage van 8 oktober (Tennis)
1. | ‘2-5 voor Reep en Lenie. Ze gaan er gloeiend aan’: Cissy van Marxveldt, Een zomerzotheid; |
2. | ‘Betty, Matty, Jan van Ratburgh en ik hingen met spierpijn en cocktails over 't balconhek’: Henriëtte van Eyk. De kleine parade; |
3. | ‘Het leek een reservaat, voor een bijzondere mensensoort’: Kees Fens, Waarom ik niet tennis en ook niet hockey. |
Winnaar: Madeleine Vos, Amsterdam
Aan deze pagina werkten mee: Hans W. Bakx, Louise Fresco, Mariette Haveman, Atte Jongstra.