Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdBas HeijneDe pijnlijkste lectuur in Conversations with Capote vormt het hoofdstuk waarin Truman Capote zelfverzekerd babbelt over zijn grote, onvoltooide roman Answered Prayers. De schrijver toont zich vol goede moed, koketteert charmant met zijn jarenlange gevecht met de muze, zegt dat de eindstreep eindelijk in zicht is, beweert onlangs opnieuw een lang hoofdstuk afgemaakt te hebben. ‘Zijn de laatste hoofdstukken al voltooid?’ vraagt de interviewer, niet zonder skepsis. ‘Ja.’ De lezer weet inmiddels dat Capote op dat moment liegt dat hij barst. Afgezien van de drie scandaleuze fragmenten die hij halverwege de jaren zeventig publiceerde, had hij geen letter meer geschreven aan zijn magnum opus, het glitter-en-glamourepos over de rijken en beroemden van Amerika, waarmee Capote zich de evenknie van Proust zou tonen. In 19X4, na de dood van de schrijver, kwam de waarheid aan het licht: Answered Prayers bleek grotendeels het verzinsel van een man die gevangen zat in de nachtmerrie van een groot kunstenaarschap. De enige die Capote indertijd doorzag was zijn aartsrivaal Gore Vidal (‘Mr. Capote heeft Answered Prayers helemaal nooit geschreven,’ beweerde deze in 1979); opnieuw een bewijs voor de stelling dat je vijanden je vaak beter kennen dan je vrienden. Het is de verdienste van Gerald Clarke (zijn volumineuze boek over hoe het enfant terrible van de Amerikaanse letteren tot monstre sacré werd, verscheen onlangs) dat het gemarchandeer van Capote met zijn ongeschreven meesterwerk in de eerste plaats mededogen oproept. Het nuchtere proza waarmee hij de neergang van de schrijver in kaart brengt, wekt bij de lezer de hoop dat met diens voortijdige dood inderdaad een grote roman verloren is gegaan, dat Capote tijdens de gruwelijke laatste tien jaar van zijn leven tenminste werkelijk worstelde met wat zijn hoofdwerk zou zijn geweest. Ook dat blijkt een illusie. Verleden jaar liet Capotes uitgever, waarschijnlijk om nog iets van de gigantische voorschotten terug te verdienen, de drie losse hoofdstukken uit Esquire in boekvorm verschijnen. Dat boek is geen meesterwerk, het is zelfs niet eens de aanzet tot een echt goede roman. ‘Alle literatuur is roddel,’ verklaarde Capote in Conversations, maar in zijn onvoltooide laatste roman lijkt het tegenovergestelde zijn uitgangspunt te zijn geweest. Dat is doodzonde, vooral omdat de prachtige opening (‘Ergens in deze wereld bevindt zich een uitzonderlijke filosofe, genaamd Flotie Rotonde’) en een handvol veelbelovende scènes suggereren wat het had kunnen zijn. Wat het boek echter faliekant doet mislukken, is de overduidelijke desinteresse die de schrijver voor zijn personages aan de dag legt. Answered Prayers blijkt een niet onaangename hutsekluts van roman, gedenkschrift, anekdote en achterklap, maar heeft net zo weinig met Proust te maken als Lee Towers met Frank Sinatra. Het hoofdstuk dat hem voor de rest van zijn leven persona non grata bij zijn rijke vrienden maakte, ‘La Côte Basque, 1965’, laat zich lezen als een trefzekere persoonlijke wraakoefening, een amusante studie in valsigheid, maar niet als een rijke evocatie van een ten dode opgeschreven wereld. Capote lijkt dan ook eerder op Oscar Wilde dan op Proust. De beide mannen hadden veel gemeen: zowel Wilde als Capote waren extravagante, homoseksuele schrijvers die de beau monde aan hun voeten kregen, beiden waren buitenstaanders die gefascineerd waren door, of gefixeerd op, het gouden schijnsel van de wereld waarin ieder zijn eigen kunstwerk was. Beiden riepen uiteindelijk het onheil over zichzelf af en werden uitgestoten: Wilde door tegen de markies Queensberry een proces wegens smaad aan te spannen dat hij wel móést verliezen, Capote door de vuilste was van zijn beste vrienden buiten te hangen. Hun beweegredenen voor deze op het eerste gezicht onbegrijpelijke stommiteiten vormen een waar freudiaans doolhof voor hun biografen. Zij kunnen uiteindelijk weinig anders doen dan vaststellen dat de schrijvers zich onweerstaanbaar aangetrokken voelden tot een wereld die zij diep in hun hart evenzeer bewonderden als verachten. Na zijn val hoonde Capote: ‘Ik begrijp niet waarom iedereen zo van streek is. Wat denken ze dan dat ze in hun buurt gehad hebben, een hofnar? Ze hadden een schrijver.’ Maar Clarke vertelt dat hij verdwaasd was van verdriet en keer op keer in huilen uitbarstte. Paradoxaal genoeg betekende voor zowel Wilde als Capote hun verdrijving uit de hogere kringen niet de redding, maar het einde van hun kunstenaarsschap. Wilde schreef na zijn verblijf in de gevangenis nog het lange gedicht ‘The Ballad of Reeding Gaol’, Capote de verhalenbundel Music for Chameleons; in beide gevallen bleek het echter geen nieuw begin, maar een laatste opleving van hun talent. Beiden eindigden hun leven met het besef dat zij hun creatieve vermogens nooit volledig verwezenlijkt hadden. ‘Mijn tragedie,’ vatte Wilde het samen, ‘is dat ik mijn talent in mijn werk heb gestopt, en mijn genie in mijn leven.’ Hetzelfde geldt voor Truman Capote met betrekking tot Answered Prayers, het boek dat hem vijfentwintig jaar lang heeft achtervolgd. Dat werk zou als motto krijgen: ‘Er worden meer tranen vergoten om verhoorde gebeden dan om niet verhoorde,’ en het thema zou zijn dat juist de mensen die alles krijgen waar ze naar streven het ongelukkigst van allen worden. ‘Alles wat er in dat boek zal staan is waar gebeurd,’ verklaarde Capote in een interview. Hij wist toen waarschijnlijk niet dat hij dat boek nooit zou kunnen schrijven, omdat het zijn eigen leven was. ‘Er is deze Gerald Clarke,’ zegt Capote in Conversations, ‘die een boek over mij schrift. (...) Ik wil het niet lezen, maar hij weet wel meer over mij dan wie dan ook, mijzelf inbegrepen.’ Answered Prayers werd uiteindelijk toch geschreven, zonder dat de schrijver het besefte: de auteur heet Gerald Clarke, de hoofdpersoon Truman Capote. |
|