Vrij Nederland. Boekenbijlage 1988
(1988)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| |
Het denken De menselijke geest als maatschappij door Marvin Minsky Vertaling Michael Morreau Uitgever: Bert Bakker. 358 p., f 49,50 Amerikaanse uitgave:
| |
PiagetDoor deze voorstelling van de menselijke geest als een aggregaat van geestloze processen schemeren de contouren van de computer. Minsky was in 1959 mede-oprichter van het laboratorium voor artificiële intelligentie aan het Massachusetts Institute of Technology en heeft het betere deel van zijn intellectuele leven besteed aan de poging machines taken te laten uitvoeren die bij mensen kennis en inzicht zouden vereisen. Een van de vermaardste MIT-projecten was Builder, een systeen dat blokken op elkaar kan stapelen en bestaat uit een mechanische hand, een televisie-oog en een computer. Het programma van Builder kon alleen geschreven worden door het op te delen in eenvoudiger subfuncties als Zien en Pakken, subfuncties die op hun beurt weer bestonden uit hiërarchieën van honderden simpeler functies. Het was deze ervaring die Minsky op het idee van de menselijke geest als maatschappij bracht. Hoe moeten we ons die geestesmaatschappij bij de hogere denkprocessen voorstellen? In een klassiek experiment liet Piaget een kind twee gelijke rijen van eieren en eierdoppen zien en vroeg of er meer eierdoppen of meer eieren waren. Antwoord: evenveel. Toen hij de eieren verder uit elkaar legde dan de eierdoppen bleek het doorsnee kind van vijf jaar te denken dat er meer eieren dan eierdoppen waren. Hetzelfde effect deed zich voor bij niet-telbare vormen van hoeveelheid, zoals een korte dikke staaf klei naast een lange dunne, of vloeistoffen in glazen van verschillend formaat. Een kind dat kan kiezen tussen dezelfde hoeveelheid limonade in een kort breed glas of een hoog smal glas kiest voor het hoge glas. De vraag is nu: hoe ontstaan dergelijke beoordelingsfouten en waarom kan een kind van zeven wel correct manipuleren met hoeveelheden? Minsky zoekt het antwoord in een zich verfijnende geestesmaatschappij. Heel jonge kinderen opereren nog met een gering aantal organen die elk - als in het faculteitenparlement van de frenologen - slechts een denkbeeld hebben. Hoog zegt: hoe hoger hoe meer - wat in het algemeen correct is omdat hoge dingen meer bevatten. Smal zegt, om dezelfde reden: hoe smaller hoe minder. Met deze twee organen kan het kind de meeste hoeveelheidsproblemen oplossen. Moeilijkheden ontstaan pas als Hoog en Smal gelijktijdig moeten oordelen, bijvoorbeeld over de hoeveelheid limonade in een hoog smal glas. Hoog roept ‘meer’. Smal roept ‘minder’. Hoog schreeuwt het hardst en laat het kind zeggen dat er in het hoge smalle glas meer limonade zit. Dat kinderen van zeven die fout niet meer maken, betekent dat zich inmiddels organen hebben ontwikkeld die toezien op de oordelen van lager geplaatste organen en die zo nodig corrigeren, een presidium dat zorgt voor een ordelijke besluitvorming als in het parlement van meer en minder de stemmen staken. Logisch denken berust op de tijdige vorming van fijnvertakte bestuurslagen in de geest van het kind.
Marvin Minsky
Men ziet: een ware programmeurstheorie. De gelaagde maatschappij van organen komt overeen met het labyrint van routines en subroutines in een computer. Hetzelfde type verklaring keert vervolgens terug in de passages over geheugen, introspectie, taal en waarneming. Voor Minsky is de geest-als-computer eigenlijk al geen metafoor meer: mensen zijn machines, mechanieken waarvan alleen de fysische structuur (meat/metal) en ontstaansgeschiedenis verschillen. Het programma van de menselijke geest heeft zich in een lang evolutionair proces ontwikkeld en het is de opgave van de cognitieve psychologie om de architectuur van dat programma te achterhalen. De uitwerking van deze theorie heeft een boek als een manual opgeleverd. Op iedere pagina is precies één idee ondergebracht, vaak nog eens verduidelijkt met een schema: honderden ogenschijnlijk losse draden die van een afstand beschouwd een patroon moeten vormen. De theorie van de geest-als-maatschappij, schrijft Minsky, wordt zo tot in de vormgeving gespiegeld. | |
Geen toetsbare hypothesesMisschien is hier iemand aan het woord die op behendige wijze van de nood een deugd heeft gemaakt, misschien ook niet - het gevolg is in ieder geval dat de geest-als-maatschappij een erg schematische indruk maakt. Er volgen geen toetsbare hypotheses uit over ons denken, geheugen of gemoedsleven. Minsky's schematiseringen van psychische processen zijn hooguit verenigbaar met de bevindingen van de psychologie en vormen eerder een programma, de aanbeveling om geestesprocessen te analyseren tot simuleerbare functies, dan een theorie. Van de concrete resultaten van dat project kan men na lezing van Het denken niet onder de indruk zijn. Minsky schrijft dat het zo frappant is dat de verschijnselen die Piaget heeft ontdekt door de eeuwen heen onopgemerkt zijn gebleven, alsof nog nooit iemand goed naar het redeneren van een kind had gekeken. Een treffende observatie. De conservatieproeven brachten verschijnselen aan het licht waar niemand ooit aan gedacht had en die ook nog eens parallellen bleken te hebben in andere vormen van manipulatie met hoeveelheid. Het is precies dit type ontdekkingen dat tot dusver ontbreekt in de artificial intelligence-benadering, van de geest. De frequente opwinding in AI-kringen heeft bij nadere kennismaking nooit betrekking op ontdekkingen zoals Piaget er minstens vijf heeft gedaan, maar op de geslaagde simulatie van een fenomeen dat al uit de psychologie bekend was. Waar interessante ontdekkingen of verklaringen uitblijven, getuigt het echt van lef om - zoals Minsky doet - een wel heel summiere en schematische ‘theorie’ over het geheugen te laten voorafgaan door een citaat uit A la recherche du temps perdu. Men moet het de AI-onderzoekers toegeven: te midden van de bewonderenswaardige faculteiten die zij onder hun schedeldak dragen is Zelfvertrouwen vanouds geprononceerd ontwikkeld. ■ |
|