Marc Boxer: een dubbelleven
Het is historisch een krasse vertekening, maar in Nederland zal de vorige week overleden tekenaar en hoofdredacteur van de Tatler Marc Boxer zijn eventuele bekendheid danken aan de tekeningen die hij maakte voor de omslagen van de twaalfdelige paperbackuitgave van Anthony Powells romancyclus A Dance to the Music of Time (Flamingopockets). Personages als Kenneth Widmerpool, Sir Magnus Donners, Hugh Moreland, Max Pilgrim, Captain Rowland Gwatkin en Pamela Widmerpool zijn door Boxer getekend in de juiste verhouding van ernst en farce die bij Powells karakters past. De cyclus is niet meer zonder deze omslagen te denken. Deze maand verscheen bij Agathon het derde deel van de reeks in de Nederlandse vertaling van J. Verheijdt (De wisselhandel); hoewel de omslagen van de Nederlandse vertaling niet lelijk zijn, met de tekeningen van Boxer zouden ze iets extra's gekregen hebben. Marc Boxer was zevenenvijftig jaar toen hij overleed en heeft altijd twee levens geleid: als tekenaar en als redacteur van verschillende kranten en tijdschriften. Hij begon als redacteur van het studententijdschrift Granta in Oxford en werd er ontslagen omdat hij verantwoordelijk was voor de publikatie van een godslasterlijk gedicht (met de regels ‘God was in his garage, / cranking up his Bentley’). In 1962 werd hij de eerste redacteur van het nieuwe Sunday Times Magazine en dat leverde de krant in één jaar zeshonderdduizend nieuwe lezers op. Hij creëerde een standaard die door de andere zondagsbladen werd gevolgd. Maar Boxer was wat ongedurig en verliet drie jaar later de Sunday Times. Zijn satirische tekeningen verschenen in de loop der tijd in bijna alle Engelse kranten en tijdschriften (The Times, The Guardian, The Daily Telegraph, Punch, The New State sman, The Listener). De laatste vijf jaar tekende hij elke
week het portret bij het wekelijkse ‘Profile’ in The Observer. Hij was ook nog een tijdje zonder succes redacteur van de uitgeverij Weidenfeld en laatstelijk hoofdredacteur van het snobmaandblad Tatler, dat hij na het vertrek van Tina Brown (nu hoofdredactrice van het Amerikaanse nog snobistischer [Privé voor geld-elite] tijdschrift Vanity Fair) een wat minder ijdel karakter probeerde te geven, wat hem niet echt lukte. Sommige plaatsen Marc Boxer als tekenaar in de traditie van Osbert Lancaster, anderen in die van Max Beerbohm. Te hopen is dat zijn tekeningen en portretten van schrijvers en politici over niet al te lange tijd in een boek zullen verschijnen, want daar heeft het tot nu toe aan ontbroken.
CP