Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdBas HeijneZoals bazen naar verloop van tijd het uiterlijk van hun hond aannemen, zo eindigen schrijvers meestal als een personage uit hun eigen boeken. Dat is niet zo vreemd als het op het eerste gezicht lijkt. Van een ieder die een pen op papier zet, mag tenslotte verwacht worden dat hij of zij een eigen wereld schept. Bij goede schrijvers zal die wereld vanzelf onmiskenbaar de kleur van hun persoonlijkheid aannemen. Als rupsen hullen zij zich in een cocon van woorden. Zo gaat het met schrijvers; bij grote schrijvers gebeurt er nog iets anders. Bij hen zal de werkelijkheid buiten hun werk, de wereld van de lezers, uiteindelijk op hun boeken gaan lijken. Bijvoorbeeld: nog nooit in mijn leven heb ik het gevoel gehad in een boek van Harold Robbins verzeild te zijn geraakt, maar na het lezen van Madame Bovary is overspel voor mij nooit meer hetzelfde geweest. Madame Bovary, c'est nous. Weinig mensen hadden vijftig jaar geleden durven voorspellen dat het leven ooit op een boek van Evelyn Waugh zou gaan lijken. Waugh is hier vooral bekend vanwege het intens romantische Brideshead Revisiled, maar zijn reputatie als schrijver berust op de satirische romans die hij tussen de twee wereldoorlogen schreef. Deze hilarische boeken werden in zijn tijd niet beschouwd als een getrouwe afspiegeling van de werkelijkheid, maar als een cynische vervorming ervan. In zijn ogen bestond het leven uit een eindeloze aaneenschakeling van misverstanden die nooit meer werden rechtgezet. Dat was amusant, maar het was ook de reden dat hij tijdens zijn leven niet als een groot schrijver werd beschouwd; de wereld van Decline and Fall, Vile Bodies en A Handful of Dust was eenvoudig te absurd om waar te zijn. Niemand zal toentertijd dan ook hebben vermoed dat het werk van Waugh Zuidafrikaanse strijders tegen de apartheid tot inspiratie zou dienen. En niemand ook zal het voor mogelijk hebben gehouden dat er enig verband zou kunnen bestaan tussen de Britse, reactionaire literator (die zich uitsprak voor Franco tijdens de Spaanse Burgeroorlog) en Steve Biko, slachtoffer van het blanke regime en symbool van de zwarte vrijheidsstrijd. Zoiets had immers alleen door Waugh zelf verzonnen kunnen zijn? In 1932 publiceerde Waugh zijn derde roman, waarin hij de ervaringen van zijn Afrikaanse reizen had verwerkt. Dat boek heette Black Mischief; een titel die vandaag de dag waarschijnlijk tot verhitte discussies op de opiniepagina's van de dagbladen zou leiden. Waugh beschrijft opkomst en ondergang van Seth, de jonge, zwarte keizer van Azania. Deze Seth heeft gestudeerd in Oxford, is doordrongen van westerse culturele waarden en ziet zichzelf als fakkeldrager van de vooruitgang: ‘Ik heb de grote taptoe van Aldershot gezien, de wereldtentoonstelling in Parijs, de Oxford Union. Ik heb moderne boeken gelezen - Shaw, Arlen, Priestly. (...) Ik ben de Nieuwe Tijd. Ik ben de Toekomst.’ Seths even goedbedoelde als absurde pogingen om zijn land te ‘moderniseren’ zijn het koren op Waughs satirische molen. Misverstand volgt op misverstand, goede bedoelingen krijgen steevast gruwelijke gevolgen; aan het einde van het boek is Seth dood, het Engelse meisjes Prudence opgegeten door kannibalen en Azania onder Brits protectoraat gesteld. Het is onzin om Waugh van racisme te beschuldigen - bij hem moet demenselijke soort in zijn geheel het ontgelden - maar aan de andere kant zal de lezer van Black Mischief moeten toegeven dat hij bepaald niet vrij is van de vooroordelen van zijn tijd; blanken zijn al niet serieus te nemen, maar zwarten helemaal niet. Daarom is het des te eigenaardiger dat in de jaren zestig een uit Zuid-Afrika verbannen lid van het Panafrikaans Congres een brief aan Waugh schreef, waarin hij hem vroeg waar de naam Azania vandaan kwam. Het antwoord arriveerde enige tijd later: ‘Zoals u zou moeten weten is het de naam van een oud Oostafrikaans koninkrijk.’ Wat toen volgde, lijkt nauwelijks voorstelbaar. Om tot op heden onduidelijke redenen - dat oude rijk had niets met Zuid-Afrika te maken - werd de naam kort daarna door het Panafrikaanse Congres geadopteerd. Sindsdien heet voor ontelbare zwarten het Zuid-Afrika van de toekomst Azania. De naam van het belachelijke koninkrijk uit Black Mischief staat nu in de grafsteen van Steve Biko gebeiteld. Voor zover ik weet is de journalist Joseph Lelyveld de enige die de herkomst van de naam Azania vermeldt. In zijn boek over apartheid. Move Your Shadow, beschrijft hij tevens hoe enkele politieke erfgenamen van Biko zich enige jaren geleden een beeld probeerden te vormen van hoe de Azaniaanse Volksrepubliek eruit zou moeten zien. Daarbij bedienden zij zich van precies de marxistische retoriek die Waugh in Black Mischief en in het latere Scoop tot mikpunt van zijn satire maakt. Toen Lelyveld een van hen op de oorsprong van de dubieuze naam van hun beloofde land wees, merkte deze op dat het enige dat ertoe deed de betekenis was die de inwoners eraan gaven. Pijnlijker kan het niet. Een beter voorbeeld van Waughs specialiteit, het ironisch misverstand, is in al zijn boeken niet te vinden. Het was Waughs diepgewortelde overtuiging dat de moderne wereld geregeerd wordt door dwaalbegrip en willekeur. Dat de tragische situaties die daaruit voortkomen ontegenzeglijk komisch zijn, maakt ze alleen nog maar schrijnender. |
|