Zeeroverschap
‘Mejuffrouw Toussaint's eerste oorspronkelijke werk droeg den stempel des tijds duidelijk op het voorhoofd.’ Dat schreef een ongenoemde auteur in de jaargang 1886-'87 van de biografische reeks Mannen van beteekenis over Almagro, het debuut uit 1837 van de schrijfster die later mevrouw Bosboom-Toussaint zou gaan heten. Almagro is de naam van een zeerover die zich in Geertruida Toussaints boek incognito in Engelse aristocratische kringen beweegt, verliefd wordt op de schone Editha, en van plan is de piraterij de rug toe te keren. Op dat moment valt echter zijn dekmantel, maar door optreden van een Lord der Admiraliteit die hij al eens het leven had gered, wordt hem een vrijgeleide naar Amerika gegarandeerd.
Bernt Luger bezorgde een herdruk van Almagro in de ‘Negentiende eeuw-reeks’ bij uitgeverij Conserve (141 p., f 24,75). In Lugers inleiding is mevrouw Bosboom-Toussaint veel zelf aan het woord. Ze blikte in ‘Herinneringsbladen’ (postuum in 1886 in De Gids verschenen) uitgebreid terug op haar jeugd. Bijvoorbeeld op de avond toen ze Almagro voor het eerst aan haar ouders voorlas: ‘Mijn moeder was in ééne verrukking. Zij zei toen, en nog veel later: wat het is weet ik niet, maar 't is toch zoo anders dan van de anderen.’ Of haar moeder dat goed zag is de vraag. Mevrouw Bosboom-Toussaint heeft het even later over haar dwepen met Schiller, met Burger, haar ‘in gedachten leven met de helden van Walter Scott’ en ze zegt in van Lenneps Legenden gevonden te hebben ‘wat ik liefst in de poëzie zocht’. En dat ze ook Byrons werk kende blijkt uit Almagro zelf: de held zegt door diens The Corsair tot het zeeroverschap te zijn geïnspireerd. De schatplicht aan Schillers Rauber en werk van Byron en Scott is al in 1889 aangetoond: zó anders dan al het andere was Almagro niet. Zeeroversverhalen waren erg in de mode. Drie jaar na Almagro verscheen bijvoorbeeld Hendrik Arnold Meijers De Boekanier, en ook in vele populaire avonturenromans traden zeerovers op als protagonist.
Voor de tegenwoordige lezer is Almagro een redelijk vlotte leestekst. De schrijfster mag dan geheel naar literair gebruik van haar dagen nadrukkelijk in haar boek aanwezig zijn, en het kost je altijd weer even moeite te wennen aan de ‘ouderwets’ dramatische taal van de personages: een zekere frisheid doet je toch doorlezen. Maar vooral in historisch opzicht is Almagro interessant. In de eerste plaats omdat het de schrijfster laat zien vóór ze onder invloed van Potgieter en Bakhuizen van den Brink kwam te staan, een invloed die Luger in zijn inleiding typeert als ‘Big Brother is watching you’: haar later verdwenen ongeremde en spontane vertelplezier is in Almagro nog aanwezig.
Zeer aardig is dat Luger bij zijn toelichting gebruik heeft gemaakt van negentiende-eeuwse naslagwerken. Het tekent de literatuurhistoricus nieuwe stijl: gebruik makend van de voordelen die de afstand in tijd nu eenmaal biedt; toch zoveel mogelijk in de huid kruipen van de te beschrijven auteur. De boeken, tijdschriften of kranten lezen die die auteur ook las, kennis nemen van literaire modes en de markt voor boeken, te weten komen wat de betreffende auteur wist: het literaire klimaat reconstrueren. Helemaal consequent in zijn principes is Luger niet. Hij sloeg een aantal zaken na in Sijthoff's Woordenboek voor Kennis en Kunst dat rond 1890 is verschenen: waarom dan niet een dergelijk naslagwerk uit de eerste helft van de negentiende-eeuw gebruikt?
De ‘Negentiende eeuw-reeks’ onder redactie van Peter van Zonneveld lijkt een zeer boeiende serie te worden. Voorwaarde is wel dat in de inleiding enig hout wordt gesneden. In een eerdere aflevering als de herdruk van Kneppelhouts alleraardigste reisverhaal In den Vreemde was bijvoorbeeld erg weinig ruimte voor inleidende woorden gereserveerd. Nog steeds wordt de negentiende eeuw afgeschilderd als een in literair opzicht weinig florissante periode. Ten onrechte. Er zijn veel interessante en gekke teksten gepubliceerd. Natuurlijk zijn onze literaire gewoonten sterk veranderd, maar met een degelijke inleiding is dat probleem wel op te lossen: de herdruk van A.L.G. Toussaints Almagro laat dat zien.
AJ