[6 augustus 1988 - Nummer 31]
Ter zake
Diny Schouten
Eind deze maand verschijnt een voor Nederland geheel nieuwe vertaling van de Bijbel, die Het Boek gaat heten. Het is ‘een verwoording van de Bijbel in alledaags Nederlands’, laat Living Bibles Holland weten. Een gezelschap vertalers en theologen werkte bijna negen jaar aan Het Boek, dat zowel het Oude als het Nieuwe Testament ‘in eenvoudig hedendaags Nederlands’ bevat. Volgens het principe van Living Bibles International werd de tekst níet woord voor woord, maar ‘gedachte voor gedachte’ vertaald, ‘zodat Het Boek even gemakkelijk leest als een gewoon boek.’ Grondlegger van het systeem is dr. Kenneth Taylor, docent aan het Moody Bible Institute in Chicago, ‘die ontdekte dat zijn kinderen weinig begrepen van zijn dagelijkse bijbellezing aan tafel; daarom begon hij tijdens zijn treinreizen tussen huis en werk bijbelfragmenten in eenvoudig Engels te vertalen, zodat zijn kinderen de boodschap ervan zouden begrijpen.’ De eerste Living Bible verscheen in 1962; er zijn nu vertalingen van in vijfenvijftig talen. De stichting Living Bibles Holland. die zorgt voor de verspreiding van de complete Nederlandse versie, neemt zich voor om met eventuele winsten op de verkoop te werken aan de distributie en financiering van Het Boek in de derde wereld. Helaas is het Zevenhuizense kantoor van de stichting wegens vakantie gesloten, zodat niet gevraagd kan worden of in de vertaling nota is genomen van de kritiek die het Nederlands Bijbelgenootschap op de proefvertaling had. Redacteur Jaakke van het Nederlands Bijbelgenootschap kan slechts oordelen op het ene hoofdstuk Jesaja dat hij gezien heeft: ‘Hun parafrase is naar ons idee veel te jolig en
emotioneel opgeklopt. Ze hebben geprobeerd de Engelse tekst op te kalefateren met gegevens van buiten de tekst. Iedereen is natuurlijk gerechtigd om de bijbel te parafraseren, maar je kunt dat ook wat soberder aanpakken.’ Vooral de plastiek van uitdrukkingen als ‘God smeet hem de deur uit’ leidde tot Jaakkes negatieve advies om de Living Bible in het verkooppakket van het Nederlands Bijbelgenootschap op te nemen, dat overigens sinds 1983 wél ‘een vertaling in helder Nederlands’ voert: de Groot Nieuws Bijbel. Het wachten is nog op een andere herziening van het Boek der Boeken, ooit voorgesteld door Umberto Eco. Lezers van De tweede ronde herinneren zich misschien diens parodistische ‘leesrapport aan de uitgever’, met het voorstel om op safe te spelen door de eerste vijf hoofdstukken - ‘één en al actie, met alles wat een lezer vandaag de dag van ontspanningslectuur vraagt: seks (volop), met veel overspel, sodomie, incest, oorlogen, bloedbaden enzovoort’ - afzonderlijk uit te geven als De desperado's van de Rode Zee.
Wellicht was de primeur aan de hoofdstedelijke tapperij Gijsbreght van Aemstel, maar met de vernoeming van het Amsterdams Literair Café naar W.F. Hermans' roman De Engelbewaarder in 1971 werd toch duidelijk een trend gezet, die vooral restauranthouders blijkt te hebben aangesproken. Blijkens de nieuwste editie van de Amsterdamse telefoongids kunnen literair geïnteresseerden terecht bij restaurants die Bazip Zeehok, Chez Bébert. Gattopardo, Gulliver, Oblomov of Sjaalman heten. De nieuwste ontwikkeling is de nog rechtstreeksere hommage aan schrijvers. Die werd tot dusver gebracht aan Bordewijk, Kafka, Slauerhoff en Miller. Waarnemingen wijzen uit dat het laatstgenoemde horeca-etablissement. Literair Café Miller's daadwerkelijk een vitrine bevat met werken van Henry Miller. Bij de anderen ontbreekt elke accommodatie voor eetlezen. tenzij dat van het menu.
Albert Goldman, die als biograaf van Elvis Presley vermaardheid geniet om zijn ontmythologisering van The King als junkie, heeft zich geworpen op een andere superheld van mythische proporties: John Lennon. In The Sunday Times wordt The Lives of John Lennon aangekondigd als te verschijnen in oktober, bij Bantam Press. Yoko Ono heeft middels een zegsman ernstige kritiek geuit op Goldmans chequeboek-journalistiek. Ono liet weten dat het boek vol leugens staat, met de beschuldiging dat zij zeer kort na Lennons dood trouwde met de binnenhuisarchitect Sam Havadatoy als de meest aperte. Gerechtelijke stappen neemt Ono echter niet in overweging: ‘Het boek is te bizar om er aandacht aan te schenken.’
Dordrecht brengt op 20 augustus een hommage aan de in 1985 overleden dichter Cees Buddingh'. Dan worden, met de heropening van gebouw Pictura, waar Buddingh' jarenlang een werkkamer huurde, twee data herdacht: Buddingh werd zeventig jaar geleden (op 7 augustus) in Dordrecht geboren, en het is twintig jaar geleden dat de bundel Wil het bezoek afscheid nemen verscheen. Buddingh' zelf noemde het een ‘bestiarium’, geschreven vanuit zijn zorg over de toekomst van de natuur in relatie tot de cultuur. De dierenverzen staan centraal tijdens een literaire nachtshow, maar toch is het niet de bedoeling dat met het dichtersfestival alleen het verleden zal leven. ‘We willen ook duidelijk maken dat het literaire leven gewoon doorgaat,’ aldus organisator Joop van Halen. Daarmee werd de leeftijd van de genodigde dichters van belang, zodat inmiddels uitnodigingen werden verstuurd aan de Maximalen. Van hen wordt, behalve de voorlezing van een gedicht naar keuze uit Wil het bezoek afscheid nemen, door middel van eigen werk een visie verwacht ‘op heden, verleden en toekomst’.
‘Ten opzichte van het buitenland hebben wij het beste systeem,’ zegt Stef Bertina, directeur van de Stichting Adviesbureau voor de Boekhandel, over de boekenbon. Boekhandels zouden het niet durven te wagen om ze niet in te nemen - zelfs de vrouwenboekwinkels, die met een eigen boekenbon een ‘onderling solidair’ systeem erop na houden, innen de ‘officiële’ boekenbon. Toch is het wat Bertina zegt: de tevredenheid over het systeem af van welke soort boekhandel je erover aanspreekt, de boekhandels die ze uitgeven of die ze innemen, en dat zijn slechts voor een gering deel dezelfde. De kleine, gespecialiseerde boekhandels, bij wie de bonnen voor het merendeel besteed worden - tenslotte zijn ze een favoriet cadeau voor de ‘gemotiveerde boekenlezers’ - hebben reden om de ingeleverde boekenbonnen te zien als verlies aan omzet. Afgezien van het probleem dat de doosjes met nieuwe bonnen scherpe bewaking behoeven tegen diefstal, blijft er na de nogal ingewikkelde en vrij langdurige clearing een marge over van tweeëntwintig procent, beduidend minder dan de gebruikelijke veertig procent korting die zonder boekenbon gewonnen zou zijn. Dat percentage wordt door Bertina bevestigd, maar het omzetverlies bestrijdt hij, ‘want je kunt die cijfers ook anders interpreteren. De kleinere boekhandel krijgt er hoe dan ook toch extra omzet door, en daarvan moet een percentage worden afgestaan. Macro gezien verdienen de boekhandels die de bonnen in circulatie brengen er inderdaad het plezierigst aan.’