Penis ex machina
Het ligt niet aan de klasse van zulke afzonderlijke verhaalelementen of motieven. Het gaat om de twijfelachtigheid van de auteur en de toonsoorten die daardoor niet met elkaar in harmonie zijn. Bovendien komt dit contrast de ontwikkeling van de karakters en daarmee de kracht van het verhaal als geheel niet ten goede. De verbindende lijn daarin moet de relatie zijn tussen de jongeling Quinn en het meisje Maud. Maud wil geschaakt worden door Quinn. Wat zich laat aanzien als een zoektocht naar de graal - de schoot van Maud, die aan het slot ook gevonden wordt, slechts bedekt door een frivool lint - is achteraf toch niet meer dan een oppervlakkige speurtocht zonder de heldhaftige intensiteit, die aan iedere liefde die klassieke pretenties heeft ten grondslag moet liggen. Maud is dan wel geen easy lay, maar dan toch een te eenvoudig schaakstuk; Quinn is een held die alleen maar meevallers kent.
Ook voor de andere personen geldt dat ze op zichzelf heel sterk gestalte hebben gekregen, maar dat ze samen geen verhaal vormen dat blijft nadreunen in het hoofd van de lezer. Magdalena is geil. John the Brawn uitstaanbaar slecht. Hillegond de menslievendheid zelve, Obadiah een dijk van een vechtneger, en van de Aphrodite-tovercake die Maud bakt, zou ik wel een tweede sneetje lusten. Maar wat al deze aardige, aantrekkelijke mensen mij als lezer willen aandoen, waarom zij precies hun verhaal geleefd hebben, daarover kan ik hier helaas geen uitsluitsel geven. Quinn's Book vertelt een mooi verhaal, maar de vorige verhalen van William Kennedy waren mooier, omdat ze hechter doordacht waren en er indringender over thema's als schuldgevoelens, trouw en ontrouw, macht, en het noodlot, geschreven werd. Daarin kreeg niemand de kans om via een penis ex machina te ontsnappen aan het fatum.
Misschien zal Quinn's Book te zijner tijd een overgangsroman blijken te zijn, en zal Quinn, die we op nog jeugdige leeftijd de schoot van Maud zien veroveren, ons definitief meenemen naar ‘Wonderland’. In dit boek lijkt hij nog teveel op de poes van Alice. Dan weer staat hij voor de spiegel, dan weer kijkt hij erachter. Nooit springt hij er vastberaden doorheen.
■